Hondenshow

Pia Louwerens
Emily Kocken, LEFT AGAIN/LEFT AGAIN (2015) foto: Jhoeko

In de expositie Come Go Stay in West Den Haag staat één voorstelling centraal: een vrouw met een poedel. De poedel wordt belichaamd door de veelbekroonde, zeer intelligente Silas. De hond heeft prachtige bruine krulletjes en een bloot geschoren fluwelen achterwerk. De vrouw is in dit geval kunstenaar Emily Kocken, die de poedel lijkt te imiteren met een bruine krulletjes-pruik, een nette blouse en een ‘huidkleurige’ (onder)broek, panty en schoenen. Voor de performance Left Again/ Left Again (2015) heeft Kocken het gedicht Sacred Emily van schrijfster Gertrude Stein (1874 – 1946) bewerkt tot commando’s voor een hond. In het midden van de expositieruimte staat een licht oranje decorstuk, een hondenpodium. Het publiek wordt voor één muur gepositioneerd. Kocken laat Silas op en rond het podium in een hoog tempo de commando’s uitvoeren. Deze vindt het iets te spannend, en stapt wegens concentratieproblemen een keer van het podium. Halverwege draagt Kocken een stuk tekst voor, de hond snapt er nu niets meer van. De opstelling lijkt een hondenshow, maar dan vetter aangezet – zowel in beweging als in make-up. Net als in een echte hondenshow is de hond een decorstuk, gebruikt voor zijn esthetische kwaliteiten.

Kocken heeft een bijzonder interessant oeuvre, onder meer bestaande uit haar intelligente debuutroman Witte Vlag uit 2013, waarin een stervende hond als katalysator dient voor het aftakelende huwelijk van de hoofdpersoon. De zwijgzame aanwezigheid van de hond (levend object, noemt Kocken Silas op haar website) is niet echt een personage, maar dient als projectiescherm voor relatieproblemen. Dit doet denken aan de documentaire film Tierische Liebe (1996) van Ulrich Seidl waarin misschien wel de meest extreme voorbeelden van dierenliefde centraal staan. Een verlaten man knuffelt zijn mopshond. In een andere scene knuffelt zijn ex-vrouw diezelfde mopshond. Niet-aflatend fluisteren ze het knorrende beest de meest intieme dingen toe: ‘ja wat moet papa als jij er niet bent he, dan zit hij weer de hele dag in het café te drinken en op de gokmachines’ en ‘we zijn helemaal alleen want mama heeft ons verlaten, nu zijn we met z’n tweetjes’.

In het boek Imperativo! Canino e femina wat Kocken voor de expositie geschreven heeft, dient de hond ook als instrument, maar nu om nader tot de lezer te komen. Deze wordt regelmatig direct aangesproken, als performer: ‘while watching your jumping choreography please have a standard poodle with the hair color “apricot” watch you watch the video‘, en als geïnteresseerde: ‘Jullie vragen je af hoe ‘het zit’ met het trainen van een poedel.” De tekst is doorspekt met performance-instructies en scripts, en is geïndexeerd in categorieën als ‘Stein-o-logy’, ‘Femina Imperative’ en ‘Hybrid Community’. Ook wisselt ze steeds tussen talen, het Engelse stuk waarin het Nederlandse woord ‘dekreu’ steeds wordt toegepast is illustratief voor haar subtiele en komische taalgevoel. In Imperativo! Canino e femina lukt het Kocken de focus op het ene beeld van vrouw en poedel los te laten en een veelheid aan beelden op te roepen.

Vanaf het begin af aan was het duidelijk dat de omgang tussen mens en hond centraal staat in Come-Go-Stay, maar toch ontbreekt in deze relatie juist een zekere noodzaak of intentie. Bij Kocken speelt de hond de rol van decorstuk, projectiescherm of instrument, niet bepaald die van een volwaardige tegenspeler. Dit kan werken, bijvoorbeeld in Imperativo! Canino e femina waarin Kocken de hond gebruikt als beginpunt voor een talig onderzoek. Zodra de hond echter zelf aanwezig is, zoals in de performance, wordt het duidelijk in hoeverre zij de mens-hond relatie ontkracht door zich alleen op het publiek te richten. Datzelfde publiek vindt haar handelen vervolgens ongeloofwaardig aangezien ze haar eigen onderwerp, hoe vaak het ook in beeld is, uit het oog lijkt te verliezen.

In de 6-kanaals video-installatie Come-Go-Stay I – VI (2015) komt dit ook naar voren. In deze video’s van ongeveer drie minuten zien we Kocken en de poedel in het wild: op het strand. De beelden zijn fel en regelmatig belicht, en in slow-motion. Kocken maakt gebruik van video-transities waarin je het ene beeld nog ziet terwijl het volgende er alweer overheen komt, wat het onhandig en komisch maakt. In haar ‘hondenkostuum’ wat ze ook droeg tijdens de performance verhoudt ze zich op allemaal manieren tot de poedel, maar vooral tot de camera. Yoga eindigt in de beweging die een hond maakt als hij plast, Kocken en de hond drinken uit het gouden drinkbakje, Kocken speelt in het zeewater. Ze is op allerlei grappige manieren de verschillen en overeenkomsten tussen haar en de poedel aan het showen, die zich daar uiteraard niet bewust van is. Ze lijkt zowel de performance, het onderwerp als zelfs haar relatie tot de hond ironisch te behandelen. Op het moment dat ze haar onderwerp niet meer serieus neemt, doe ik dat ook niet meer.

Emily Kocken, Imperativo! Canino e femina, foto: Jhoeko
Emily Kocken, COME-GO-STAY I - VI (2015), Jhoeko
Emily Kocken, COME-GO-STAY I - VI (2015), Jhoeko