Chinezen in ons Noorden

Lilian Bense
Liu Jianhua, YIWU SURVEY, 2006

Dat China in een sneltreinvaart aan het veranderen is van een traditionele, door het communisme gevormde samenleving naar een moderne consumptiemaatschappij kan niemand ontgaan zijn. Maar wat doet dat met de kunst? New World Order in het Groninger Museum schetst een beeld van hedendaagse kunst uit China. De nadruk ligt op geënsceneerde fotografie en installaties die na 2000 zijn gemaakt.

In 2000 begon een nieuwe generatie Chinese kunstenaars namelijk langzaam een rol te spelen in de internationale kunstwereld. Het eenzijdige idee dat kunst slechts als doel had de samenleving te veranderen en de bijbehorende overdosis aan politieke thema’s, zo karakteriserend voor de generatie kunstenaars uit de jaren ’80 en ’90, was aan vervanging toe. Begrippen als zelfexpressie en conceptualisme werden steeds belangrijker voor de nieuwe lichting Chinese creatievelingen, die zich langzaam maar zeker ook buiten de grenzen van het land ging manifesteren.

Voor Liu Jianhua, oorspronkelijk opgeleid in de porceleintechniek, fungeerde de hedendaagse consumptiemaatschappij als inspiratiebron voor Yiwu Survey, een rode zeecontainer die een gigantische berg hedendaagse gebruiksvoorwerpen ‘uitspuugt’. De container lijkt te zijn bezweken onder de groeiende massa artikelen die het moet vervoeren. Tennisrackets, rekenmachines, afwassponsjes, noem maar op.
Wat overblijft, is een stortgolf aan felle, schreeuwerige kleuren. De container is afkomstig uit de plaats Yiwu, die bij veel chinezen te boek staat als ‘het Chinese wonder’. Hier is de Chinese exportindustrie ontstaan en worden veel made in China-producten gefabriceerd.

‘Tijd is geld’ staat er in Chinees schrift gedrukt boven het Accumulating Eggs Project – Weng Peijun’s Terrific New World, een werk van Weng Fen. Een van de grote slogans waarmee de post-Mao leider Deng Xiaoping ooit het land trachtte te hervormen. Fen construeerde een nieuwe stad, bestaande uit op elkaar gestapelde kippen-, eenden- en struisvogeleieren. Als je van bovenaf kijkt, verandert de stad in een Chinees bankbiljet van vijftig renminbi waarop een arbeider, een boer en een intellectueel staan afgebeeld. Ook Fen lijkt de kijker te willen waarschuwen voor de gevaren van de consumptiemaatschappij en de groeiende uniformiteit van de ‘nieuwe’ steden, die door hun karakterloze hoge gebouwen steeds meer op elkaar gaan lijken. Shi Guorui heeft de stad op een heel andere manier als inspiratiebron gebruikt. Door middel van de camera obscuratechniek maakte hij gigantische zwart-wit foto’s van gebouwen in Beijing en Shanghai. Het resultaat: verstilde beelden van het Olympisch Stadion en het door Rem Koolhaas ontworpen gebouw van CCTV in Beijing, waarop alleen de essentiële vormen lijken te overleven (Bird’s Nest Stadium 26 Jan 2008/New Beijing CCTV 18 Nov 2007).

Het werk van Jin Shan, Desperate Pee, was eerder in 2007 te zien tijdens de Biënnale van Venetië, waar deze sculptuur van een urinerende jongen op een brug geplaatst was. In het Groninger Museum staat de jongen in een klaslokaal met een dode blik in de ogen op een van schoolbankjes te plassen. Leung Mee-Ping verzamelde tien jaar lang mensenhaar uit meer dan honderd verschillende landen, waar ze vervolgens tienduizend kleine schoentjes van maakte (Memorize the Future, 1998-2006). De schoentjes wijzen met hun neus allemaal dezelfde kant op en lijken, als een soort leger, op hetzelfde doel af te gaan.

Hedendaagse kunst in China is nog geen dertig jaar oud. Tot 1976 stelde het dictaat van Mao kunst slechts in dienst van de vorming van de massa en was iedere uiting van creativiteit streng verboden. Het kunsthistorische verleden dat de Chinezen delen is kort, maar een collectief historisch verleden hebben de kunstenaars des te meer. Het fotografische werk van Muchen & Shao Yinong bestaat uit met de hand ingekleurde foto’s van propagandaposters uit de tijd van het communistische China (Red Oceans Series No. 2, 2003). Zhuang Hui maakte een kopie van de leider zoals deze ligt opgebaard in het mausoleum in Beijing (Mao, 2007).

Het Groninger Museum heeft voor deze tentoonstelling maar liefst 27 kunstenaars geselecteerd en er drie verdiepingen aan gewijd. Het resultaat is een realistische afspiegeling van Chinese kunstenaars die elk op hun manier in staat zijn het collectieve verleden in een hedendaagse vorm te gieten of soms op wonderbaarlijke manier hun eigen pad kiezen. De kunstenaars hebben veel inspraak gehad bij de samenstelling en sommige werken zijn zelfs speciaal voor de tentoonstelling gemaakt. Co-curator Sabine Wang, sinologe en kenner van de kunstwereld van Beijing, heeft als tussenpersoon gefungeerd tussen de curatoren en de kunstenaars waardoor veel deuren tot de Chinese kunstwereld werden geopend; wat waarschijnlijk veel heeft bijgedragen aan het interessante eindresultaat. Want ook een museum krijgt in China te maken met de zeer gesloten maatschappij, waarmee de communicatie, vanwege de onoverkomelijke taal- en cultuur-barrière, nogal eens stroef kan verlopen.

NEW WORLD ORDER
Hedendaagse Installatiekunst en Fotografie uit China
t/m 23 november 2008

Groninger Museum
Museumeiland 1, Groningen

Leung Mee-Ping, MEMORIZE THE FUTURE, 1998-2006
Muchen & Shao Yinong, RED OCEANS SERIES NO. 2, 2003