Nostalgie naar een verzonnen tijd

Sandra Smets
Peter Buggenhout, SECOND STRIKE 2 (TILBURG PIECE) (2013). Courtesy van de kunstenaar, Fundament Foundation, Konrad Fischer, Düsseldorf en Laurent Gaudin, Paris

Wat een haast hadden kunstenaars een eeuw geleden. Hunke­rend naar de toekomst, steden, robots en vernieuwing, wilden ze zo snel mogelijk afrekenen met het verleden. De tijd moest sneller. Sommige avant­gardisten wilden het liefst musea bombarderen, weg met die oude meuk. Nu, een eeuw later, is de kijk op tijd veranderd. Nostalgie is in, ook in de kunst.  

De tentoonstelling Slow Burn in de vroegere loco­motiefhal in Tilburg begint zelfs met een klok die stilstaat in de videoprojectie van Jorge Macchi: daar blijven de wijzers voor altijd op negen voor elf staan. De tijd gevangen. Met dit openingsbeeld is de toon gezet. De groepstentoonstelling Slow Burn gaat over tijd en entropie. Curator Chris Driessen nodigde veertien kunstenaars uit wiens werk verwijst naar verval en transformaties, zoals een oplegger met slooppuin door Peter Buggenhout – woest sculpturaal – of de glanzende animatie van Saskia Olde Wolbers waar paarse fantasiebloemen druipen uit een olieachtige substantie, afgewisseld met jadegroene droom­beelden van tempels uit een nooit bestaand verleden. Deze weemoedige pracht deelt ze met Thomas Léons animatie van een spookachtige metropool met een oude loods, bijna zoals de in onbruik geraakte locomotiefhal waar de tentoon­ stelling wordt gehouden. 

Dat levert een mooie samenhangende tentoonstelling op die je met een snik laat verzuchten over het verglijden van de tijd, zelfs al zijn de vroegere tijden in deze kunst vooral ver­zonnen. Er zit ook een speldenprik in het thema, deze hal in de voormalige spoorzone moet een nieuwe bestemming krijgen en het persbericht van de tentoonstelling hekelt daarbij de traag­heid van politici en belanghebbende partijen. Die traagheid vertalen ze als een slow burn. Al betekent die kritiek niet dat de organisatie, Fundament Foundation, met deze tentoonstelling een voorstel doet voor een permanente culturele invulling van dit gebied. Helaas. De tentoonstelling benadrukt het belang van het verleden, maar de toekomst wordt net zo reëel, traag of niet. In dit provisorische decor van rust en roest wordt de tijdelijkheid van deze expositie over de tijd wrang benadrukt. Dat geldt ook voor het hoogtepunt van de expositie, een in­stallatie van Žilvinas Kempinas die linten uit videobanden laat wapperen in een van de industriële zijruimtes. Twee lange rijen ventilatoren laten de linten feeëriek dansen door de ruimte, groots en meeslepend, zoals gefantaseerde verledens dat ook vaak zijn. Tegelijk is dit tijdelijkheid in optima forma, zet je de ventilatoren uit dan is het kunstwerk onmiddellijk verdwenen.  

Eén kunstwerk ontbrak aan de vooravond van de opening in april, een installatie van Tarek Zaki. Deze was achtergehouden door de Egyptische douane, die voorzichtig is geworden sinds het land vanaf de Napoleontische tijd van veel kunstschatten is beroofd. Zaki’s installatie bestaat uit objecten van steen en van polyester, geen heel oudheidkundige objecten. Wellicht trof hij een poëtisch aangelegde douanier met een artistieke sensitiviteit voor Zaki’s concept dat ook eigentijdse materialen verledens met zich mee kunnen dragen. Na omwegen, een brief van het geologisch museum, oponthoud bij de Rotterdamse douane, is het werk vrijgegeven. Eigenlijk, achteraf gezien, is die ontstane vertraging een mooie aanvulling op het tentoonstellingsthema. 

Žilvinas Kempinas, LIVE TRANSMISSION (2011-2013) Courtesy van de kunstenaar, Fundament Foundation, Yvon Lambert, Paris en Galerija Vartai, Vilnius
Tarek Zaki, THE TEN THOUSAND THINGS (THESE THINGS TAKE TIME) (2013) Courtesy van de kunstenaar en Fundament Foundation