Wil de ware portret-fotograaf nu opstaan?! PRIVATE

Frank van der Stok

De laatste jaren is er een duidelijke toenadering waarneembaar van de toegepaste fotografie richting autonome fotografie en vice versa. Reclamejongens, grafisch vormgevers en vooral redacteuren van de betere glossy’s in binnen- en buitenland omarmen de beeldende kunstgeoriënteerde fotografie en curatoren en galeristen lopen weg met fotoseries, die in het schemergebied tussen mode, reclame en kunst zijn ontstaan – iets wat een aantal jaren geleden nog ondenkbaar was. Dit alles speelt zich vooral af op het vlak van de portretfotografie.

Mijn opvattingen over portret-fotografie zijn eveneens verruimd. Nog niet zo lang geleden verkeerde ik in de naïeve veronderstelling dat een goede, klassieke portretfoto toch vooral zou bestaan bij de gratie van een rake typering van de geportretteerde. Daar hoeft een herkenbare fotografische stijl of zienswijze van de fotograaf in principe niets aan af te doen, althans zolang deze maar niet de overhand neemt en dus alle aandacht voor zich opeist. Op de eerste plaats zou het toch ook moeten gaan om een document dat op zijn minst de persoonlijkheid van de geportret-teerde weerspiegelt. Op de één of andere manier wordt deze manier van werken in verband gebracht met een integere werkwijze. Annaleen Louwes bijvoorbeeld (zie haar portrettengalerij bij de Paviljoens in Almere) benadrukt vooral het individuele voorkomen, de eigenheid van de mensen die zij fotografeert. Hoewel in dit geval deze mensen tegelijkertijd als een soort iconen model staan voor de maatschappelijke rol die zij vervullen, laat zij hen volledig in hun waarde. Louwes geeft hen identiteit, waardoor zij minder een beeld van zichzelf schept dan van anderen. Maar hoe anders kan het zijn?! De als duo operende Anuschka Blommers en Niels Schumm (te zien bij Torch) werken vanuit een haast tegengesteld perspectief. Zij zoeken geen uitgesproken persoonlijkheden, maar casten modellen (soms vrienden, familie of kennissen), die zij vervolgens een nieuwe, haast onwerkelijke identiteit aanmeten door gebruik te maken van stijl-middelen die ontleend zijn aan de modewereld, zoals styling, visagie en een harde manier van uitlichten. Hun handelsmerk bestaat eigenlijk uit deze ver doorgevoerde maakbaar-heid van het portret. Blommers en Schumm opereren als regisseurs die hun acteurs een van tevoren uitgeschreven rol laten aannemen. Zij zorgen ervoor dat de individuele expressie wordt uitgevlakt en laten de styling en visagie een sterke stempel op het geheel drukken.

De toegevoegde waarde onstaat o.a. door aan het beeld elementen toe te voegen, die bijdragen aan een vervreemdend effect, zoals een volumineuze pruik voor het model of een fel gekleurde achtergrond. Het portretteren is bij Blommers en Schumm een hypergestyleerde vormtechnische aangelegenheid geworden. Alles lijkt bepaald te worden in het ‘voortraject’ en de foto zelf is uiteindelijk de volmaakte uitvoering van het geregisseerde. Het portret verwijst nauwelijks meer naar de identiteit van de geportretteerde, maar eerder naar die van de verschillende makers.Geen wonder dat hun foto’s het in beide parallelle circuits goed doen. De modische stijlmiddelen zijn toegetreden tot het domein der autonome kunstfotografie en doen het beter dan ooit in de glossy’s.

ANUSCHKA BLOMMERS EN NIELS SCHUMM, t/m 2 oktober

Torch Gallery, Lauriergracht 94, Amsterdam, do t/m za 14-18 uur, tel. 020-6260284

ANNELEEN LOUWES, t/m 17 oktober

ACHK- De Paviljoens, Odeonstraat 5, Almere, di t/m zo 12-17 uur, tel. 036-5450400