Fons Schiedon

Angelique Spaninks, Stefanie Grätz

Hij behoort wereldwijd tot de aanstormende top van character builders en digitale animatoren, is bekend als illustrator en deinst niet terug voor het inrichten van tentoonstellingen of interieurontwerpen. Van MTV Asia en Submarine Channel tot de Volkskrant en het Centraal Museum: Fons Schiedon (1980) mag hen allemaal tot zijn opdrachtgevers rekenen.

Toch is Fonztv headquarters niet meer dan een kamertje van vijf bij vijf in een overvol industriecomplexje aan de rand van het Amsterdamse Bos en Lommer. In het midden een hoge tafel met een zwaar bataljon computers en een beeldscherm. Daaromheen een kleine tekentafel, een bankstel en espressomachine (voor de gasten), heel veel boeken en een paar vitrines met toys. De ruimte die overblijft, maakt het mogelijk om vanaf de entree iedere hoek te bereiken, maar ook niet meer dan dat.

‘Cockpitkunst’ noemt Schiedon zijn werk, een kwalificatie die – hoe logisch ook – niet alleen te maken heeft met zijn werkruimte. “Ik ben een echte éénpitter. Ik wil in de hand houden wat er uit mijn studio komt. Met alle techniek van nu is dat makkelijk te doen. Samenwerken doe ik ook vooral met andere één- of hooguit tweepitters. Met muzikant Bram Meindersma bijvoorbeeld, die zit in net zo’n kamertje met alleen maar apparatuur rondom. Maar ook met Birdo Studio in São Paulo, een duo dat ik via via heb leren kennen. Zij voelen mijn manier van werken precies aan en ook al zitten ze aan de andere kant van de wereld, via internet is het heel eenvoudig om schetsen, storyboards en colorscripts over en weer te schieten.”

“Eigenlijk is de tv-serie Kika & Bob meer een uitzondering op die werkwijze. Dat was een grootser opgezet project, ook heel internationaal, maar met grotere units. Ik werkte op het hoogtepunt van de productie met achttien ontwerpers in de Submarine studio in Amsterdam. In België zat een groep storyboarders, en de animatie gebeurde door studio’s in China, India en de Filipijnen. Het sturen van processen wordt dan wel veel ingewikkelder – met zijn eigen administratieve complicaties. Dan is het opeens veel makkelijker dat je wel bij elkaar in de buurt zit. De creatieve regie naar de ontwerpers toe was veel meer op microniveau dan wat we met de animatie konden doen. Die korte lijnen maken het verschil tussen goed of ok.”

Hoe klein de cockpit van Schiedon ook is, er kan veel uitkomen, niet in het minst door het wereldomspannende netwerk waarin hij opereert. “Dat is al zo sinds mijn afstuderen in 2002. Het klinkt misschien vreemd, maar ik heb geen moment zonder werk gezeten, ik ben als het ware een sprekend voorbeeld van ‘growing up in public’. Als je het vergelijkt met een autonoom kunstenaar die eerst jaren aan zijn handschrift moet werken, gaat het bij mij echt anders. En dat past ook wel bij het vak van ontwerper.”

Overigens is Schiedons keuze voor dit vak geen al te bewuste geweest. “Vroeger wilde ik vooral tekenleraar worden. Ik tekende altijd en herinner me nog goed een ambitieus project waaraan ik op mijn elfde begon. Ik wilde Terminator II tot een strip maken. En dat zonder video. Ik ging een paar keer naar de bioscoop, sloeg iedere scène op in mijn hoofd om ze vervolgens thuis helemaal uit te werken. Ik ben uiteindelijk tot wel honderd pagina’s gekomen”, grinnikt hij.

“Pas een paar maanden voor ik definitief mijn vervolgopleiding moest kiezen, hoorde ik van Illustratie aan de HKU. Daar ben ik toen voor gegaan. Maar toen ik er eenmaal op zat, wist ik al snel dat ik niet wilde illustreren. Ik vond de nieuwste digitale tekentechnieken veel interessanter, niet om de techniek op zich, maar omdat je ermee kon loskomen van dat ene statische beeld. Dat heb ik me toen al experimenterend helemaal eigen gemaakt, soms tot ergernis van mijn docenten, die er nog niets mee deden. Pas toen ze zagen hoe ik er digitaal in slaagde om ritme en tijd aan iets statisch te verbinden, hoe ik in mijn eentje werelden kon scheppen waarin je even kunt verblijven en waarin van alles gebeurt, gingen ze om.”

Inmiddels heeft Fons dit hele proces volledig in de vingers. “Dat kan ook niet anders, omdat er in de animatietechniek de laatste vijf jaar niet zo veel meer is veranderd en ik er door Kika & Bob vaak veertien uur per dag mee bezig was. Dan weet je het echt wel. Ik werk ook bijna volledig digitaal, begin gewoon met een leeg scherm en teken daarop. Dan snijd ik er van alles af of trek eraan, net zolang tot het wordt wat ik zoek. In die zin is het misschien bijna meer beeldhouwen dan tekenen wat ik doe. Waarbij ik bewust niet in de valkuil van de digitale perfectie trap. Mijn werk is niet snel te cute of urban, er mankeert altijd wel iets aan. Een mankement dat als kwaliteit wordt ervaren. Omdat mooi en grappig nu eenmaal tegenpolen zijn. Grappig combineert gewoon beter met eenvoud of zelfs lelijkheid.”

Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan: “Ik doe nog steeds wat ik eigenlijk altijd gedaan heb vanuit een fascinatie voor zowel Hollywood als kunst. Mijn ene oog is nog altijd gericht op Sunset Boulevard, mijn andere op Van Gogh, Bacon en Rosenquist, om er maar een paar te noemen. Ik wil punkrock, popcultuur en kunst combineren, zoeken naar wat beweging in een cartoon aan abstractie kan opleveren. Dat ik vooral bekend ben door mijn characters is dus maar part of the story. In het volledig digitale werken aan Kika & Bob voelde ik bovendien dat ik bepaalde behoeftes van mezelf niet meer bevredigde. Om dat te doorbreken ben ik nu weer aan het schilderen geslagen, heel klein nog, maar wel echt schilderen. Ik wist bijna niet meer hoe het moest! Maar misschien past dat ook wel bij de tijdgeest. Na tien jaar bijna puur digitaal werken trekt het echte handwerk vanzelf. Je wilt jezelf toch blijven verrassen en ontwikkelen. Zeker nu alles via internet ook zo massaal en direct zichtbaar is, word je als beeldenmaker op jezelf teruggeworpen. Dat vind ik wel spannend.”

Schiedon zoekt het de komende tijd dus in de penselen, waarvan later in Londen de eerste resultaten te zien zullen zijn. Daarnaast schrijft hij aan een nieuwe serie, een sitcom zonder woorden met episodes van niet langer dan vier minuten. Het draait daarbij allemaal om een typische Hollywoodfilmset vol karakters die zo verloren zijn dat ze nauwelijks meer weten wat ze doen. En om zijn verzonnen wereld kracht bij te zetten, denkt hij er sterk over om daadwerkelijk naar Los Angeles te verhuizen. “Natuurlijk liggen de straten in LA bezaaid met mensen die gekomen zijn met een droom, maar ik heb er toch wel een goed gevoel over. Vanwege de animatie-industrie, de gezonde kunstscene en de independent undergroundfilm die daar nu eenmaal vele malen sterker is dan in New York, of laat staan in Amsterdam. En vanwege de zon natuurlijk. Nee, zonder flauwekul, een tijd een ander uitzicht zou goed zijn.”

Voor meer info en beeld: www.fonztv.nl

De laatste clip van de band Voicst, Feel like a rocket, is door Schiedon geanimeerd met steun van het TAX-clipfonds. De serie Kika & Bob is te zien bij Z@ppelin en op de VRT. Dit najaar heeft Schiedon een expositie bij Concrete Hermit in Londen. Ook is hij begin september een van de sprekers tijdens de eerste New Yorkse editie van Pictoplasma, de internationale conferentie over character design.