Tekeningen-manifestatie 2000

Olav Velthuis

In Amsterdam zou het ondenkbaar zijn: een gezamenlijke tentoonstelling van galeries die wat hun artistieke programma betreft nauwelijks sporen. In Rotterdam ligt samenwerking blijkbaar minder gevoelig want voor de derde keer vindt nu een tekeningenmanifestatie plaats. Behalve het merendeel van de galeries die in de stad gevestigd zijn, nemen ook niet-commerciële instellingen als het Goethe Instituut, de Alliance Française en kunstenaarsinitiatief Het Wilde Weten deel. Geen wonder dus dat van samenhang nauwelijks sprake is; om maar eens wat uit-hoeken van de manifestatie te noemen is er kleurige, figuratieve edelkitsch uit stock te zien bij galerie van Waning (fine art since 1976), tekeningen van de Slag bij Nieuwpoort door de achttiende eeuwse Rotterdamse kunstenaar Dirk Langendijk in Historisch Museum Atlas van Stolk, neurotische Outsider Art van Jaco Cranendonk, door galerie Herenplaats tentoongesteld in de Centrale Bibliotheek, of fluorescerende computerbeelden van het Berlijnse duo Tulip, normaal te zien in het Duitse Techno clubcircuit, nu bij Mama Showroom for media and moving art.Traditionele tekeningen die draaien om de pure lijnvoering, waarin de minder coloristisch ingestelde kunstliefhebber rust vindt, of de klassieke tekening die voor zoveel kunstenaars in het verleden diende als voorstudie of onderzoekende schets, zie je op de Rotterdamse manifestatie nauwelijks terug. Sterker nog, meest opvallend is hoe weinig tekeningen er feitelijk te zien zijn. De ondertitel van de tentoonstelling, ‘Schilderingen op papier', komt wat dat betreft dichter bij de waarheid, want acryl op papier of aquarellen zijn er in overvloed. En dat terwijl de terloopse tekening het in de loop van de jaren negentig leek te willen overnemen van het grote schilderkunstige gebaar uit de jaren tachtig: schijnbaar rechtstreeks afkomstig uit het dagboek van de kunstenaar, vaak zonder pretenties met kleur-potlood op een vel A4 getekend, en nonchalant met spelden of punaises aan de wand van galerie of kunstenaarsinitiatief bevestigd.

Het dichtst in de buurt van dit genre komen nog de tekeningen die Ronald Cornelissen bij elkaar heeft gebracht in galerie Multiple XX. Cornelissen nodigde een tiental kunstenaars (elf inclusief de achtjarige Fabian Posse die de inhoudsopgave verzorgde) uit om een bijdrage te leveren aan een Wormhole, een tijdschrift voor verhaal & tekening waarvan het eerste nummer zojuist door Cornelissen werd uitgegeven.

De originelen van het eerste nummer (‘Wormhole The Movie') zijn in opzettelijke wanorde geprikt op de muur van de galerie. In de traditie van Japanse manga strips zijn de thema's veelal plat-erotisch en in cartoon-stijl getekend. Zoals bekend van eerder werk schept Elise Tak haar eigen wereld, waarin dit keer Elsa The Sardonic Vampire James Dean te lijf gaat. Haar broer, Tobias Tak, toont de uitgewerkte strip ‘Klazeena goes Polka Dotty', die in vernederlandst engels Alice in Wonderland melig navertelt. Andere kunstenaars maken zich er veel gemakkelijker vanaf, zoals Arnold Mosselmans met wat snel in elkaar gedraaide, pornografisch getinte collages, of David Bade met een onsamenhangend beeldverhaal. Net als de tekenaars in XX Multiple, lijkt ook Martijn te Winkel, die drie tekeningen exposeert in galerie Delta, de scherpe kantjes van de museale kunst af te willen halen.

De tekeningen tonen het realistisch portret van een peinzende man, die zich nauwelijks lijkt thuis te voelen in een achtergrondlandschap van vrolijk rode en gele kleuren, waarin vlinders en bloemetjes hard hun best doen om de man tot een verliefde stemming aan te zetten. In scherp contrast met deze al te pretentieloze tekeningen, koos galerie Liesbeth Lips er net als bij de vorige manifestatie voor om een gevestigde naam te brengen, dit maal in de persoon van Ger Lataster. Lataster, inmiddels tachtig jaar oud, is het abstract expressionisme altijd trouw gebleven, alhoewel de aquarellen (en een enkel werk op doek), met hun scherpe contrasten tussen kleuren als hard roze, blauw en zwart, eerder neigen naar wat men later lyrischabstract is gaan noemen. Het is daarom weinig verbazingwekkend dat sommige werken enigszins gedateerd aandoen; in zijn monochrome tekeningen in zwarte inkt, die op het snijvlak van abstractie en figuratie als een Rorschach test de verbeelding aan het werk zetten, is Lataster daarentegen op zijn sterkst.

Onbetwist hoogtepunt van de tekeningenmanifestatie is de tentoonstelling van de Duitse kunstenaar Joachim Bandau in galerie Phoebus. Sinds begin jaren tachtig legt Bandau, van oorsprong maker van minimalistische, stalen sculpturen, zich toe op het schilderen van abstracte aquarellen. Met brede penseel brengt hij verschillende lagen sterk verdunde, zwarte waterverf op papier aan, waarbij soms alleen de rafelig ingedroogde randen verraden dat verschillende grijsvlakken over elkaar zijn heen geschoven.

De toonverschillen van de vlakken kunnen daarbij uiteen lopen van transparant lichtgrijs tot diep, hermetisch zwart. Alhoewel Phoebus in het verleden verschillende tentoonstellingen met zijn aquarellen maakte, is Bandau's faam vooralsnog tot het Duitse taal-gebied beperkt gebleven. Het Akense Ludwig Museum verzorgt later dit jaar een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Hopelijk weet deze tentoonstelling daar spoedig verandering in te brengen.

De aquarellen op groot formaat (ongeveer één bij anderhalve meter) die Phoebus nu, ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan, toont, vormen een nieuwe, indrukwekkende variatie op Bandau's thema. In eerste instantie lijkt het alsof op de grijsvlakken dit maal met dun penseel harde lijnen zijn aangebracht. Nadere beschouwing leert evenwel dat deze lijnen ontstaan zijn uit de randen van verschillende horizontale dan wel verticale banen die Bandau met opperste precisie tegen elkaar aan heeft gestreken.

Als zodanig laten de aquarellen zich bekijken als ingenieuze formele experimenten; tegelijkertijd eisen de werken, die qua sfeer Mark Rothko's abstract expressionistische doeken in herinnering brengen, de contem-platieve aandacht van de beschouwer op; dezelfde aandacht als waarmee de kunstenaar ze ogenschijnlijk heeft vervaardigd. Ook de werken op kleiner formaat in de benedenruimte van de galerie, maken de intensiteit waarmee Bandau zich nu al jaren op deze aquarellen toelegt zichtbaar. Door opeen-stapeling van soms tientallen vierkante grijsvlakken, tekent zich op deze aquarellen binnen een hysterische veld van randen een donker vlak af. Als een zwart gat lijkt dit donkere vlak zowel alle kleur te hebben opzogen, als alle figuratie tot één massa te hebben verdicht. Wat overblijft is de leegte.

TEKENINGENMANIFESTATIE 2000, op 25 locaties in Rotterdam, o.a.:

Galerie Delta, Oude Binnenweg 113, t/m 2 april, wo t/m za 11.30-16 u
Galerie Liesbeth Lips, Rochussenstraat 81 a, t/m 2 april, vr t/m zo 12-17 u
Phoebus Rotterdam, Eendrachtsweg 61, t/m 2 april, wo t/m zo, 13-17 u
XX Multiple galerie, Witte de Withstraat 77, t/m 2 april, do t/m zo 12-18 u