Graduation Show Gerrit Rietveld Academie: De muis heeft mij nooit pijn gedaan

Sarah Arnolds
'Mice of Rietveld' (2019), Qianfu Ye. Foto: Qianfu Ye.

Vier supergetalenteerde deelnemers deden mee aan de eendaagse masterclass Interview die Lucette ter Borg – kunstcritica van NRC Handelsblad – tijdens de jaarlijkse eindexamens van de Rietveld Academie geeft. De deelnemers – kunstenaars, antropologen, schrijvers – kozen uit negen genomineerden een kunstenaar om mee te spreken. Het beste interview is gemaakt door Sarah Arnolds – kunstenaar en schrijver – omdat zij het beste de lichtheid weet te handhaven die nodig is om moeilijke onderwerpen te bespreken. 

De Muis heeft mij nooit pijn gedaan

Kunstenaar Qianfu Ye (China, 1991) vertelt over de muizenpopulatie op de Rietveld Academie, rent schreeuwend door een weiland, bouwt een schildpad van zand, loopt met blote voeten over een piano en laat een gepensioneerde bokser zijn handen kapotslaan op een zak zand. Zijn filmische registraties van ogenschijnlijk compleet onsamenhangende gebeurtenissen en personages leverden hem een nominatie op voor de Gerrit Rietveld Academie Award. 

Door Sarah Arnolds 

Hij vindt het geen enkel probleem dat ik het gesprek opneem: zelf loopt hij regelmatig de hele dag rond met een microfoontje op zijn kraag geklemd, om zichzelf en de geluiden van de wereld om hem heen te registreren. De opnames terugluisteren doet hij niet altijd – het is meer voor het geval dat er plotseling iets gebeurt wat misschien de moeite waard is.

Ook je videowerk ‘The Sandboxer’ zit vol kleine geluiden die je uitvergroot en versterkt: het snijden van een biefstuk, gehijg, het getingel van ijsblokjes tegen glas.

‘Dat heeft te maken met mijn fascinatie voor iets dat ik de macro-wereld noem, en een macro-manier om naar de wereld te kijken. De hele film bestaat alleen uit close en medium close shots – er zit geen enkel overzichtsbeeld in. In een close-up laat je nooit een heel lichaam zien, alleen fragmenten. De kijker ziet dat het een mens is, maar krijgt nooit een volledig beeld van de persoon. Zoals je ook nooit iemand echt helemaal kunt leren kennen, eigenlijk.’ 

Wie is de bokser in de film?

‘Jaren geleden, toen ik nog in China woonde, las ik de roman A Piece of Steak van Jack London. Het is het verhaal van een oude bokser die zich voorbereidt op zijn laatste wedstrijd. Normaal gesproken eet hij voorafgaand aan elke wedstrijd een biefstuk, maar daar heeft hij nu geen geld voor. Hij verliest de wedstrijd, en geeft de schuld aan de biefstuk. Het is een cirkel die je vaker ziet: je hebt geen geld, en dus geen middelen om een biefstuk te kopen, waardoor je je wedstrijd verliest en dus nog steeds geen geld hebt.’ 

‘Het verhaal is me altijd bijgebleven. Toen ontmoette ik een échte gepensioneerde bokser, die ook veel biefstuk at en na elke training zijn handen in een bak ijs hing. Ik besloot hem te gaan filmen en was van plan om het verhaal te eindigen met de verloren wedstrijd, zoals in de roman van Jack London, maar uiteindelijk besloot ik daar vanaf te stappen. Ik ontdekte dat mijn interesse veel meer lag bij wat er ná de climax van een verhaal volgt, het leven na een hoogtepunt. Ik ben niet zo geïnteresseerd in de hot spot van een verhaal. Ik wil juist iets tonen dat al een beetje afgekoeld is.’ 

Boks je zelf?

‘Nee, maar ik ben het wel van plan. Ik kwam erachter dat boksers erg leuke mensen zijn.’

In je andere films stap je juist af van die close-ups. In de film waarin je schreeuwend door een weiland rent is je kader juist heel wijd en statisch.

‘Voor ik naar de Rietveld kwam studeerde ik Multimedia aan de Xiamen University in China. Daar maakte ik installaties en performances. Installaties neem je tijdens je leven niet zo makkelijk met je mee, dus kwam ik hier vanzelf terecht bij videokunst. De film is de registratie van een aantal perfomances die ik heb gedaan. Soms heb ik gewoon ontzettend veel energie en wil ik daar onmiddellijk op reageren in de vorm van een performance. Ik wissel tussen verschillende disciplines omdat ik ervaar dat ze allemaal een andere energie hebben die ik verschillend kan toepassen. Ik zie mezelf niet alleen als filmmaker, en het is ook nooit mijn grote droom geweest.’

Werk je graag samen met anderen?

‘Dat hangt ervan af. Soms vind ik het heerlijk om met mensen te praten, en dat kwam ook goed van pas in Mice of Rietveld, mijn film over de muizen die in de gebouwen van de academie wonen. Voor dat werk heb ik met zóveel mensen over hun ervaringen met muizen gesproken, ik denk wel een stuk of vijftig. Die gesprekken maakten me erg blij. Maar soms heb ik een eenzame soort energie: dan werk ik liever in mijn eentje.’

‘Mice of Rietveld’ ontstond toen je een croissant in je kluisje stopte en erachter kwam dat er hier niet alleen kunststudenten rondlopen.

‘Dat klopt. Ik kocht vier croissants bij Albert Heijn, ze waren in de aanbieding. Ik kreeg ze niet allemaal op, dus wilde er een bewaren in mijn kluisje. De dag erna was de hele croissant weg.’ 

Heb je thuis muizen?

‘Nee, maar ik had ze in China wel.’ 

In de film ga je terug naar China, om je familie te bezoeken. Het contrast tussen de milde kijk van de Rietveldstudenten op de muis en de afkeer van je familie is opvallend. 

‘Ik vroeg me af waarom die muizen zo mijn aandacht grepen. Ik dacht dat het misschien te maken had met het feit dat mijn ouders dol waren op dieren. Kon mijn sympathie voor de muis misschien uit mijn jeugd komen? Niets was minder waar: mijn ouders bleken muizen te haten. Hun kijk op de muis is praktisch van aard, ze willen niet ziek worden. Ik heb geen trauma van muizen, ik vind ze schattig. De muis heeft mij nog nooit pijn gedaan. Ik denk zelfs dat ze de werkelijke bewoners van de school zijn: wij zijn hier alleen overdag, de muis brengt hier zijn volledige korte leven door. Ik ben overigens niet de enige die door de muis is aangesproken: iedereen wilde zijn verhaal aan me vertellen, veel meer dan in de film paste. Twee dagen geleden nog kwam een meisje naar me toe om te zeggen dat ze me moest spreken, omdat ze haar muizenverhaal kwijt wilde.’ 

Van de bokser naar de muis, van een close-up van een biefstuk naar een wijd shot van de onmetelijke zee die een zandsculptuur opslokt – is er een rode draad in je werk? Of hebben we die misschien helemaal niet nodig?

‘De films gaan over mij en de wereld, en mijn plek daarin. Het filmen is mijn manier om te onderzoeken: waarom interesseren deze dingen mij zo? Ik observeer veel en ben nieuwsgierig naar alles – de Franse filmmaakster Agnes Varda is in dit verband een belangrijk voorbeeld voor mij. Ik wil spelen met het idee dat film zowel realiteit als fictie kan zijn. Je kunt een waargebeurd verhaal zodanig vertellen dat mensen denken dat het niet echt gebeurd is. Je kunt ook juist een verzonnen verhaal op een realistische manier presenteren. Het kan echt zijn, het kan nep zijn, of een beetje van beide.’ 

‘Daarom ook laat ik drie verschillende werken zien tijdens deze tentoonstelling. Ik twijfelde aanvankelijk of drie niet een beetje too much zou zijn, maar ik besloot dat het zo moest zijn. De drie tonen een compleet beeld van hoe ik denk, en wie ik ben. Dit is hoe ik werk: ik ga alle kanten op.’ 

Sarah Arnolds is kunstenaar en schrijver.