In de periferie #4: Vanzelfsprekende en ondoorgrondelijke natuur

Anja Bijl
Elsa Hartjesveld, z.t., 2017. Foto: Galerie Lutz

In Galerie Lutz werd eerder werk van zowel Lidy Jacobs, Elsa Hartjesveld als Saskia Admiraal tentoongesteld. Met name Hartjesveld en Jacobs kennen elk een lange samenwerking met galeriehouder Will Lutz. In de huidige tentoonstelling, Meta Natura, wordt werk van deze drie kunstenaars echter voor het eerst samen getoond.

Wat opvalt als ik binnen kom zijn de vele kleine werken verspreid over de ruimte. Bustes van Jacobs staan gepresenteerd op kleine sokkels vooraan in de ruimte met daarnaast teken- en schilderwerk van Hartjesveld. De tegenoverliggende wand is gevuld met gekleurde balpentekeningen van Admiraal. In Meta Natura kijken de kunstenaars voorbij de direct zichtbare natuur. Hun benaderingswijzen lopen uiteen, maar alle werken zijn met zorgvuldigheid en aandacht voor detail gemaakt.

De tekeningen van Admiraal zijn opgebouwd uit oneindig veel pennestreekjes, die bomen en bergen, abstracte vormen of zelfportretten vormen. Ze weet met balpen een verrassend zacht effect te bereiken. Sommige tekeningen zijn gemaakt in verschillende kleuren, andere in één kleur. Alle beeldelementen zijn opgebouwd uit zorgvuldig naast elkaar gezette lijntjes en vooral de monochrome werken vragen een aandachtige blik van de kijker. Ik ontwaar bomen die recht als pilaren naar de hemel reiken of juist afgezaagd zijn vlak boven de wortels. De ambivalente verhouding van de mens tot de natuur lijkt in haar werk centraal te staan.

Het sterkst vind ik de tekeningen waarin Admiraal zichzelf afbeeldt en zodoende haar eigen verhouding tot de natuur bevraagt. De kunstenaar lijkt er het liefst in op te gaan, haar kleding of lichaam afbeeldend in dezelfde textuur en kleur als haar omgeving. Admiraal laat echter telkens een onnatuurlijk element zichtbaar, zoals een rugzak of een stuk papier, waardoor zowel haar wens als de onmogelijkheid om die te verwezenlijken onderstreept worden.

Tussen Admiraals tekeningen hangen twee prachtige schilderijtjes van Hartjesveld. Ze tonen elk een fantasiebloem: de een rechtop, de ander met hangende kelk. Beide kelken zijn omvat door trefzekere penseelstreken die de kelken lijken te koesteren, zoals handen een hoofd kunnen omvatten. Dit maakt de werken raadselachtig en troostend tegelijk.

Aan de tegenoverliggende zijde schakelt de expositie van herkenbare afbeeldingen van de natuur naar het onvoorstelbare. De kwantummechanica vormt namelijk het uitgangspunt voor een serie potloodtekeningen van Hartjesveld. Ronde tekeningen op rechthoekige vellen papier tonen constellaties van bollen of lichtvlekken die door dunne verbindingen met elkaar in contact staan. De prachtige ronde vormen doen me denken aan het werk van Kinke Kooi. Maar waar de ronde vormen in het werk van Kooi meanderen en welven, lijken de vormen in het werk van Hartjesveld door hun geometrische ordening meer statisch, als natuurkundige modellen.

Bloemen zijn ook te zien in het werk van Jacobs, hoog opgetast als pruiken op de hoofden van haar antropomorfe sculpturen. Deze erotische wezens zijn kenmerkend in het consistente oeuvre van Jacobs. Sinds een aantal jaren maakt ze haar wezens van synthetische klei, door haar ‘claymorfes’ genoemd. Door het gladde, huidkleurige materiaal lijken de claymorfes naakter dan de pluizige soft sculptures die ze eerder maakte, alsof ze van hun vacht zijn ontdaan. Ze ogen kwetsbaarder ook.

De bustes bij Galerie Lutz doen in eerste instantie klassiek aan, maar bij nadere beschouwing zie ik dierlijke elementen zoals kattenoren en konijnenneuzen. Vanonder een bloementooi staart een vrouwelijk wezen met een konijnachtige neus in de verte, haar borstjes hangen over de sokkel, alsof de borsten en neus haar primaire zintuigen zijn. Ernaast Maria Hanging, een ‘kruisbeeld’. Bloembladeren omkransen Maria’s hoofd, stampers reiken erboven uit. Een lendendoek ontbreekt: vulva en borsten zijn duidelijk zichtbaar. Het beeld hangt aan een ruwe draad die onder haar borsten spant aan één spijker aan de muur.

Het werk van Jacobs is meerduidig. Van een afstandje heeft het iets vrolijks, bijna kinderlijk. Dat verandert als je dichtbij komt. Haar werk is een bron van zowel vreugde als ontbering. Deze tweeledigheid maakt het mogelijk haar werk te verklaren in het kader van deze tentoonstelling: de vrouwelijke sensualiteit is ondoorgrondelijk, net als de natuur. Jacobs’ werk heeft echter zoveel connotaties dat ik het werk daarmee te kort zou doen.

Ondanks dat de inhoudelijke relaties tussen de werken van Admiraal, Hartjesveld en Jacobs beperkt zijn, vormt de tentoonstelling een evenwichtig geheel. Juist door de uiteenlopende benaderingen wordt de kijker uitgenodigd verder te kijken dan de vanzelfsprekende natuur.

Deze recensie is onderdeel van de serie ‘In de periferie’, waarbij een specifieke stad of regio een langere tijd door een auteur onder de loep wordt genomen. Na Marjolein van de Ven en Jip Hinten was het de beurt aan Anja Bijl om een tentoonstelling rondom hedendaagse kunst in Delft te recenseren.

Anja Bijl studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en werkt in Delft.

Lidy Jacobs, Greenflower Woman, 2017. Foto: Galerie Lutz
Saskia Admiraal, De troost van het blauw gentiaan, 2017. Foto: Galerie Lutz
Elsa Hartjesveld, diverse titels, 2011-2017. Foto: Galerie Lutz
Lidy Jacobs, Cat Woman, 2017. Foto: Galerie Lutz