A Puzzling Work of Staggering Genius

Roos Gortzak

Laat ik beginnen met een waar gebeurd verhaal. Over een slaapkamer, een bed en een echtpaar. Al jaren is de slaapkamer de slaapkamer. Het bed staat aan de linkerkant. De man slaapt links, de vrouw slaapt rechts. Elke nacht voltrekt zich hetzelfde ritueel. De man wordt wakker uit een diepe slaap. Hij stapt uit bed, draait zich 90° rechtsom en zet twee stappen. Daarmee staat hij voor de wc-pot, waarin hij zijn blaas leegt. Dan keert hij om, zet twee stappen, draait zich 90° linksom, en stapt weer in bed. Op een dag besluit het echtpaar het bed aan de rechterkant van de kamer te zetten. De man wordt wakker uit een diepe slaap. Hij stapt uit bed, draait zich 90° rechtsom, zet twee stappen en leegt zijn blaas. Dan keert hij om, zet twee stappen, draait zich 90° linksom, en stapt weer in bed. Pas de volgende ochtend wordt duidelijk dat niet de wc-pot maar het vloerkleed de waterval heeft opgevangen. En de ochtend daarop. En die daarop. Het vloerkleed ligt niet langer in de slaapkamer en het bed staat weer aan de rechterkant.

De deur van het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam staat open. Ik ga naar binnen om de tentoonstelling van Ryan Gander (1976, Chester), getiteld The Death of Abbé Faria, te bekijken. De eerste ruimte is zo goed als leeg, op een stapel post voor Abbé Faria na. Met een aantal flinke passen sta je voor het trappetje dat je naar de tweede ruimte leidt – en dan voor een deur die er normaliter niet is. De deur is en blijft dicht. Hij zit op slot. Naar links kun je wel, het duister in. Langs een muur die er normaliter niet is, langs een raam dat geen uitzicht biedt op wat er zich achter deze muur afspeelt. Gesloten luxaflex blokkeert de blik. De hoek dan maar om, 90° rechtsom draaien: nog eens vier ramen met gesloten luxaflex. Maar bij één raam sluit de luxaflex niet naadloos aan op de onderkant van het raam. Door een kier kun je naar binnen gluren om een andere bijna lege ruimte – ditmaal op wat opgestapelde stoelen na – te ontdekken. Links een deur die uitzicht biedt op een tuin (heeft Gander net als Job Koelewijn destijds met zijn solo-tentoonstelling The World Is My Oyster bij Galerie Fons Welters, de muur opengebroken om ons te confronteren met de directe omgeving van de tentoonstellingsruimte?). En rechtuit zie je een openstaande deur die naar een andere sterk verlichte ruimte leidt, waarop de achterwand twee horizontale blauwe strepen, een kruis en tekst te onderscheiden zijn. Het is onmogelijk van deze afstand te lezen wat er staat. Ook niet als je op je knieën gaat zitten en je ogen zich op de hoogte van de kier bevinden, zodat je geen energie behoeft te verspillen aan het in een onmogelijke hoek buigen van je lichaam.

De onbereikbaarheid frustreert. De onleesbaarheid obsedeert. Ik moet en zal die tekst lezen. Maar waarom? Omdat het succes van de tentoonstelling daarvan afhangt? Misschien. Terug naar de deur, die wellicht nu van het slot is. Het spookachtige gevoel dat zulke veranderingen hier kunnen optreden – ondanks de stilte en leegte – hangt in de lucht. Maar de deur blijft dicht. Pas dan ontdek ik een andere deur die er normaliter wel is maar de bezoeker nooit uitnodigt tot gebruik. En de deur kan open – al kom je niet in de verlichte ruimte terecht. Deze deur leidt naar de keuken en in de keuken is niets te vinden dat je een stap verder brengt. A dead end. En ik blijf zoeken naar Abbé Faria.

Het doet me denken aan de op video geregistreerde zoektocht van kunstenaar Jeremy Deller (net als Rander afkomstig uit Manchester) naar Bez, Happy Mondays' extra bandlid dat geen instrument bespeelde en niet zong maar er simpelweg altijd was op het podium – in de ban van ecstasy. Bez belichaamde een tijd, een plaats, een levensstijl. Op het moment dat de feitelijke bandleden besloten Happy Mondays op te heffen en hun muziekcarrière een andere invulling te geven, verdween Bez in het niets. Deller hoopt deze mythische figuur zijn welverdiende plek in de (muziek)geschiedschrijving te geven door hem op video vast te leggen – en doet in zekere zin ook – al schittert Bez door afwezigheid. Want niet Bez, maar de bewoners van Manchester figureren in deze geweldige video. Deller vraagt hen of ze weten waar Bez is. Het feit dat bijna niemand uitleg behoeft over wie Bez is en eenieder hem bij zijn zoektocht naar deze lokale legende wil helpen, toont dat Bez voortleeft. Maar Bez laat zich niet vinden. Hij heeft fictieve proporties aangenomen.

De vraag rijst of er een overeenkomst bestaat tussen Abbé Faria en Bez. Is Abbé Faria een soortgelijke lokale legende? Een verdwenen spraakmakende figuur uit vroeger tijden? Niets in de installatie van Ryan Gander wijst daarop. Geen foto of videoportret verraadt zijn bestaan. Alleen de post doet geloven dat het om een werkelijk mens gaat, al suggereert het adres – hetzelfde als dat van Bureau Amsterdam- het tegendeel. En laat ik duidelijk zijn. Het doet er niet toe of Abbé Faria nu wel of niet heeft bestaan. (En dat geldt evenzeer voor de andere karakters Mary Aurory en Spencer Anthony, die in deze installatie een bijrol spelen- zo leert de muurtekst). Wat interessant is, is dat Gander erin slaagt de fysieke ruimte van Bureau Amsterdam te ontstijgen door een fictieve ruimte op te eisen, waarin Abbé Faria de hoofdrol speelt. Door zijn kunst letterlijk onbereikbaar en onleesbaar te maken, frustreert Gander het verwachtingspatroon van de tentoonstellingsbezoeker en manipuleert deze in een andere rol: die van Sherlock Holmes. Dat naarstige zoeken stopt dus niet bij de keukendeur. Een zwart boek op de balie met de titel Appendix en de naam Ryan Gander vraagt aandacht. En op pagina 101 vind ik de twee horizontale strepen, het kruis en de tekst van de installatie. De tekst staat op zijn kop en blijkt de oplossing van een kruiswoordpuzzel. Op de binnenkant van de achterflap staat deze oplossing nog eens groter afgedrukt. En terwijl mijn ogen over deze kruiswoorden glijden (1. Idyllic, 5. Troikas. 9. Hangman, etc.) word ik me bewust van mijn stupiditeit. Hoezo dacht ik de oplossing van het mysterie Abbé Faria (en diens dood) te kunnen vinden in één tekst?

Gander maakt het de bezoeker op ingenieuze wijze duidelijk dat het niet om het oplossen van het ‘probleem' hedendaagse kunst gaat. Dat het er niet om gaat alles te bereiken (lees: begrijpen). Door patronen te frustreren, een bepaalde logica te doorbreken in onze directe, alledaagse omgeving, doet hij je nadenken over hoe jij grip op de wereld houdt. Dat hij de wereld vanuit een rolstoel beschouwt en vaak tegen de frustratie van onbereikbaarheid (door de slecht aangepaste omgeving) aanbotst, vormt één verklaring voor zijn fascinatie met de condities van de waarneming. In Death of Abbé Faria laat hij je knielen tot op zijn gebruikelijke ooghoogte om gefrustreerd te worden in je verwachtingen. Hij hijst je in een Sherlock Holmes-kostuum om je dat vervolgens weer te doen uittrekken op het moment dat je beseft dat het achterlijk is de tentoonstelling met de criteria van Holmes te bekijken. En alsof dat nog niet voldoende is, voegt hij aan zijn installatie een geweldig boek toe, Appendix. Ik kan het een ieder aanraden.

RYAN GANDER: THE DEATH OF ABBÉ FARIA, tm 25 mei

Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, Rozenstraat 59, Amsterdam, open di tm zo 11-17