Come Wander With Tee

Nicky van Banning
Jennifer Tee, DRIFT, 2020. Foto: Ernst van Deursen

Ademhalingen – sissend tussen tong en tanden, via neusgaten of open mond, hortend, stotend, gelijkmatig, oppervlakkig, tot diep in de longen. Zes opgekrulde lichamen verspreid over een vloer die bezaaid is met keramieken kronkels; slangachtige vormen in verschillende kleuren, met aan beide uiteinden wat lijkt op een opengesperde bek. Een van de performers, de verteller, begint te spreken, frasen in het Engels, terwijl ze kalm door de ruimte beweegt. Zo wisselen de performers elkaar af, ieder in zijn of haar eigen (bewegings)taal.

Samen met de Engelse dichter Jane Lewty stelde de Nederlandse kunstenaar Jennifer Tee (1973) Eco-Poetics Stack of Books samen: een selectie boeken en dicht- bundels die tot het genre eco-poëzie gerekend worden. Al deze publicaties hebben als onderwerp de natuur, het klimaat, het milieu – en de diverse facetten ervan: crisis, verandering, schoonheid, et cetera. Uit deze rijke verzameling putte Lewty voor haar collage-gedicht DRIFT, dat gedurende Tees gelijknamige performance door een verteller/zanger en vijf performers in hun moedertaal gereciteerd wordt.

[Drift: difference in diameter, gradual change in a language Glacial drift / thrust of an arched structure. Movement of charged particles in an electric field. Oscillation around a fixed setting / to deviate from or between a course or model or idea. To wander.]

Eerst bewegen de zes performers zich nog afzonderlijk door de ruimte, één voor één, dan ontstaan hier en daar kortstondige interacties in kleine constellaties – met de sculpturen en met elkaar. Op een gegeven moment vormen ze samen een cluster, na een tijdje raken ze weer losgezongen en cirkelen om hun eigen as met de armen wijd, als trage derwisjdansers. Uiteindelijk versmelten ze weer met de grond, zoals in het begin.

Op de achtergrond verglijdt langzaam de ene geprojecteerde collage van planten (ontworpen door Tee) in de andere. Ondanks het grote wandoppervlak valt dit ‘decor’ helaas een beetje in het niet in deze 180 graden performance, zoals de medewerkers van het Stedelijk het benoemden toen het publiek het Teijin Auditorium betrad. Mijn aandacht gaat in ieder geval vooral uit naar de stemmen, bewegingen en sculpturen, slechts af en toe dwalen mijn ogen over de projectie in de periferie.

Het enige geluid in DRIFT komt van de performers zelf – hun ademhaling en stem, en hun ledematen, de sculpturen en de vloer die met elkaar in contact komen. Er zijn een paar indringende momenten waarop de verteller zingt, zuivere trillers wellen op uit haar borstkas – aards en ijl tegelijk; net zoals de bewegingstaal gegrond maar luchtig.

In een half uur voeren de performers je mee in de organische, haast meditatieve flow van Tees ruimte-tijdcontinuüm. To drift laat zich vertalen als (voort/mee/af )drijven, (mee)voeren, (rond)zwerven – een manier van zijn en bewegen die aansluit bij het thema dat een rode draad vormt in Tees oeuvre: ‘The Soul in Limbo’. In haar eigen woorden: “‘[H]et zijn in de Tussenstaat’ of wat ik in mijn performances ‘The Soul in Limbo’ noem. The Soul in Limbo is rusteloos en levend en is gevangen in een naamloze plek op de grens tussen hier en dat wat mogelijk is. Deze plek is een conceptuele, mentale, psychologische en fysieke ruimte. In mijn werk onderzoek ik de veranderlijkheid en complexiteit van het bestaan waarin culturen voortdurend in elkaar overlopen. Daarbij probeer ik uitdrukkingsvormen te vinden voor een mooiere en meer bezielde wereld.”

In Tees werk vindt die bezieling vaak plaats in de vorm van activering van haar sculpturen door performers; de tentoonstellingsruimte wordt zo getransformeerd tot een interactieve setting op het snijvlak van white cube en black box. DRIFT in het Stedelijk Museum maakt deel uit van het tweejaarlijkse WhyNot Festival, het Amsterdamse platform dat innovatie, interdisciplinariteit en experiment op het gebied van hedendaagse dans en performance stimuleert en dit op ongebruikelijke locaties in de hoofdstad presenteert. Voor de choreografie van DRIFT werkte Tee samen met choreograaf Marjolein Vogels, tevens artistiek directeur van WhyNot. Dergelijke samenwerkingen vormen een belangrijke kern van zowel Tees artistieke praktijk als de missie van WhyNot. Hoewel het auditorium van het Stedelijk Museum een geschikte plek is vanwege de bezoekers die het kan accommoderen, de akoestiek en de technische faciliteiten, is het niet bepaald verrassend. Wat zou er gebeuren als Tees werk zich naar alter-natieve locaties zou begeven – geen galerie of museale ruimte, maar een andersoortig gebouw (zonder kunstfunctie) of in de openbare ruimte, bijvoorbeeld op een plein of in de natuur? Why not?

Jennifer Tee, DRIFT, 2020. Foto: Ernst van Deursen
Jennifer Tee, DRIFT, 2020. Foto: Ernst van Deursen