Publiek als bijzaak in de hedendaagse performance

Laureline van den Heuvel

Performancekunst maakt gebruik van het lichaam als medium. Meestal bestaat een performance uit een eenmalige handeling of opvoering voor een publiek. Dat de term ondertussen meer behelst, is te zien op de tentoonstelling Resonance in Montevideo, Nederlands Instituut voor Mediakunst.

Performance vraagt een oplettende en actieve houding van de kijker. Een tentoonstelling is over het algemeen een aantal maanden te bezichtigen. Een performance is meestal een eenmalige gebeurtenis. Het is dus van belang om in de gaten te houden wie waar wanneer een performance houdt. Want natuurlijk moet je erbij geweest zijn. Of toch niet? In het huidige tijdperk heeft er in de performancekunst een verwijdering plaatsgevonden van het lichaam als medium naar een film óver het lichaam als medium. Lichamelijk aanwezig zijn is voor de kijker geen directe noodzaak meer. De bezoeker kan nu kijken naar een registratie van de performance, van een live element is in het getoonde werk nauwelijks meer sprake.

Deze verwijdering is op de tentoonstelling onder andere te zien in het werk My Heart is Broken (2003) van Franko B. De kunstenaar mengt in deze video alledaagse beelden die dienen als inspiratiebron met opnames van eerder opgevoerde performances. Door deze mix gunt de kunstenaar ons een blik in zijn werkproces. De verzameling beelden is zeer divers. Het werk bestaat uit zowel bewegende beelden als stills. Mens-staddier- straat-trap-hek-poster-nummerlandschap- sex-boot-atelier. Eigenlijk wordt alles getoond. Maar wat is dit nu? Is dit nog een performance te noemen? De film zou niet misstaan op een tentoonstelling over hedendaagse videokunst. Connotations- Performance Images 1994–1998 van de Britse kunstenares Hailey Newman bekijkt de grens tussen performance en documentaire in nota bene een serie foto’s. Het zijn opnames van bedachte performances. Er is geen publiek bij aanwezig geweest, slechts een fotograaf. Deze zag de opvoering zelf ook niet live, maar registreerde de scène door de lens van de camera. Wat te denken van de video Ball (2003) van Yael Davids. Een kind zit vast in een gekleurde opblaasbal. Enkel haar hoofd en benen zijn te zien. Ze probeert te staan, maar rolt steeds om. De film toont geen zichtbaar publiek. Het meisje is zich wel bewust van een toeschouwer. Tijdens het rollen kijkt ze regelmatig in de camera. Echt contact is het echter niet te noemen.

Afgezien van de vijf performances die als ondersteuning van de tentoonstelling op verschillende locaties te zien zijn, is er weinig live te beleven. Dat een tentoonstelling over hedendaagse performancekunst plaatsvindt in een instituut voor mediakunst is wat dat betreft al veelzeggend. Huidige performancekunst zoekt de grenzen op van het genre. Het is een gunstige ontwikkeling dat, hoewel er ook nog traditionele performances gemaakt worden, er ook verder gekeken wordt. Zo blijft een medium immers in beweging. Wat minder gunstig is, is de richting waarheen. Als kunst een signaalfunctie heeft ten opzichte van de ontwikkelingen in de maatschappij, dan is het belang van publiek bij het maken van kunst ondergesneeuwd geraakt in een cultuur die enkel op het beeld is gericht.

RESONANCE. HEDENDAAGSE PERFORMANCE KUNST, t/m 5 juni 2005

Nederlands Instituut voor de Mediakunst Montevideo/Time Based Arts, Keizersgracht 264, Amsterdam, di t/m za en 1ste zo v/d mnd 13–18