Emmanuelle Antille

Hans den Hartog Jager

De ware voyeur krijgt zijn beelden liever niet cadeau. Het liefst ziet hij zijn object van begeerte door een sleutelgat of een scheur in de luxaflex, zodat die zich in een ander universum lijkt te bevinden dan hij – dat schept afstand en legitimeert het turen. De Zwitserse kunstenares Emmanuelle Antille (1972) lijkt er vanuit te gaan dat in iedere kunstkijker ook zo’n voyeur schuilt. De meeste video’s die ze bij galerie Akinci in Amsterdam laat zien, proberen de suggestie te wekken dat ze stiekem zijn gefilmd. Het beste voorbeeld daarvan zijn de drie ‘bewakingsmonitoren’ die meteen na de ingang van de galerie aan de muur hangen. De beelden daarop zijn grijs en wazig en tonen wisselende doorkijkjes in een verlaten villa – de woonkamer, het balkon, de eetkamer, de gang.

Af en toe flitst daar plotseling een haarscherp beeld tussendoor van een instrument van verleiding – een paar roodgelakte nagels, een oranje sjaal die een arm vastbindt of een gesp die wordt aangetrokken, alsof je als toeschouwer even een blik mag werpen op de gebeurtenissen die zich achter het oog van de camera afspelen. En daardoor blijf je kijken, hoe banaal het trucje ook is, al is het maar omdat de beelden zo snel voorbij trekken dat je telkens niet zeker weet of je ze wel goed gezien hebt. Het werk is een onderdeel van Antille’s installatie Reflecting Home, die in totaal uit vijf video’s bestaat. Twee daarvan spelen zich af in het huis waar de ‘monitoren’ hangen. Op de ene zien we, schijnbaar in de schemering gefilmd, een meisje zachtjes op een tafel dansen, op de ander zien we haar, gekleed in een fel-rode jurk reiken naar een tak van de boom die naast het balkon staat. Diezelfde combinatie van rood en groen komt terug in een video waarop een hand felrode aalbessen tussen een aantal graspollen neerlegt en weer weghaalt. Ook hier weer vage sensuele associaties: de glanzende rode bessen worden zachtjes gemasseerd, de vingers glanzen en de toeschouwer mag zijn eigen conclusies trekken. Dat is ook meteen het bezwaar tegen het werk van Antille. Ze maakt aansprekende beelden, ze lokt de toeschouwer met gemak haar universum in, maar als die voor haar gevallen is merkt hij dat haar repertoire niet veel verder reikt dan vernuftige verleidingstechnieken – wat je mist is wat reflectie op die verleiding, wat afstand. Niet voor niets is de video waarnaar je het langste blijft kijken net een reclamespot, daarin heeft de verleiding tenminste een doel. Het beeld is gevuld met een paar roodgeverfde lippen waarachter nog net twee witte boventanden zijn te zien. Uit de mond golft rook, alsof de vrouw buiten beeld een stevige haal van een sigaret heeft genomen – maar het houdt niet meer op. De rook blijft naar buiten dampen, wordt zachtjes weer naar binnen gezogen en weer naar buiten, in telkens andere kringels en golven en structuren. En langzaam veranderen in gedachten die rode lippen in de mond van een schoorsteen, een roodgeverfde uitlaatpijp. Hoe was die slogan ook alweer – roken moet mogen?

REFLECTING HOME, Emmanuelle Antille, t/m 17 april

Galerie Akinci, Lijnbaansgracht 317, Amsterdam