De realiteit in scène gezet

Nina Fontijne
Mountain Plain Mountain, 2017, a film by Daniel Jacoby & Yu Araki, 21'', colour, stereo. Courtesy the artist, Maisterravalbuena Galería, Madrid/Lisbon and Antoine Levi, Paris.

Een dag voordat hij voor filmopnames vertrekt naar de jungle van zijn geboorteland Peru, spreek ik kunstenaar en filmmaker Daniel Jacoby. Hij gaat naar een klein stadje gelegen bij een grote waterval en Inca ruïnes, wat de afgelopen jaren enorm is veranderd door de opkomst van toerisme. Als ik hem vraag wat zijn plannen zijn, antwoordt hij dat het plan is om geen plan te hebben. Dit maakt hem zenuwachtig, maar het is belangrijk voor hem om open aan een nieuw project te beginnen.

Jacoby doet vooraf nooit onderzoek naar een plek of cultuur. Hij zorgt er alleen voor dat hij iemand kent op de plek waar hij gaat filmen, om een ingang te hebben. Desondanks spoken er voor vertrek wel allerlei mogelijke shots en scenario’s door zijn hoofd. Zo kwam ook zijn meest recente film Mountain Plain Mountain (2018) tot stand, een samenwerking met de Japanse kunstenaar Yu Araki. De film is in korte tijd op zo’n twintig filmfestivals getoond en heeft drie prijzen gewonnen, waaronder een Ammodo Tiger Award op het IFFR 2018. Het onderwerp van de film is de Banei race: een zeldzame, zeer trage maar kortdurende paardenrace in Japan, waarbij paard en wagen over een baan met twee heuvels worden gestuurd. Toen Jacoby voor de opnames van Jagata (2016) in Japan was, bezocht hij per toeval de racebaan, maar op dat moment was er geen race. Het onderwerp intrigeerde hem zo dat hij direct wist dat hij terug zou komen. Na twee keer in dezelfde regio als toerist te zijn geweest, nam hij contact op met Araki, die hij kent van een residentie. Jacoby spreekt met veel lof over de samenwerking en over Araki’s inbreng, en benadrukt hoe belangrijk het is met iemand te werken die de taal en de cultuur kent. “Bij de opnames van Jagata bleef ik een buitenstaander, en ik wilde niet nog een film maken vanuit een toeristenperspectief.”

Als Araki en Jacoby bij de racebaan in Japan aankomen kiezen zij er niet voor om de race zelf te laten zien. Ze houden de kijker bewust op afstand, en laten ons zoeken naar het onderwerp door juist de context en een schimmige weergave van de omgeving te tonen. Een oude Japanse man vertelt over de tocht, over hoe de kleine berg nog te overzien is, maar om de grote berg te bedwingen heb je enorm veel kracht nodig. De weg ertussen bepaalt je succes. Een shot later zien we een man in ruiterkleding. Hij klapt een denkbeeldige zweep en imiteert hoe hij paard en wagen bemant. Slepend door het zware zand van de renbaan loopt de man zonder paard en ligt de nadruk op de kunst van het mennen. Het paard krijgt alleen vorm in de fantasie van de kijker door de aansporingen (“hoo, good boy”) van de man. Het gezoem van elektriciteit bouwt een gespannen sfeer op. De dag van de race lijkt te zijn aangebroken. Oude mannenhanden die het programmaboekje vasthouden, achterhoofden die scoreborden bekijken. Volgens Jacoby gaat het niet zozeer om wát er in een film gezegd wordt, maar hoe het gezegd wordt. De visuele taal is belangrijker dan de inhoud.

In Mountain Plain Mountain creëren Jacoby en Araki een alternatieve route, die de stille spanning van de race laat zien zonder deze zelf in beeld te brengen. De oorsprong van de video ligt in de realiteit, maar we kijken naar die realiteit door de ogen van de makers, wat het werk van Jacoby typeert. “Ik meng graag de stem van het subject met mijn eigen stem. Ik geef niet zozeer mensen een stem en de mogelijkheid om te zeggen wat zij willen, want ik grijp wel in. Het is een samenwerking tussen het subject en mij, een manier om het subject aan te moedigen om het verhaal op een andere manier te vertellen dan normaal”, aldus de filmmaker. Zo ook bij de oude Japanse man in het begin van de film. Jacoby en Araki vroegen hem over de sport te vertellen, zonder het woord ‘race’ te gebruiken. Zij proberen het onderwerp te abstraheren zonder script. Zij laten de stilte voor de storm zien, die in de aanloop naar de race halverwege de film explodeert tot een fantastisch verrassende, overprikkelend luide aaneenschakeling van woorden die doet denken aan het nerveuze geroep van een commentator, als de finish nadert. Het is alsof de zoemende elektriciteit van het begin kortsluiting maakt. In beeld zien we de klanken verschijnen tegen een achtergrond van flikkerende details van een traditioneel schilderij.

Om die onnavolgbare scène te maken hebben Jacoby en Araki een kunstenaar en worstelcommentator uit de omgeving gevraagd om een commentaar bij de race in te spreken, zonder bestaande woorden te gebruiken. Het resulteerde in een kakafonie aan half herkenbare woorden waarvan de betekenis er niet toe doet. Alleen de associatie met een sportcommentator blijft. Na het uitzinnige gebrabbel van de commentatoren wordt het stil en keert het beeld zich tot abstractie, die aan herkenbare beelden grenst: associaties met een racebaan, teugels, haren, paardenmanen, maar dan onherkenbaar gemaakt door in te zoomen. We zijn ineens heel dichtbij, maar de kunstenaars blijven ons op afstand tot het onderwerp houden.

Jacoby en Araki vermijden objectiviteit en beïnvloeden hun onderwerp door middel van subtiele, voor de kijker onopvallende ingrepen. Het is geen fictie, maar het is ook niet alleen een registratie. Jacoby: “We nemen een onorthodox perspectief in, maar het blijft het observeren en registreren van de realiteit.” Door hun subtiele ingrepen staan Jacoby en Araki als een onzichtbaar venster tussen het onderwerp en de kijker. Zij begeven zich daarmee op de grens van documentaire en fictie door te spelen met objectiviteit en waarheid. Zij ‘ontwerpen het verhaal’, zoals Jacoby in al zijn films doet: “Ik zet de werkelijkheid in scène.”

Het experimentele, documentaire karakter van het werk past goed in het filmfestivalcircuit, maar het verdient een breder podium. Het intrigerende van de film ligt in het in stand houden van het mysterie van het onderwerp, een keuze die organisch gegroeid lijkt te zijn. Toen Jacoby voor het eerst op de racebaan terechtkwam waren er geen paarden, was er geen race. Araki kende de race wel van naam, maar kon zich er ook geen beeld bij vormen. Door oog te hebben voor de details, de omgeving, de context, en tegelijkertijd volgens hun eigen visie de realiteit te sturen, weten Jacoby en Araki in twintig minuten een film te creëren die uiteindelijk, in stilte en in explosie, veel meer spanning bevat dan de anderhalve minuut durende race zelf.

Nina Fontijne is kunsthistorica en werkzaam als artist liaison bij Galerie Fons Welters.

Mountain Plain Mountain, 2017, a film by Daniel Jacoby & Yu Araki, 21'', colour, stereo. Courtesy the artist, Maisterravalbuena Galería, Madrid/Lisbon and Antoine Levi, Paris.
Mountain Plain Mountain, 2017, a film by Daniel Jacoby & Yu Araki, 21'', colour, stereo. Courtesy the artist, Maisterravalbuena Galería, Madrid/Lisbon and Antoine Levi, Paris.