Bewuster leven is een vreemd onderwerp voor een trend. Je zou verwachten dat dit wordt gedaan vanuit eigen overtuiging en niet omdat men anderen ziet ‘consuminderen’. Toch heeft het nadenken over je ecologische voetafdruk veel weg van een gril, zoals ook wordt beweerd in de begeleidende tekst van de dubbeltentoonstelling Off the grid, georganiseerd door het Utrechtse initiatief FOTODOK. De mensen waar het hier over gaat lijken echter niet gevoelig te zijn voor een modeverschijnsel – daar zijn hun levenswijzen veel te radicaal voor.
De dubbeltentoonstelling toont het werk van in totaal vijf kunstenaars: Lucas Foglia (1983), Bertus Gerssen (1974), Justine Kurland (1969), Pavel Prokopchik (1982) en Corine Vermeulen (1977). Ze hebben zich elk gericht op mensen die zich op verschillende wijzen hebben afgezonderd van de samenleving. Dit houdt meestal in dat ze midden in de natuur leven, hetgeen natuurlijk mooie foto’s oplevert. Er wordt beoogd te tonen dat deze wereld niet alleen maar idyllisch is. Dat lukt aardig met foto’s waarop je iemand melk rechtstreeks van de geit ziet drinken en een jongetje op zwarte lavagrond ziet spelen. We zien echter ook dat de moderne gemakken van onze maatschappij bijna niet volledig los te laten zijn; er wordt bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van vervoersmiddelen en elektronica.
De personages in de fotoserie A natural order van Foglia zijn, jammer genoeg, precies het soort outcasts dat je verwacht: een mix van verschillende clichés, zoals hippies, amish en ‘bedreadlockte’ punkers. Dit staat eventuele inleving in het onderwerp misschien wat in de weg, maar fotogeniek zijn deze mensen wel degelijk. Foglia heeft als fotograaf veel gevoel voor dramatiek en compositie. Dat maakt dat de foto’s ook op zichzelf, los van het verhaal, interessant zijn om naar te kijken. Hoogtepunt in de tentoonstelling, zowel wat betreft esthetiek als thematiek, is Homeschooling Chalkboard, Tennessee, waarop we een meisje op een schoolbord zien schrijven. Dat bord staat – naast geometrie en de te verwachten Bijbelteksten – vol met apocalyptische citaten en boektitels. Hieruit blijkt hoe deze ouders hun kinderen bang maken voor de boze buitenwereld. Helemaal wereldvreemd zijn ze echter niet, zo blijkt uit de aanwezigheid van een songtekst van R.E.M.
Ook Justine Kurland weet hoe je een oogstrelende foto maakt; als de werken niet op verschillende wijzen waren ingelijst, zou je de overgang van de ene naar de andere kunstenaar in eerste instantie nauwelijks opmerken. In haar serie This train is bound for glory zie je, ondanks de afzondering, sporen van onze maatschappij terug. Zo dragen de afgebeelde personen enigszins moderne kleding, kinderen spelen met speelgoed en auto’s worden opgeknapt. Kurland en haar zoontje zijn train hoppers, mensen die gebruikmaken van goederentreinen om rond te reizen. Ook de trein is een onderdeel van de consumptiemaatschappij, maar ze rijden hoe dan ook wel; de hoppers veroorzaken geen extra milieuvervuiling door mee te liften.
Foglia groeide weliswaar op in een soort commune en liep een tijdje mee met de mensen die hij fotografeerde, maar hij is hier in tegenstelling tot Kurland niet volledig onderdeel van. Dit verschil lijkt zichtbaar in de foto’s; Foglia’s werk doet meer geposeerd aan (en is daardoor compositorisch interessanter), terwijl de foto’s van Kurland ogenschijnlijk terloops zijn gemaakt, vooral op momenten waar eigenlijk niet zo veel gebeurt. Deze beelden mogen dan wel het meest ‘authentiek’ zijn en bewijzen dat afzondering van de maatschappij niet alleen maar leuk is, de verveling die op de veelal weggedraaide gezichten is af te lezen zorgt echter niet echt voor sensationele plaatjes. Mike Brodie, een andere fotograferende train hopper, laat in zijn werk veel meer actie zien zoals voorbijschietende landschappen en jonge mensen die aan rijdende treinen hangen.
De met prachtige landschapsfoto’s versneden video van Pavel Prokopchik genaamd Apashka (2011) is een vreemde eend in de bijt. In dit werk zien we pelgrims van allerlei pluimage die onafhankelijk van elkaar naar Kazachstan zijn getrokken om in een zelfvoorzienende commune te leven onder het gezag van een oude vrouw met schijnbaar helende en voorspellende krachten. De dagelijkse bezigheden bestaan vooral uit opruimen, koken en afwassen, maar er wordt ook ritueel onder een schaap door gekropen dat vervolgens wordt onthoofd, waarna men een douche neemt met het bloed – niet noodzakelijk voor het verkleinen van je voetafdruk, wel fascinerend om naar te kijken. De afzondering heeft in dit geval voornamelijk een mystiek karakter en staat dan ook het verste weg van de genoemde zelfvoorzieningstrend.
Deel twee van Off the grid vindt binnenkort plaats in het Nutshuis te Den Haag. Hier is onder meer een andere, veelbelovende serie van Kurland te zien, waarvoor ze langs de laatste communes van Amerika reisde. Bertus Gerssen toont hoe men ook in Nederland buiten de maatschappij probeert te leven. Het spannendst klinkt het werk van Corine Vermeulen, die heeft vastgelegd hoe de natuur de overhand neemt in het bouwvallige Detroit en hoe haar inwoners daarmee omgaan. Als het niveau van deel één wordt vastgehouden, kan het niet misgaan.