Zoektocht ingeperkt door vier muren

Anna van Leeuwen
Meschac Gaba, MARRIAGE ROOM (detail)

Je zou er in kunnen trappen. Een groot spandoek lokt bezoekers binnen in het Museum of Contemporary African Art. Het museum heeft zelfs een logo: een kaart van Afrika waarin met witte uitsparingen ‘ART’ is geschreven. Het is net echt. Museum De Paviljoens wordt tijdelijk opgeslokt door dit Museum of Contemporary African Art. Zozeer, dat zelfs de kamer van de directeur nu dienst doet als museumzaal.

Meschac Gaba’s museum is voor het eerst in zijn geheel te bewonderen; de afgelopen tien jaar presenteerde de kunstenaar de twaalf museumzalen afzonderlijk op verschillende exposities in Nederland en in het buitenland. De uit Benin afkomstige Gaba (1961) is tegelijkertijd curator, conservator en creator van het museum. Het is een onemanshow – alleen voor de museumwinkel heeft hij bevriende Afrikaanse kunstenaars uitgenodigd een bijdrage te leveren – en gezien de prestigieuze titel lijkt het zelfs een wat megalomaan project. Toch is voor Gaba een essentieel uitgangspunt dat dit museum ‘open’ is. Zo stelt hij voorop de tentoonstellingsbrochure: ‘You know, my museum of contemporary art has no walls. I want to show artists that you can show your work everywhere, you can do it on your own. You don’t need four walls to determine your place, to decide who you are.’

Om te kunnen begrijpen waarom Gaba zelf alsnog heeft gekozen voor de zeer ‘gedetermineerde’ structuur van een museum gespecialiseerd in hedendaagse Afrikaanse kunst, is het verhelderend de museumbibliotheek te bezoeken. Daar ligt een geluidssculptuur in de vorm van een houten doodskist waaraan een snoer met koptelefoon is bevestigd. Een mannenstem vertelt: ‘I have been invited to speak to you about the life of Meschac Gaba. This means I can only tell you things I know about him from the time before my death.’ De stem blijkt te spreken namens de overleden vader van Gaba. In korte anekdotes raak je vertrouwd met het verhaal van het Afrikaanse jongetje dat telkens zijn schoolboeken vol tekende. Een sleutelpassage is als Gaba in 1996 naar Nederland komt om aan de Rijksakademie te studeren. Eén van zijn drijfveren om naar Europa te gaan is dat hij wil begrijpen hoe buitenlanders naar Afrikaanse kunst kijken. Het verbaast hem dat buitenlanders in Benin Afrikaanse kunst ‘hedendaagse kunst’ noemen en tegelijkertijd vooral in traditionele Afrikaanse volkskunst handel drijven. Eenmaal in Amsterdam, is Gaba gechoqueerd dat er geen Afrikaanse kunst te zien is in instellingen voor moderne en hedendaagse kunst.

Het besef van deze clash of cultures en de shock die deze bij Gaba teweeg bracht, helpt om zijn museum te begrijpen. Het project is niet bedoeld om te stigmatiseren, of om te bepalen wat Afrikaanse hedendaagse kunst zou moeten zijn. Het museum is de verbeelding van Gaba’s voortdurende zoektocht. Dit verklaart waarom het museum zo persoonlijk is en een actieve bijdrage van de toeschouwer vraagt: in de zaal getiteld Architecture of the Museum nodigt de kunstenaar je uit om zelf te ontwerpen hoe het museum er uit zou moeten zien.

De eerste zaal van het museum, Draft Room, werd al in 1997 bij de Open Ateliers van de Rijksakademie gepresenteerd. Bezoekers konden het museum-in-wording ondersteunen door voorwerpen te kopen die zijn gemaakt van geld uit Benin. Er ligt nu een kleed onbemand op de grond, vlakbij een koffer met flashy horloges, alsof ze door een straatverkoper zijn vergeten. In dit museum wordt handel gedreven, een thema dat wordt benadrukt door de aanwezigheid van geld, overal en in vele gedaanten. Verknipte Afrikaanse bankbiljetten zijn op installaties geplakt, en in de Game Room nemen schaakstukken van euro’s het op tegen schaakstukken van dollars. Daarnaast maakte Gaba zelf bankbiljetten, waarop de hang naar het exotische van westerse kunstenaars wordt weergegeven.

Naast de uitwisseling van geld laat Gaba zien hoe muziek wordt verhandeld. In zijn Music Room toont hij verzamelcassettebandjes die op markten terecht zijn gekomen. Achterop staat netjes handgeschreven welke liedjes op kant A en kant B door de liefhebber bijeen zijn gebracht. Zelfs voor de uitwisseling van liefde is een plek in het museum. De Marriage Room toont een videoregistratie, foto’s en parafernalia van het huwelijk tussen Gaba en Alexandra van Dongen, dat in 2000 plaatsvond in het Stedelijk Museum tijdens de opening van de tentoonstelling For Real.

Het is jammer dat het Museum for Contemporary African Art veel moet teruggrijpen op performances en gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden. Het levert een redelijk statische expositie op. Zo komt de Humanist Room, een tijdelijke fietsenverhuur die in Kassel tijdens Documenta 11 in 2002 in functie was, niet tot zijn recht in de huidige setting. De zes fietsen aan een kettingslot doen eerder denken aan een fietsenstalling. Misschien is dit het nadeel van ergens vier muren omheen zetten en iets een museum noemen: dat het een beetje doods wordt. Het is aan Gaba zelf om het museum zo vaak mogelijk tot leven te wekken, opdat het inderdaad een levendig museum ‘zonder muren’ blijft. Zelfs nu het compleet is.

MUSEUM OF CONTEMPORARY AFRICAN ART & MORE
Meschac Gaba
25 april t/m 9 augustus 2009

Museum De Paviljoens
Odeonstraat 3, Almere

Meschac Gaba, MUSEUM SHOP (detail)
Meschac Gaba, DRAFT ROOM (detail)