Acht overlevingsstrategieën en de authenticiteit van één paar warme billen

Xandra de Jongh, Arjan Reinders

Met het hoofd al in de strop onderzoekt SMART Project Space manieren om te overleven. Mogelijk gaat het hier om laatste stuiptrekkingen. Onlangs werd bekend dat per 1 juni definitief het doek valt voor een van de weinige broedplaatsen die Amsterdam nog rijk is. Het gebouw dat SMART huisvest, het voormalige Jan Swammerdam Instituut aan de Eerste Constantijn Huygenstraat, zal gesloopt worden om plaats te maken voor urban villas. De enige, maar uiterst geringe, kans op overleving is het verkrijgen van de monumentenstatus.

De huidige tentoonstelling zal dus de laatste zijn, of er moet alsnog een wonder gebeuren. Laten we het hopen, want het Swammerdam Instituut – een modernistische kolos in de traditie van Le Corbusier – is voor menig kunstenaarsinitiatief een locatie om van te watertanden. De benedenverdieping biedt naast zes tentoonstellingszalen ruimte aan een goedlopend café-restaurant en alternatief filmhuis, op de zes etages daarboven heeft een flink aantal kunstenaars zijn atelier. In potentie is de grauwe vesting bovendien een zeer geschikt onderkomen voor het in de hoofdstad zo node gemiste centrum voor hedendaagse kunst.

Toch heeft de toepasselijke titel Sub Real – Reality Survival Strategies in eerste instantie niets met het sluitingsnieuws te maken. De tentoonstelling was al geopend toen begin april het toch nog onverwachte doodsvonnis werd uitgesproken. Een toeval dat de tentoonstelling wel een onverwachte scherpte geeft. Het marginale belang dat tegenwoordig aan het behoud van culturele broedplaatsen wordt toebedeeld, kan men linea recta doortrekken naar alle facetten van de hedendaagse maatschappij. Voor kleine initiatieven is het immers nauwelijks nog mogelijk het hoofd boven water te houden, laat staan dat er plek is voor tegendraads individualisme. We lijken ons middenin het doemscenario te bevinden dat Guy Debord en consorten in de jaren zeventig reeds voorspelden. De vraag is hoe men ziet te overleven in de huidige spektakelmaatschappij waar authentieke ervaringen nog maar dun gezaaid zijn.

Sub Real – Reality Survival Strategies toont antwoorden aan de hand van acht kunstenaars die onder evenzoveel kopjes worden gepresenteerd: Mental Location, Anonymous Communication, Natural Conditions of Mankind, Self Control, Loss of Identity, Integration/ Disintegration, Self Consciousness, en Distr(action). Een interessant concept, maar of de uitwerking ervan een even boeiend verhaal oplevert, valt te bezien. Zoals zo vaak is SMART erin geslaagd het werk van een aantal interessante kunstenaars bijeen te brengen en zoals even zo vaak blijkt ook deze keer de som der delen weinig extra’s op te leveren.

Effectief zijn de werken die de bezoeker van de tentoonstelling letterlijk een unieke sensatie laten ondergaan. Zo heeft de IJslandse kunstenaar Micol Assaël (Mental Location) haar authentieke ervaring van een verblijf in een ondraaglijk koud Siberië omgezet in entertainment. In een angstaanjagend zoemende koelcel kan men bij een temperatuur van minus 22 graden plaatsnemen op een bureaustoel waarvan de zitting is uitgerust met verwarmingselementen. Wie naar binnen durft, kan blauwbekkend, maar met heerlijk warme billen, herbeleven hoe Assaël zich in het plaatsje Vorkuta verdedigde tegen blaasontsteking en bevroren ledematen.

Martin Creed (Self Control) wenst de mens met confronterend minimalisme van een control freak in een introspectief en uitgebalanceerd wezen te veranderen. De winnaar van de Turner Prize 2002 dekte de ramen af, liet ditmaal het lichtpeertje ongemoeid, en presenteert op de vloer een doodnormale metronoom waarvan het ritmische getik door de ruimte galmt via een gitaarversterker. De hypnotiserende werking die hiervan uitgaat moet de bezoeker doen beseffen dat men alleen zichzelf volledig kan controleren, zoals Creed laat weten in de bijgaande SMART Papers. Ook andere kunstenaars geven hierin puntsgewijs aan waar hun tentoongestelde werk allemaal over gaat of naar verwijst, vaak tot vervelends toe. Bij zijn video met de onnavolgbare titel Porzellan Isoschizo Kuchentat des neurodermitischen Brockenfalls im Kaffestrudel und das alles ganz teuer beschrijft John Bock (Loss of Identity) bijvoorbeeld de zeven indicaties van Borderline Personality Disorder. Santiago Sierra (Distr(action)) legt in acht stappen uit dat zijn werk onder meer wil informeren over de risico’s van seksueel overdraagbare ziektes. Dit alles drukt enigszins de pret die Bocks keuken-slapstick vol rondvliegend voedsel oproept en maakt het spuiten met purschuim in de registraties van Sierra’s performance met achttien prostituees alleen maar onzinniger. Lang niet alle bijdragen zijn dus even interessant. De kroon spannen de banale Self Consciousness-foto’s van Cesare Pietrosiusti, waarin onsmakelijke close-ups van zijn neushaar, ingegroeide teennagels en eeltplekken de hoofdrol spelen. De evergreen ‘to love oneself is to know oneself’ ligt er duimendik bovenop.

Als geheel bezwijkt de tentoonstelling echter onder de eigen ambities, zoals wel vaker het geval is bij SMART. Een complex hedendaags thema wordt geïllustreerd aan de hand van zeer verschillende kunstenaars, waarmee het onderwerp sterk gefragmenteerd aan bod komt en wat tegelijkertijd de vraag oproept naar de inwisselbaarheid van de deelnemers. En toch zijn het diezelfde ambities die een bezoek aan SMART Project Space meestal zo sympathiek maakt. Voldoende reden om deze voorbeeldbroedplaats op zijn huidige locatie overeind te houden, waardoor af en toe ontsnappen uit het spektakel dat Amsterdam zo graag wil zijn een reële mogelijkheid blijft.

SUB REAL – REALITY SURVIVAL STRATEGIES, tm 11 mei

SMART Project Space, Eerste Constantijn Huygenstraat 20, open di tm za 12-22, zo 14-22