Een Reusachtige Zeepbelmachine

Martijn Verhoeven

Sinds de beeldende kunst geen genoegen meer neemt met haar vertrouwde, beschutte plek in het museum of de galerie, steekt ze elders op de meest onverwachte plekken de kop op. Bijvoorbeeld op de vuilstort Bavel. Tot voor kort was deze afvalberg in gebruik voor huishoudelijk en industrieel afval uit heel West-Brabant. De vuilstort is inmiddels afgedekt en ligt er nu als een fraaie groene heuvel bij. Maar wat te doen met deze vreemde bult in het verder vlakke landschap? Meestal wordt zo'n afgedekte afvalberg verbouwd tot golfterrein of ski-piste. Deze keer liep het anders. Stichting Fundament besloot in samenwerking met het Praktijkbureau vier kunstenaars uit te nodigen die de berg tijdelijk een ander aanzien moesten geven. Op die manier wilden de organisaties betrokken raken bij de formulering van het komende bestemmingsplan voor deze locatie.

De eerste kunstenaar, de Chinees Chen Zhen, maakte op de top van de berg een intrigerend werk. Zhen bouwde een oude vuilniswagen om tot vliegtuig door er molenwieken aan te monteren. Aan dit vliegtuig verbond hij, geholpen door tien vrijwilligers, in twee weken tijd een reusachtig web, omwikkeld met vuilniszakken, dat vrijwel de hele berg omspant. Aan de draden zijn weer tienduizenden kleine plastic vuilniszakken en tasjes bevestigd die bij een flinke windvlaag werden opgeblazen tot luchtbalonnen. De afvalberg, gevangen in een net, leek ieder moment de lucht in te kunnen vliegen.

Berend Strik en de groep One Architecture zochten het dichter bij huis. Hun ontwerp refereert op een originele manier aan de geschiedenis van het gebied. In de loop der eeuwen is de oorspronkelijke veengrond in Breda zes tot zeven meter afgegraven. Strik en consorten stellen daarom voor het landschap in zijn oorspronkelijke staat te herstellen: op de afvalberg wordt moeras gecultiveerd, waarin na enkele jaren eilanden kunnen worden aangelegd. Met hun tijdelijke ingreep maakten ze een begin met dit proces: bovenop de afvalberg is een kunstmatig moeras (nu ja, moerasje) aangelegd met daaromheen de oorspronkelijke flora en fauna.

Job Koelewijn heeft, als derde kunstenaar in de reeks, niet eens beelden nodig om het gebied te bezielen. Hij maakte van de vuil-stort een decor voor geluiden. Een groot aantal stemmen, afkomstig uit verborgen microfoontjes in de grond, lijkt vanuit het binnenste van de vuilstort de bezoeker onophoudelijk te roepen. Bijna als vanzelf leg je het verband tussen de anoniem geworden huisraad, de kleren en de brieven die ooit op de vuilstort zijn begraven, en de personen aan wie dit afval ooit heeft toebehoord.

In de hoop dat er voor de vuilstort een nieuwe bestemming gevonden kan worden, nodigden de organisatoren nog eens zeven kunstenaars uit om een ‘bestemmingsvisie' te schetsen. Rondom de berg bevinden deze schetsen zich nu op billboards die, al fietsend rond de vuilstort, kunnen worden bekeken. Maar zo oorspronkelijk als de projecten van Zhen, Strik en Koelewijn zijn, zo vrijblijvend en ongeïnspireerd doen de meeste schetsen op billboards aan. Wat is hier misgegaan? Hebben de opdrachtgevers de kunstenaars onvoldoende achter de broek gezeten? Of hebben de kunstenaars zich weinig gelegen laten liggen aan de eisen van hun opdrachtgevers? In ieder geval is het ronduit teleurstellend te moeten constateren dat de meeste kunstenaars liever in hun eigen fantasiewereld ronddobberen dan dat ze zich verdiepen in de eisen die een gebied als de vuilstort nu eenmaal aan de kunst stelt.

Zo wil Vito Acconci van vliegende tapijten en vliegende schotels een stad boven de berg bouwen. De schotels, gegroepeerd in tapijt-vormige patronen, rijzen en dalen op het getijde van de vuilstort: de wisselende hoeveelheid methaangas die zich bij de afvalberg vormt. Ook Suchan Kinoshita laat zich inspireren door het gas dat uit het verrottingsproces in de afvalberg ontstaat. Zij stelt voor het methaan te gebruiken voor een reusachtige zeepbelmachine, bovenop de berg. Grappig ongetwijfeld, maar met de beste wil van de wereld niet uitvoerbaar. Slechts Aernout Mik leverde zowel een geestig als levensvatbaar ontwerp: wie moe is van het fietsen rond de vuilstort kan op adem komen in een half ingegraven glazen paviljoen, de ‘Garbage Bar'. Boven kun je onder het genot van een drankje genieten van het schitterende uitzicht, beneden kun je naar het toilet en genieten van een ander uitzicht: het binnenste van de afvalberg…

DEEL VIER VAN ‘TALES OF THE TIP – ART ON GARBAGE', een installatie van Biefer/Zgraggen, t/m 3 oktober

voormalige vuilstort Bavel, Minervum 1800, Breda do t/m zo 11-17 uur, tel. 076-5227168