Angst en Ruimte

Lotte Haagsma

Angst is een vaag, subjectief en ongrijpbaar gevoel. Angst is actueel, angst grijpt om zich heen, angst bepaalt het publieke debat, angst geeft richting aan de huidige politiek, angst doet ons verlangen naar vervlogen tijden… Het moment dus om ook in de architectuur aandacht te besteden aan dit fenomeen.

In december 2004 verscheen het boek Angst & Ruimte, de visie van jonge ontwerpers in Nederland. Deze publicatie bevat projectpresentaties van de vier groepen, DUS, Shine 5.0, Mr. Smith en Untitled, die deelnamen aan Groepsportretten 2004 (GP04). Groepsportretten is een initiatief van het Stimuleringsfonds voor Architectuur en het Fonds BKVB, hiermee trachten zij “het enthousiasme en de onbevangenheid van jonge ontwerpers aan te wenden voor vraagstukken die van grote invloed zijn op de ruimtelijke inrichting van Nederland”. In de inleiding van het boek stellen Theo Hauben en Marco Vermeulen van Urban Affairs (organisator van GP04) dat “het verlangen naar veiligheid de leefomgeving (heeft) uitgekleed en gestandaardiseerd”. Ze vragen zich af of het niet anders kan, of we het ook kunnen hebben over de risico’s die we wel bereid zijn te nemen. Zij gaven deze editie van Groepsportretten het thema ‘angst en ruimte’ mee.

De beschrijving van het ziektebeeld, Techno-Democratic-Phobia, van Mr. Smith levert een mooie en sterke analyse van het fenomeen angst in de stedelijke ruimte op. Het ziektebeeld vormt tegelijkertijd ook de motivatie en het kader van het onderzoek van Mr. Smith, de naam van één van de deelnemende groepen. Het syndroom van Mr. Smith heeft een lokaal karakter, het is ontstaan in de 1ste Middellandstraat in Rotterdam. Maar het heeft ook een globaal aspect, Mr. Smith legt namelijk een verband tussen de lokale situatie en de wereldwijde sociaal-economische ongelijkheid. Deze ongelijkheid leidt tot criminaliteit en terrorisme die ook in de 1ste Middellandstraat een thuis hebben gevonden en waar de bestuurders van de stad op reageren met controle, bewaking en beveiliging. Treurig is alleen dat kenmerken van deze controlemaatschappij, zoals de beveiligingscamera’s, alleen maar meer angst oproepen bij Mr. Smith.
DUS biedt een ‘bakje troost’, troost als wapen tegen angst. Hun onderzoek leidde onder meer tot een performance in de openbare ruimte. Op het Deliplein in Rotterdam werd een bar ingericht waar voorbijgangers en bewoners een kopje koffie konden drinken. Voor kinderen ontwikkelde DUS het krijthuisje, met schoolbordzwarte wanden die met gekleurd krijt versierd (en zo toegeëigend) konden worden. Ze ontdekten dat kinderen veel vrijer met het huisje omgingen als dat in een klaslokaal was opgesteld, dan wanneer het buiten op een plein stond. DUS probeert door middel van het toevoegen van een element een analyse te maken van het gedrag van mensen in de openbare ruimte.
‘Angst is verbeelding’ vormt het uitgangspunt van het onderzoek dat Shine 5.0 deed: “Angst wordt niet veroorzaakt door ruimte, het is de ruimte die wordt geherinterpreteerd aan de hand van mentale beelden die vergezeld gaan van een stereotype.” Shine 5.0 richtte op verschillende plekken in Rotterdam een ‘denkbeeldige woonkamer’ in. Hier konden buurtbewoners hun lokale en persoonlijke verhalen optekenen en delen met anderen. De gebeurtenissen in en rond de ‘woonkamers’ werden gefilmd en die beelden werden weer vertoond op de volgende locatie waar de rondreizende woonkamer neerstreek. De woonkamer als wapen tegen de anonimiteit van de openbare ruimte.
Ook Untitled projecteerde zijn onderzoek naar angst en ruimte op Rotterdam: “Vanuit de verte biedt de skyline van Rotterdam de belofte van stedelijke intensiteit, maar eenmaal in de stad, op de grond, blijft hier niets van over. Wat resteert is een stedelijke scenografie vol controlemeubilair”. Untitled ‘omarmt’ het Rotterdamse verlangen naar een stad vol torens en vraagt zich af hoe die torenvolumes zich verhouden tot het publieke domein op de grond. Untitled ontwierp twee versies van torens met pleinen. Het ene bestaat uit twee torens met een plein ertussen en het andere uit een toren met een plein er in.

De vorige aflevering van Groepsportretten in 2002 had als thema ‘City Branding’, daarbij kreeg ieder deelnemend bureau locaties in twee steden toegewezen. Ook toen was er sprake van een behoorlijk abstract thema, maar daar stonden wel concrete locaties tegenover. Nu is het thema ‘angst & ruimte’ mogelijk nog ongrijpbaarder, er zijn dit keer geen locaties toegewezen en daar komt nog bij dat de groepen multidisciplinair zijn samengesteld en voor een deel voor de gelegenheid zijn samengesteld. Er viel dus veel te kiezen en te onderzoeken, en dat is waarschijnlijk een belangrijke oorzaak van het wat onsamenhangende en krachteloze resultaat. De publicatie, het blijvende product van Groepsportretten 2004, is dan ook niet echt een sterke inleiding op het thema ‘angst & ruimte’ geworden. Ondanks het feit dat er zeer interessante bijdragen in staan van onder anderen Benjamin Barber, Joshua Karant en Moritz Küng.
Een degelijke analyse van Mr. Smith, een vriendelijk project van DUS, een – zoals ze het zelf omschrijven – ‘losjes provocerend’ onderzoek van Shine 5.0 en een formalistisch ontwerponderzoek van Untitled. Koffie, torens, een woonkamer en een speelhuisje als middel bij het onderzoek naar angst en ruimte. Alles kon en alles mocht, hét ideaal van jonge ontwerpers. Vergeten werd alleen dat vrijheid vooral intens beleefd wordt als het veroverd moet worden en dat als alles mag, vrijheid nogal eens verlammend werkt.

ANGST EN RUIMTE, de visie van jonge ontwerpers in Nederland
NAi uitgevers, ISBN 90 5662 422 9