Het kijken naar de lucht, in de trein zittend of vanuit een berg − is iets wat we als mensen delen en gemeenschappelijk ervaren.
Marjolijn van Heemstra omschrijft in haar boek In lichtjaren heeft niemand haast het ‘overzichtseffect’, dat optreedt wanneer de aardbol door astronauten vanuit de ruimte wordt waargenomen. Het wordt vaak beleefd als een kosmologisch bewustzijn dat een overweldigend gevoel van liefde voor de aarde kan oproepen, en de drang beter voor haar te willen zorgen.1 Ruimtevaarders hebben vrij zicht – los van tijdelijke belangen ervaren ze een immense verbondenheid met de aarde.
Over de hemel wordt vaak als een romantisch gegeven gesproken. De lucht straalt een zekere onschuld uit. In tegenstelling tot het land dat we bewandelen, zijn er geen grenzen zichtbaar in het suizende, donzige landschap boven ons. Het lijkt een plek van oneindige mogelijkheden, een neutrale zone. Maar schijn bedriegt. De lucht en het heelal mogen dan niet officieel van iemand zijn, ze worden wel op een politieke manier ingezet. De (politieke) situatie die een blik richting het luchtlandschap leidt en het gevoel daarbij, bracht verschillende experimenten in de beeldende kunst teweeg. Met name in de jaren zeventig, toen grootmachten voor geopolitieke isolatie in Oost-Europa zorgden, namen kunstenaars het luchtruim als onderwerp in hun werk.
De kunstenaar Vadim Zakharov loopt in 1978 door de straten van Moskou. Met een kleine spiegel vangt hij zonnestralen op, die hij inzet als een medium voor de ontmoeting met de zon.2 In de performance An Exchange of Information with the Sun gebruikt Zakharov dit hemellichaam om op poëtische wijze de beperkingen van het menselijk leven te laten zien. Het is de tijd van de Sovjet-Unie, en de kortstondige actie staat symbool voor Zakharovs afwijzing van de macht van de Communistische Partij. Zijn werk is een subtiele provocatie met de intentie om autonomie in zijn artistieke praktijk te laten gelden onder het communistisch regime, waarin het collectieve voorop staat en het socialistisch realisme de officiële kunsttaal is, en niet de individuele stem of zelfexpressie. Uit de actie spreekt een zekere notie van isolatie. Hij verheft de zon boven politieke ambities.
Ook het kunstcollectief OHO, afkomstig uit voormalig Joegoslavië, houdt zich in de jaren 1970 bezig met conceptuele intermezzo’s, waarbij de hemel een grote rol speelt.3 De aanpak van de groep past in de tijdsgeest van de conceptuele kunst en bestaat uit experimenten, die natuurlijk, sociaal, kosmologisch, intermenselijk of intern van aard zijn. Een concreet voorbeeld is Project, 30 April 1970, waarbij het collectief, onder leiding van Milenko Matanović, een constellatie van kaarsen maakt die het sterrenstelsel weerspiegelt.
In 1970 wordt het collectief uitgenodigd voor de tentoonstelling Information in het MoMa in New York. Niet alle groepsleden reizen af naar Noord-Amerika. Twee van hen gaan naar New York en de andere twee leden blijven in Ljubljana. Deze verdeeldheid binnen de groep vormt uiteindelijk het uitgangspunt voor het werk waarmee ze deelnemen aan de tentoonstelling. Op precies hetzelfde moment, maar vanaf twee verschillende continenten, kijken de vier groepsleden tegen dezelfde zon in, waarna ze een lucifer op een blad papier laten vallen. De plek waar de lucifer valt wordt vervolgens gemarkeerd. Vindt er een telepathische verbinding plaats en zijn de lucifers op dezelfde positie geland? De resultaten verschillen van elkaar.
Uiteindelijk berust deze actie veel minder op het behalen van resultaten die vergelijkbaar zijn – de opzet van het project zorgt ervoor dat de leden van OHO op hetzelfde ogenblik aan elkaar denken, waardoor zij hun scheiding door ruimte en tijdzones overstijgen. Ze zien het als een groepsoefening en ritueel om het collectieve bewustzijn van de groep te versterken.4 De gelijktijdige emotionele aanwezigheid, de welwillendheid, zorgde voor een telepathische verbondenheid binnen de groep, met als doel om als collectief dichterbij elkaar te komen. Dit alles vindt plaats in een tijd waarin Joegoslavië als socialistische federatie tussen het communistische Oosten en het kapitalistisch Westen opereert. Als collectief bedrijft OHO met dit werk een eigen romantische tactiek en overstijgt het de (politieke) ruimte.
Terug in het nu. In de realiteit van het moment, lees ik fragmenten uit het dagboek The War Diary van schrijver en fotograaf Yevgenia Belorusets.5 Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne houdt de auteur dagelijks haar ervaringen bij vanuit Kyiv. De oorlog in Oekraïne staat voor Belorusets direct in verband met de lucht. In de eerste week van maart schrijft ze: ‘When I tell the people I meet that I am writing a public diary, most of them say to me, “The world has to help us close the sky over Ukraine. Can you pass it on?”’. De oproep tot het sluiten van de hemel, die Belorusets meermaals doet in haar dagboek, toont aan hoe politiek beladen het luchtruim is.
Het is een ironische gedachte dat Russische kosmonauten eind maart 2022 bij het internationale ruimtestation ISS een Europese robotarm installeren. In knalgele pakken met blauwe accenten knuffelen de Russen met Europese en Amerikaanse collega’s. Terwijl we in de ruimte de schijn ophouden een verbonden mensheid te zijn, zet Poetin op aarde de oorlog voort en worden steeds meer sancties tegen Rusland doorgevoerd.6 Het gezamenlijke belang is wederom van tijdelijke aard. Een intercontinentale oprechte gevoelswereld is op dit moment nog niet in zicht. En de ruimte? Die is zijn onschuld verloren.
Annosh Urbanke schrijft encureert en heeft een bijzondere interesse in postsocialistische contexten in de kunst.
[2] Alessandra Franetovich, Cosmic Thoughts: The Paradigm of Space in Moscow Conceptualism, 2019. https://www.e-flux.com/journal/99/263593/cosmic-thoughts-the-paradigm-of-space-in-moscow-conceptualism/
[3] Een term die op dat moment vooral in het Westen werd toegepast en die spreekt vanuit een hegenomisch karakter, omdat in de kunstgeschiedenis lange tijd van het Westen als centraal middelpunt in de kunst is uitgegaan.
[4] https://post.moma.org/part-3-the-oho-groupinformation-and-global-conceptualism-avant-la-lettre/
[5] https://belorusets.com/work/the-war-diary
[6] https://www.volkskrant.nl/wetenschap/samenwerken-met-de-russen-in-de-ruimte-kan-het-nog~be0f00d9/