Daniela de Paulis noemt ze live performances, de momenten waarop zij radiogolven de ruimte instuurt die door de maan worden teruggekaatst. De maan weerspiegelt haar berichten zoals woorden naar boven terugkaatsen zodra zij de bodem van een put bereiken. De echo’s die De Paulis van de maan ontvangt worden opgevangen door radio-amateurs over de hele wereld en met speciale apparatuur vertaald naar een beeld. Eén zo’n beeld is te zien op de muur van Bradwolff Projects in Amsterdam. De videoprojectie Writing on the Moon (2014) vormt samen met Paula Albuquerque’s videodrieluik On Screen Débris (2014) een tentoonstelling op het snijvlak tussen kunst en technologie.
Writing on the Moon is een diepblauwe videoprojectie vol beeldruis, waarin witte letters in verticale richting voorbijkomen. Om dit werk te maken koos De Paulis enkele woorden uit The Distance of the Moon – een hoofdstuk uit Italo Calvino’s boek Cosmicomics – en stuurde ze naar de maan. Met dit werk laat De Paulis de kleine verspringingen zien die optreden als informatie via een verre satelliet als de maan wordt verstuurd. De woorden in de video zijn nog steeds de woorden van Calvino, maar legden 800.000 kilometer af om ons te bereiken. Een omslachtig proces, dat vooral dient om de toeschouwer het gevoel te geven dat hij verbinding kan maken met de maan. Dat gevoel wordt versterkt door het indringende geluid in de ruimte, dat een beetje doet denken aan een modem dat verbinding zoekt met internet. Maar met wie zoekt De Paulis eigenlijk verbinding?
De woorden in Writing on the Moon worden langzaam leesbaar. De boodschap is niet bedoeld voor de maan, het is aan mij om te interpreteren wat de witte letters betekenen. Ik heb geen idee hoe je van geluidsgolven een bewegend beeld maakt. Ik kan niet controleren of de projectie van De Paulis precies weergeeft wat door de maan is gereflecteerd. Ik zou dat ook niet willen. Het is juist te prijzen dat er in deze tentoonstelling geen kloppende experimenten worden uitgevoerd. De technologie wordt door De Paulis subtiel ingezet om tot intrigerende en poëtische beelden te komen.
Toch wordt er ook argwanend naar haar onderzoek gekeken. Sommige mensen beweren dat De Paulis met haar zogenaamde ‘maanstuitingen’ contact kan maken met buitenaards leven dat ons potentieel bedreigt. Haar signaal zou wel eens onderschept kunnen worden in het heelal. Maar De Paulis laat zich niet afschrikken en speelt in Writing on the Moon juist met die angst voor het onbekende. Het werk gaat over technologisch heil en onheil, voor mij persoonlijk samengebald in de ondraaglijke gedachte dat buitenaardse wezens de woorden van Italo Calvino kunnen zien terwijl de kunstcontext hen volledig ontgaat.
Waar De Paulis technologie gebruikt om nieuwe poëtische beelden te produceren, toont Paula Albuquerque de cinematografische kwaliteit van bestaande beelden van beveiligingscamera’s. Voor haar videowerk On Screen Débris verknipte Albuquerque de beveiligingsbeelden die in 2013 tijdens de marathonaanslagen in Boston werden gemaakt. Het werk bestaat uit drie videoschermen die op ooghoogte in de rechtervleugel van de ruimte zijn gehangen. Op de schermen is een videoloop te zien die sferisch is gemonteerd en gepaard gaat met zelf gecomponeerde achtergrondgeluiden. In de film worden gezichten vluchtig in beeld gebracht, afgewisseld door momenten waarop er enkel stoeptegels te zien zijn. Door de beelden heel precies bij te snijden demonstreert Albuquerque dat iedere persoon verdacht kan zijn, afhankelijk van de context. De mensen die ik te zien krijg zijn digitaal afval van het politieonderzoek. Zij werden door beveiligingscamera’s vastgelegd terwijl zij hun telefoon pakten, een hand in hun tas staken of zich op de één of andere manier bewogen. On Screen Débris is daarmee een indringend portret van de groep die niet in verband werd gebracht met de aanslagen, maar die door de beveiligingscamera’s het onderzoek werd ingezogen.
Er zijn mensen die geloven dat de bomaanslagen in scène werden gezet door de Amerikaanse overheid om de bevolking angst in te boezemen. Omstanders zouden acteurs of overheidsagenten zijn die een rol speelden in een georkestreerd incident. In haar montage en beeldend ritme daagt Albuquerque ons uit om op zoek te gaan naar zulke patronen. Wat betekenen die handgebaren? Wordt er in geheimtaal gecommuniceerd? Ik voel me heel even een rechercheur die steeds de beveiligingsbeelden opnieuw start, op zoek naar een aanwijzing. Maar de kracht van dit werk schuilt in het filmische rumoer en vakkundig knipwerk waarmee Albuquerque me weet over te halen om juist de cinematografische kwaliteit te zien van dit schijnbaar toevallige tafereel. De angst voor het onbekende kan hier zomaar omslaan in esthetiek.
Hoe weet je wat waar is? Albuquerque en De Paulis trekken met hun werken de feitelijke kant van technologie in twijfel. Precarious Aesthetics biedt de toeschouwer veel ruimte om de schoonheid te zien van het door de kunstenaars toegeëigende materiaal. Tegelijkertijd lukt het de kunstenaars om de schaduwkant van technologie te laten zien. Die wisselwerking is prettig en geeft aan dat er niet één juiste manier is om de maanstuitingen en beveiligingsbeelden te interpreteren, maar dat hun betekenis afhangt van wie er naar kijkt. Niet anders dan de lichte en donkere kant van de maan die wij nooit tegelijkertijd kunnen zien.