Op het eerste gezicht is de Airmail Dress van modeontwerper Hussein Chalayan een envelop, klaar om beschreven en verstuurd te worden. Zodra je de envelop openvouwt, wordt echter duidelijk dat deze envelop geen A4’tje bevat, maar dat het een jurk is. De witte vorm die zich vanuit de envelop tot jurk ontvouwt, is niet enkel bedoeld om gedragen, maar ook om beschreven en verstuurd te worden. Chalayan laat met zijn Airmail Dress zien hoe een object op verschillende manieren gebruikt en geïnterpreteerd kan worden. Waarin de uitkomst afhankelijk is van de gebruiker, diens context en de inherente waardesystemen die van kracht zijn.
De Airmail Dress is een manifestatie van transformatie. Dit is een belangrijk thema binnen het werk van Chalayan en is op een verscheidenheid van manieren door al zijn ontwerpen heen aanwezig. Andere kenmerkende elementen uit zijn oeuvre zijn de conceptuele en intellectuele ontwerpen. Dit zijn vaak tastbare uitdrukkingen van politieke en sociale thema’s die de ontwerper persoonlijk aan het hart gaan, zoals migratie conflicten en moraliteiten. Door middel van zijn collecties zet Chalayan aan tot het reflecteren op deze thema’s en de daarbij behorende discoursen. Het werk van Chalayan toont een grote mate van ambivalentie. Deze manifesteert zich in zowel abstract artistieke expressie, als in letterlijke grenzen tussen landen en culturen. De in Londen gevestigde ontwerper groeide op op Cyprus, maar verhuisde vanwege daar heersende etnische conflicten op achtjarige leeftijd naar het Verenigd Koninkrijk. Deze ingrijpende gebeurtenis is een belangrijk thema in het ontwerp van de Airmail Dress. Door deze persoonlijke ervaring te verwerken in zijn ontwerp maakt Chalayan een politiek geladen statement over onderdrukking, bezetting en separatie. Deze gelaagdheid van betekenissen zullen vanuit materieel en immaterieel perspectief besproken worden, om zo de ideologische boodschappen binnen dit ontwerp te ontleden.
Op materieel niveau onthult de Airmail Dress onverwachte elementen, het gaat namelijk niet om papier, maar het synthetische materiaal Tyvek. Tyvek lijkt ogenschijnlijk veel op papier en is gemakkelijk te beschrijven, te bedrukken en is zeer knipbaar. Het leent zich zodoende uitermate goed als vervanging van zowel papier als textiel en wordt veelal gebruikt voor industriële beschermkleding. Wanneer de Airmail Dress uitgevouwen wordt tot jurk, blijft de envelop zelf functioneren als korte sleep. De randen van de envelop zijn door middel van een zeefdruktechniek omlijnd met diagonale rode en blauwe strepen. Daarnaast is geheel naar gebruikelijke air mail-etiquette het stempel ‘by airmail / par avion’ in de linkerbovenhoek geplaatst. Deze grafische elementen zijn directe verwijzingen naar de luchtpost en naar de diepere laag van het ontwerp. Alle luchtpostenveloppen zijn van een diagonale of chevron rand voorzien die elk uniek is voor het land waar die vandaan komt, waarbij het meest opvallende verschil zit in de kleuren van de lijnen en punthaken. Deze kleuren komen overeen met de kleuren van de vlag van een specifiek land. Zo zijn de rode en blauwe lijnen een symbolische verwijzing naar de nationale vlag van het Verenigd Koninkrijk, en niet Chalayans land van herkomst Cyprus (deze bevat de de kleuren koper, oranje en olijfgroen). Opmerkelijk is dat bij de creatie van de vlag van Cyprus in 1960, in navolging van de vergaarde onafhankelijkheid, rood en blauw de enige twee uitgesloten kleuren waren.
Het kleurgebruik is een ambigu en paradoxaal element in de Airmail Dress. Het gebruik van blauw en rood geeft aan waar Chalayan zich ten tijde van het creatieve proces geografisch bevond en geeft zodoende een diepere context aan de boodschap die hij uitzendt, in letterlijke en abstracte vorm. Het feit dat het ontwerp ‘Airmail’ is, duidt aan dat het om een communicatiestroom tussen twee mensen gaat die door grenzen van elkaar verwijderd zijn. De jurk is gebaseerd op de brieven die Chalayan als kind aan zijn moeder schreef nadat hij zijn thuis door politieke conflicten moest verlaten. Het vertelt een verhaal van een verscheurde familie die door middel van brieven een emotionele verbintenis creëert.
Dit persoonlijke verhaal was het vertrekpunt voor het ontwerp. De jurk werd verkocht met aanwijzingen voor de vouwwijze en instructies die personalisatie van het ontwerp sterk aanmoedigen. Door bijvoorbeeld op de jurk te schrijven, te tekenen, of de jurk van andere inscripties te voorzien. De Airmail Dress toont hoe zowel het concept van het kledingstuk als de brief twee zeer persoonlijke objecten zijn die diepe emotionele gevoelens met zich meedragen. Beide zijn, zoals Chalayan zelf stelt, ‘Een manifestatie van een cyclisch scenario, waarbij mensen reageren op kleding en het eindresultaat’. Dit betekent dat de jurk, zoals ontworpen door Chalayan, niet als eindproduct beschouwd kan worden. De boodschappen die de verzender aan de jurk toevoegt, zijn hierin de laatste stap van het ontwerpproces en maken van de afzender zo automatisch ook een medeontwerper.
De Airmail Dress biedt ruimte om creatieve en emotionele expressies te kunnen uiten. Deze persoonlijke toevoegingen zijn een waardevolle esthetische toevoeging aan het object, en resulteren in een nieuw en gepersonaliseerd ontwerp. Op deze manier maakt Chalayan de gebruiker een integraal onderdeel van het ontwerpproces, waarin hij logischerwijs te kennen geeft dat het ontwerp, zoals door hem aangeleverd, nog niet compleet is. Het is een open uitnodiging van Chalayan naar de gebruiker toe om in zijn creatieproces deel te nemen. Zo transformeert niet alleen de envelop van het ene object naar het andere, maar ook de gebruiker, van passieve drager naar actieve medecreator. Chalayan claimt op deze manier geen artistiek alleenrecht maar geeft een kans aan de gebruiker om deel te nemen in het proces. Zodoende beschikt de gebruiker over grote mate van agency, niet alleen over de eindbestemming, maar ook in welke visuele status dit zal zijn.
Niet alleen voor de zender van de Airmail Dress is dit een interactief proces, ook vergt deze toewijding van de ontvanger. Deze kan namelijk niet enkel op emotioneel, maar ook op een tastbaar niveau contact maken met de ander. Dit ontwerp als brief, maar evengoed als kledingstuk, stelt de ontvanger namelijk in staat de berichten van diens familie, vrienden of geliefde op het lichaam met zich mee te dragen, ongeacht waar zij zich op dat moment in de wereld bevinden. Het is in essentie een communicatie-instrument waarin zowel het begrip ‘brief’ en ‘kledingstuk’ als kanaal fungeren waarin de gebruiker volledige zeggenschap heeft over de daadwerkelijke inhoud ervan.
Aanvankelijk was het plan om de jurk in samenwerking met het verpakkingsbedrijf Artomatic aan een breed publiek te kunnen aanbieden, Chalayan; “I’d love to see what happens to it on a journey through the post. It’s like sending a shadow of yourself.” Het is hier echter nooit van gekomen en heeft de productie uiteindelijk geresulteerd in een oplage van slechts tweehonderd stuks. Deze gelimiteerde oplage maakte het tot een waar verzamelobject, en is zodoende niet vaak als gebruiksobject gezien. Verschillende veilinghuizen bieden de Airmail Dress graag aan, wat resulteert in biedingen tussen de 7000 en 9000 GBP. Een beperkt aantal was exclusief verkrijgbaar via de webshop van het Victoria and Albert Museum in Londen voor 170 GBP. Tegenwoordig bereikt de Airmail Dress alleen in musea nog een groot publiek. Zo maakt de jurk onder andere deel uit van de permanente Fashion & Textiles collectie van het National Museum Scotland, waar het momenteel ook tentoongesteld staat. Daarnaast was de jurk ook tijdelijk te zien in het V&A, Musée des Arts Decoratifs in Parijs en het Metropolitan Museum of Art in New York.
Ondanks het feit de Airmail Dress inmiddels al meer dan twintig jaar oud is, is de jurk nog steeds relevant. De rijke conceptuele en geladen ideologische aspecten van dit ontwerp bieden nieuwe manieren om het in een hedendaagse setting te interpreteren. De envelop heeft als gebruiksvoorwerp doorgaans een kortstondig bestaan, het is een zogenoemd ephemeral object; iets dat bedoeld is om eenmalig of voor zeer korte tijd gebruikt te worden. In het verlengde hiervan zou men zich kunnen afvragen of mode vandaag de dag ook niet een ephemeral object is geworden. De Airmail Dress zou binnen de hedendaagse consumptiemaatschappij geïnterpreteerd kunnen worden als protest tegen de hyperconsumptie en de ingebedde wegwerpmentaliteit. Zo lijkt de envelop ogenschijnlijk ready-to-post, enkel nog een adres en postzegel erop en het is klaar is om verstuurd te worden. Dit proces van argeloos met materiaal omgaan is op een symbolisch niveau vergelijkbaar met dat van de manier waarop men met kleding omgaat; het product is beschikbaar, zonder dat je enige kennis van het productieproces of de omstandigheden hoeft te hebben, klaar om te kopen, van het prijskaartje te ontdoen en te dragen. Jammer genoeg leert de praktijk ons dat de envelop en het kledingstuk evenveel gebruikt worden: één keer gepost, één keer gedragen.
De brief en de jurk worden zowel als wegwerpproduct én als object met grote emotionele waarde beschouwd. Zo kan een brief als het hart van de envelop beschouwd worden, en waar de brief vaak gekoesterd en met uiterste zorg bewaard wordt. Men gooit over het algemeen de envelop zonder erbij stil te staan weg. De Airmail Dress als uitgevouwen jurkvorm is er een die, in theorie, keer op keer opnieuw geproduceerd kan worden op identieke wijze. Maar de jurk beschreven met verhalen en berichten gaat over persoonlijke relaties en herinneren.
De Airmail Dress gaat over het gesprek tussen object en gebruik; is het een brief of een kledingstuk? Een object om te gebruiken of te koesteren? Wat duidelijk is, is dat de Airmail Dress een materiële manifestatie is, waarin een spanningsveld tussen locatie en bestemming gecreëerd wordt, tussen verstuurder en ontvanger en hoe deze door emotionele verbindingen en sociale netwerken gewaarborgd en versterkt worden. De Airmail Dress demonstreert een hoge mate van personalisatie door middel van geschreven teksten, verhalen, anekdotes, herinneringen en tekeningen. Daarnaast is er een boodschap op metaniveau te ontdekken, namelijk die van de mode aan haar dragers, gericht aan ons allemaal. Er wordt een gesprek aangegaan over objecten en hun waarden. Zijn deze er enkel voor ons gemak en eenmalig gebruik of betreffen ze een emotioneel artefact dat met grote zorg bewaard moet worden?
Karmen Samson is autonoom modeonderzoeker en -beoefenaar via haar onderzoekspraktijk As of Nū en studeert Master Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam.