Reclame voor de lucht (#nospon)

Malou van Doormaal
Wolkendagboek, dag 20.07.2022. Foto: Malou van Doormaal
Wolkendagboek, dag 20.07.2022. Foto: Malou van Doormaal

Ik heb ooit een raadsel verzonnen dat eigenlijk niemand snapt. Alleen wolkennerds als ik misschien. Ik bedacht het na het lezen van De Wolkengids van Gavin Pretor-Pinney. Door het lezen van dit boek groeide mijn interesse in wolken, en ik verzegelde mijn enthousiasme met een lidmaatschap bij de Cloud Appreciation Society op 22 november 2020. Ik ben wolkenliefhebber nummer 53.194. Ik kreeg een certificaat, een pinnetje en bestelde er voor mezelf meteen een mok en een T-shirt bij. Cloudspotter realness!

Ondertussen ben ik gehecht geraakt aan de dagelijkse berichten in mijn mailbox. Om stipt 07.29 uur ontvang ik de cloud-a-day, een foto van een wolk met een korte beschrijving. Een felgekleurde zonsondergang met een halo boven de zon, een detail uit een kunstwerk, of een sexy mammatus. Soms verschijnen er esthetische ufo’s in de vorm van een lenticularis of een saai vakantiekiekje waarop ik pas na het lezen van de toelichting de rolwolk zie.

De cloud-a-day is onderdeel geworden van mijn ochtendroutine. Vaak zie ik deze digitale wolken eerder dan de echte lucht. Ik lees de e-mail, leer wat over de Latijnse namen, drink het glas water naast mijn bed leeg, verlies wat urine en doe de gordijnen open. De rare bocht in mijn straat zorgt voor een onverwachts wijds uitzicht. Noem het een dreef in de stad. Ik kan niet anders dan naar boven kijken. Het is iedere ochtend een verrassing. Zijn er net zulke vrolijke vlokjes cirrus intortus als in de e-mail? Vaak niet, maar een uitgesproken wolkendek wakkert mijn zin in de dag aan. 

Soms word ik geconfronteerd met mijn eigen luiheid. Als het kleurenschema van de foto me tegenstaat kijk ik snel en zonder aandacht. Je raakt duidelijk verwend door deze e-mailservice, maar de alinea onder de foto roept me vaak direct weer bij de les. Heb jij weleens een rolwolk in Nederland gezien?! Je moet ervoor naar de andere kant van de wereld, zoals Pretor-Pinney deed. De oprichter van de society ging speciaal naar Australië om de ‘Morning Glory’ te zien. Hij was er in het juiste seizoen, op de juiste plek en toch bleef de wind, en daardoor de wolk, weg. Teleurstelling is dan geen superlatief. Het geluk bleek aan zijn zijde, op de laatste dag verscheen de stratocumulus volutus alsnog.

In de volksmond wordt vaak gesproken over ‘goed weer’ wanneer er sprake is van veel zon en weinig wolken. Wij van de Cloud Appreciation Society strijden tegen dit blauwe-lucht-denken. Een vriend die ik onlangs een lidmaatschap cadeau deed, ging kort daarna voor werk naar de Verenigde Arabische Emiraten. Hen realiseerde zich dat de lucht daar inderdaad nogal homogeen was zonder wolken. ‘Slecht weer’ is slechts een uitspraak voor mensen met weinig waardering voor de variëteit van de lucht. 

Dus als er sprake is van regenbuien ben ik gelukkig. Een stormchaser kan ik mezelf niet noemen, maar ik hoop altijd op een mooi zicht op de cumulonimbus die deze buien veroorzaakt. Er zijn allerlei effecten die kunnen ontstaan en ik kom in een staat van opperste alertheid. De alom bekende regenboog natuurlijk, maar ook bijwolken die de cloud-a-day me helpt te herkennen. Arcus, incus, murus: theater in de lucht.

Het is makkelijk om dit dramatisch uitzicht te waarderen. Maar what about de meest eentonige wolk die er bestaat? De altostratus is een middelhoge wolk die langzaam optrekt en vaak een gigantisch oppervlakte beslaat van wel duizenden vierkante kilometers. Dit is de wolk die de dag grijs maakt. En de dag erna vaak ook. Zonder enige ironie: hoe spectaculair is dat?! Dat je dagenlang maar één wolk ziet? Ik herinner me nog goed een reis naar Frankrijk. We stapten in de auto en halverwege België reden we in de mist. Uren en uren reden we met beperkt zicht op de weg. Dit was een lage variant van de altostratus, simpelweg de stratus. Wat een beauty! Minstens 800 kilometer lang, want pas bij onze bestemming reden we uit de wolk. Prachtig om te voelen hoe uitgestrekt zo’n wolk kan zijn. 

Door deze ervaring kreeg ik meer besef van het weersysteem. Hoe de luchtdruk zich verplaatst over de aarde, de temperaturen die stijgen en dalen. Wolken maken dit zichtbaar. Het weerbericht zou hier wel wat meer aandacht aan mogen besteden, want pas toen ik meer te weten kwam over de hoogteverschillen, thermiek en condensatieniveau leerde ik de lucht lezen. Ofja, hiervoor keek ik naar de lucht en zag ik kippen, vuurspuwende draken, blaffende honden of allerlei emotionele staten van zijn. Wetenschappelijke kennis vult deze beelden aan met nóg meer fantasie. Daar gaat mijn raadsel dan ook over. Hier komt ie:

“Wanneer ben je met je hoofd in de wolken en sta je met beide voeten op de grond?”

Na het lezen van mijn tekst weet je het vast. Ik hoop dat je hetzelfde voelt als ik, als het zover is. 

Een dikke aanrader dus, die cloud-a-day. Het leert me elke keer wat nieuws of het ontroert me met poëzie. Het herinnert me aan de schoonheid van de lucht en laat de variatie zien van wolken over de hele wereld en soms zelfs in outerspace. Het geeft diepgang aan het wolkenspotten en plezier om als CAS-lid nummer 53.194 het enthousiasme te verspreiden. 

#nospon

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 van de Cloud Appreciation Society. Verder houdt hen van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming. 

Ben je nieuwsgierig geworden naar de Latijnse termen die in de tekst worden gestrooid en zou je ook je relatie met de lucht willen verdiepen? Word lid van de Cloud Appreciation Society via deze link: https://cloudappreciationsociety.org

Malou van Doormaal hield voor Tubelight zeven dagen een dagboek van de lucht bij. Lees ze hier.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal

zondag 24 juli 2022

Alweer die vliegtuigstrepen! Zonder lage wolken zie je ze extra goed. Vandaag is een dag met weinig gezichten, maar de mensheid maakt een grimas. Symmetrie richting het oosten, smokey eyes op noord, blush in het zuiden en een grijns in het westen. 

De wolken waaieren uit en blijven plakken. Kriskras. Als glitters waar je niet vanaf komt. Als gasten na drie dagen of die warmte in je appartement. Het is niet voor niks dat de Sahara zich uitbreidt richting Spanje. De wolken zijn niet uitgenodigd en de regen heeft geen reden meer om te vallen. The butterfly effect. Dus laten we stoeptegelwippen niet onderschatten. Plezier maken op de fiets en de wolken op de VIP-lijst zetten met een welkome +1.

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal
Malou van Doormaal Wolkendagboek

zaterdag 23 juli 2022

Er zijn meerdere manieren om naar wolken te kijken. Geduldig, observerend, traag. Vluchtig, consumerend of onverzadigbaar. Vandaag zoek ik niet naar esthetiek, maar dompel ik me onder in nederigheid. Geen pretenties. Ik laat me niet afleiden door de cognitieve prikkels van de lucht. Ik omarm luiheid als kwaliteit. Vakantie! 

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal
Wolkendagboek Malou van Doormaal

vrijdag 22 juli 2022

Wolken trekken zich niks aan van landgrenzen, alleen van zeeën, bergen en oppervlak. Ook enthousiasme voor wolken blijkt een goede manier om vrienden te maken in een land waar de meesten zich terughoudend opstellen. 

De wolken waar we het over hebben waren niet altijd wolken. Eerder manifesteerden zij zich als rivier of als de drankjes waarmee we onze conversaties smeren. Oeroud water. Een case study voor circulariteit. Onze lichamen zijn wolken. We dansen, botsen en verdwijnen. 

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal

donderdag 21 juli 2022

We krijgen waar we naar verlangen en zijn alsnog niet tevree. Twee dagen geleden snakten we naar water en lage temperatuur, nu klagen we over vochtige sokken en onvoorspelbaarheid. We worden misleidt door het internet. Buienradar kent geen miezer en de zon zie je vandaag alleen indirect. Het egale wolkendek vertraagd en lijkt content. Ondanks de wind over het aardoppervlak voelt de lucht niet weemoedig of boos, maar ontvankelijk en open. Fijn dat je zo gemakkelijk gemoedstoestanden aan wolken kan koppelen.

Ik geniet ondertussen van het weer en ergens brengt het me stabiliteit. Regen op mijn benen, spetters in mijn nek. Ik ontvang de verkoeling flegmatiek. Voor nu is het goed. Meer denkruimte, meer lijf, meer contact. Toch trek ik, om mezelf te beschermen, mijn kaplaarzen aan als ik naar buiten stap.

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal
Wolkendagboek, dag 20.07.2022. Foto: Malou van Doormaal
Wolkendagboek, dag 20.07.2022. Foto: Malou van Doormaal

woensdag 20 juli 2022

Over middelmaat gesproken: dit is een dag die niet kan kiezen. Waterdamp of waterdruppel? Langzaam verdwijnt de hitte en start de verzamelwoede. Vandaag voelt als een vacuüm. Een collectie waar dankbaarheid, plezier, rouw en wereldproblematiek hand in hand gaan. Als een spons verzamel ik emoties en kijk ernaar van alle kanten. Boven me zie ik onduidelijkheid. Een paar dikke druppels die je geen miezer kan noemen. Vlokjes blauw en wit. IJsjesweer of geen ijsjesweer? Wil je kinderen op de wereld zetten? Stop je met internetbestellingen? Durf je liefde toe te laten?

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Wolkendagboek

Malou van Doormaal

dinsdag 19 juli 2022

Dit is de koudste zomer van de rest van mijn leven, zo staat op digitaal karton geschreven. De leus circuleert al langer, maar vandaag herinnert het internet me er veelvuldig aan. De ironie is niet te missen en we moeten de betekenis van ‘geen wolkje aan de lucht’ misschien maar eens herzien. De lucht serveert blauw en ik proef een nare bijsmaak.

Er zit geen zuurstof in, geen verfrissing. Concentratie wordt opgezogen en ik fiets zonder plezier door de stad. Ik vermijd de blik naar boven en race van schaduw naar schaduw.

We zijn doorgaans maar verwend met al die doorsnee temperaturen. Flink wat waterdamp en lekker wispelturig. Het brengt ons dagelijks eye-candy en af en toe een goeie portie plens. Een onuitgesproken stratocumulus brengt misschien geen ontzag zoals een kale hemel, maar het geeft wél blijk van gezond watertransport. Dus voor nu verstop ik me voor de extremen en juich ik voor de middelmaat!

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

 

 

Wolkendagboek

Malou van Doormaal
18 Juli

maandag 18 juli 2022

De zomervakantie is onmiskenbaar begonnen. Je voelt het aan de hitte en je ziet het aan de lucht. Niet door strandballen of die leuke dansende duiven, niet door vliegers of het langzaam bruinende bladerdak. Je ziet mensgemaakte wolken, tientallen in de lucht. Het heeft niks met complottheorieën te maken. De chemtrails die we zien is niks meer dan koude die zich vastklampt. Ingekapseld zwavel. Uitstoot met effect. We verlichten onze stress en verzwaren de lucht met steeds snellere kilometers. Vakantie! Kristallen hebben eindelijk houvast. We kunnen het zien. Vakantie! Het is maar dat we ons ergens aan vast kunnen houden.

In het kader van Tubelight #121, dat gewijd is aan wolken, houdt Malou van Doormaal een week lang een wolkendagboek bij. Refererend aan de Cloud-a-Day emails van de Cloud Appreciation Society publiceren we deze week elke dag een snapshot en een korte reflectie.

Malou van Doormaal is wolkenliefhebber en lid nummer 53.194 bij de Cloud Appreciation Society. Verder houdt die van vogels, bomen en drag. Hen staat bekend als drag royalty Maybe Boozegeoisie en werkt als kunstenaar en artistiek leider bij de Academie voor Beeldvorming.

Redactioneel #120

Jelmer Wijnstroom

Isa Genzken bedacht begin jaren negentig: “Everybody Needs at Least One Window”. Dit was ook de titel van een tentoonstelling waarin onder andere Genzken’s Fenster sculpturen te zien waren. Deze vensters, gemaakt uit doorzichtig materiaal of beton, laten je zien wat er achter iets schuilgaat. Ze laten je de structuur zien van het raam waar je normaal gesproken doorheen kijkt. 

Genzken maakt met haar vensters duidelijk dat we altijd door iets kijken. Maar wie en wat kadert wie? “People usually think of windows as a place to look out of”, schreef kunstcriticus Dominic Euchler in Frieze over het werk van Genzken, “but they also frame a view into the interior. But what – mirrored outside or inside – is articulated by a pane-less windowframe in the middle of a space?” Genzkens Fensters zijn een uiting van het ambigue dat we met het thema van dit nummer graag wilden uitlokken.

Het thema ‘binnen-buiten’ vindt weerklank in het dagelijks leven. De afgelopen twee jaar zaten wij vaker binnenshuis. Onze werkomgeving smolt samen met de privéomgeving en lijkt nu ten minste een deel van onze tijd zo te blijven. Als wij thuis op de bank zitten kijken wij door verschillende vensters naar buiten: via raam, televisie, laptop of telefoon. Binnen-buiten gaat over waar werelden samenkomen, of juist gescheiden zijn van elkaar. De digitale wereld en de analoge wereld, architectuur en natuur, het huiselijke en het publieke bestaan.

Hoe langer je nadenkt over wat binnen of buiten is, hoe onduidelijker het wordt. Kader je iets in? Zitten er structuren achter een scherm? Benjamin Schoonenberg schrijft in dit nummer bijvoorbeeld hoe Hito Steyerl met een slag de structuren van een beeldscherm blootlegt, en alle sociale gevolgen vandien. Brechje Krah en Alexandre Guern staan stil bij wat er binnen en buiten het menselijk hoofd gebeurt. 

Wat binnen of buiten is, wordt vaak gedefinieerd op basis van gemiddelden, hokjesdenken en kaderen. Daarom is de werk en privé verschuiving voor iedereen anders.

De ruis tussen twee kanalen in

Sofie Hollander, Jetske van Dorp

INBLIK Radio maakt een podcast, waarin experiment en speelsheid de rode draad vormen. Dat doen ze in samenwerking met hun eigen community van bevriende kunstenaars of een community die ze nieuw ontmoeten. Het team van INBLIK Radio bestaat nu uit Sofie Hollander en Jetske van Dorp. Zij voeren een gesprek over het platform en hun idealen en jouw aandeel daarin. 

Jetske van Dorp: Zie jij een podcast maken als een gesprek voeren?

Sofie Hollander: Podcast maken betekent voor mij op veel manieren in gesprek gaan, waaronder het gesprek met de luisteraar. Tijdens het opnemen en editen is die luisteraar echter nog abstract. Een fictieve luisteraar, aan wie we ons richten.

Zo stel ik me voor hoe jij daar nu zit. Tubelight #120 in de hand. Je slaat een bladzijde om, zoekend naar een tekst die je aanspreekt. Een vlaag stof stijgt op. Papier neemt zijn eigen geur met zich mee. Ruik maar eens. Je neemt een blad tussen je vingers. Ze wrijven, voelen het materiaal. Ze luisteren. Je zou de zee kunnen horen, of de ruis van de radio tussen twee kanalen in.

JvD: Denk je dat er interactie mogelijk is met de fictieve luisteraar? 

SH: Ik weet het niet. Tijdens het maakproces is er wel veel interactie met de buitenwereld. Dan ontmoeten we allerlei mensen, waar we tijdens de opnames mee in gesprek gaan. Wanneer de podcast af is, lijkt die wisselwerking niet meer mogelijk en is het een soort gift aan luisteraars.

JvD: Ja, dan kunnen we alleen nog zenden.

SH: Dat zenden vind ik een spannend gegeven, omdat ik niet de positie van de onaantastbare wil aannemen. Het lijkt me dus passend om meer te gaan experimenteren met vormen waar de interactie met de luisteraar wel mogelijk is.

Je neemt het tijdschrift in twee handen en vouwt het om je hoofd. Je wordt weer een kind: als jij mij niet ziet, zie ik jou ook niet. Het witte blad vormt een cocon, wordt een spiegel voor je ogen.

Eindelijk even alleen. Nu mag je fluisteren. Nu mag je schreeuwen.

Wat heb jij te zeggen? Het papier is je dankbaar, neemt jouw spreken in zich op.

SH: INBLIK had twee idealen die naast elkaar stonden. We wilden een platform bieden aan onderbelichte stemmen en daarnaast die stem op artistieke wijze laten klinken. We wilden meegaan in de leefwereld van een ander, om tot een werkelijk begrip te komen. Daarvan maakten we een podcast aflevering, waarin een stukje van hun wereld gedeeld werd.

JvD: Onze werkwijze was echter niet altijd op zijn plek. Bijvoorbeeld toen we een podcast maakten waarin mensen die naar Nederland zijn gevlucht hun verhaal vertellen. Wij voelen een enorme urgentie om te leren welke complexe realiteit er schuilgaat achter het woord ‘vluchtelingen’. Maar als kunstzinnige makers stuitten we daar op een probleem. Als we journalisten waren geweest, hadden we interviews kunnen publiceren. Voor INBLIK is het echter belangrijk dat er speelsheid en experiment kan plaatsvinden, om zo het verhaal op een nieuwe, andere manier te vertellen.

SH: Dat speelse perspectief noemen we onze ‘glitter’.

Jvd: In dit geval voelde die glitter totaal misplaatst. De gesprekken gingen over oorlog, discriminatie en een thuis vinden. Grote onderwerpen die niet vanuit ons perspectief verteld moeten worden.

SH: We verloren onze intentie uit het oog. INBLIK is ontstaan vanuit oprechte nieuwsgierigheid naar de ander en een behoefte aan ontmoetingen met mensen uit andere gemeenschappen dan de onze. Helaas voelde wij zelfopgelegde druk om geëngageerd te zijn. Tijdens het aanschrijven van subsidies veranderde het voornemen in ‘een stem geven aan mensen die we nog niet genoeg horen’.

JvD: Terwijl het ons daar niet per se om te doen was! Natuurlijk is het een mooie bijkomstigheid, desondanks niet het doel. Nu kunnen we hier gelukkig helder op terugkijken, maar toen we een jaar geleden midden in dit proces zaten was het heel verwarrend. Daarom hebben we de podcast met vluchtelingen afgebroken. Dat vinden we nog steeds jammer, maar dit leek de juiste oplossing.

Ik zou me voor kunnen stellen hoe jij daar zit. Een kop thee, op het bankje achter je huis. Af en toe komt de zon achter de wolken vandaan en verblindt ze je. Een vlieg zoekt gezelschap, brommend cirkelt hij om je heen. Voor je het weet heb je het tijdschrift opgerold tot een koker en ben je klaar om de mep uit te delen. 

Waarom zou je eigenlijk? Je verstilt. Dan zet je de koker aan je oor en doe je je ogen dicht. Het brommen wordt een ritme, voegt zich samen met de ringtone van de buren die door hun achterdeur naar buiten drijft. De tuin verandert, wordt versterkt door de tunnel van papier.

SH: Dat was het moment dat we besloten inwaarts te keren en ontdekten we dat we meer ruimte nodig hebben voor experiment en spel.

JvD: Onze focus verschoof van de behoeften van de fictieve luisteraar en de communities die we bezochten naar onze eigen behoeften: ‘wat willen wij zelf eigenlijk maken?’ Zo zijn er veel lagen om bewust naar binnen en naar buiten te keren, denk ik, (stilte) die allemaal een plek moeten krijgen bij INBLIK als platform en het werk dat wij daar doen.

Je doet je ogen open en strijkt het blad glad, om even afstand te nemen. Je grijpt het bij de rug en tilt het de lucht in. Je beweegt je hand snel heen en weer, alsof je de bladeren los moet schudden. De pagina’s zuchten, hun wervels kraken.

Jetske Apollonia van Dorp is kunstenaar en verkent haar wereld vol slakken, lichamen en schaduwen via tekeningen en gedichten. Sofie Hollander is kunstenaar en speelt met geluid, beweging en belichamen.  

INBLIK Radio heeft hun artikel ook in een podcast-vorm gegoten, luister op www.inblikradio.nl.

I look forward (to seeing you inside)

Brechje Krah, Alexandre Guern

Surprisingly chilly. No crisp. Zip up, out through the mouth, cloudy breath. Greet fat woman from the corner store, step and a half, two left turns. Up with the pace. You must be outside as well, struggling with your refusal to wear a winter jacket; I imagine you reconsider your clothing ethics. You’re by bike, so significantly faster than me, even if that time isn’t well spent. ‘As if you could kill time without injuring eternity’1. I know you prefer cycling, but I like walking because I enjoy feeling what Buddhists must have implied by stressing the individual’s impermanence; each step forward changes me. ‘How we walk and how we think turn out to be resonant practices of becoming’.2 Therefore, I have no ego, maybe even no ‘me. ‘Is walking always walking away?’3 From my house, from my bed, towards muscle resistance, towards you. I break in my shoes, I pass a few people I haven’t seen in a while, that’ll freshen up their opinions about me in case I look significantly ‘anything’ to them (myself, shattered). Filter out three overheard conversations, forget two of them. Keep one for personal musings, like: ‘why haven’t I ever considered this?’, and others. You say we merely rethink the same thoughts instead of having ones we’ve never had before. It’s a telling tale on what it means to be forgetful. Get a coffee. People refer to ‘cow’s milk’, but keep saying ‘regular milk’. Black please. I’m behind on you and your way of getting to me, I know. But this walk. The delight in this: the sunlight appears in a bend. I take a right, it disappears. Get stuck behind slow walkers. A very small person turns around angrily as I radiate my frustration. Even a worm will turn. Joy and mild irritation.Yes the distance, yes the lack of speed, yes – I look forward (to seeing you inside) and sometimes backward too. Breakings of the road everywhere – mustn’t forget that dream I just had. I do little to counteract the decline of my body with time, because in possession of a youthful mind, that decline means nothing to me. It’s something people haven’t really been willing to understand. I write down my dreams in a little notebook kept on a stack of other mind-expanding objects beside my bed. Forgot about it this morning, left space for slack. ‘I own six nail clippers but can’t remember ever buying one’.4 Cross the road – excuse me? Thanks. The last person I slept with told me I seemed to them like a cat; uncertain of what I’m going to get, but certain I’m going to get it. Other people will always know me better than I know myself. I think solipsism doesn’t exist, but I’d have to speak that thought out loud to have its potential truth verified. This city is always under construction. May as well start living with the pipes. Don’t remember it being so cold this morning. Can’t I ever have what I thought was mine, rightfully concluded? A one legged man hurrying to catch the bus, I’m almost there, almost there, almost – a rise of heartbeats, mustn’t end up in the approaching rain. In the corner of my eye something solemn is happening. Want to stand still to do justice to it. Speed up instead. ‘Arriving in one piece / jaded, is enough for some’.5

Left or right? Control the upside-down pedal, this is the part where cyclists put their feet, apparently. It isn’t supposed to be this loose. Don’t fall off, please don’t fall off. Go left and left and take another left to stay in the same place. I remember this person sitting next to me outside a bar in one of the gentrified areas in the city saying he was so far right, that if he needed to go left he would turn right three times. I laughed. I was surprised too, because turning right without first steering left is impossible. And I don’t think he knows this, I don’t think many people know this, but it’s physics. I feel like if I go circular too often (probably this circle I stay in is more a form of indirectness) I could stay within the lack of an outside, and there is no outside6. Text her, she should be moving now too. Consolidate; stop. The need for a relationship with something external is self-serving or maybe even fiction at its finest. I know where to go – I know this route, this specific route. I know I’ve been here many times. Repetitiveness is similar to coming to a stop. Much like when a person materializes out in the street, but it might be they just came from between two or more cars in reality, and I bodycheck them with my right shoulder over the handlebar. I don’t mean the cars, but the person. And it’s definitely not intentional, but I do lean into it for maximum damage. Trace the rest of this known route with red markers to make a map in a 1:1 scale. This seems impossible, but it could be done. But then I would need a lot of red markers and I really don’t want to carry a bag while cycling. True scales are interesting though – they still need an outside perspective and that’s the reason I mistrust maps and other forms of spatial representation. Should I check the time? No, not going to either. But now I don’t know if I’m going to be late or not. Am I? That would be okay, I suppose. Stop. Coffee? Yes, no, check time now? The little place is near, so I would probably have time for coffee. Sometimes I still can’t figure out how the doors to the bathroom work. Pretend, I already know where the bathroom is, but there are two doors and one is a sliding door and the other one is a common door because it has common hinges. It’s not really that difficult, but still a little confusing if you don’t practice. See, there is a master plan that I came up with and now sometimes practice. Slide open, stop, don’t go in yet, open the door, go inside and inside again. Turn and close the sliding door (this can be done in one movement). Close the door that turns. Do the thing. Turn, slide, go outside, close and close. Better go for coffee after we meet up. The people who work there laugh when somebody didn’t practice the master plan and needs to figure it out on the spot. I’m not far now. That looks like a rattail under that car, or maybe a piece of string. Probably a rat. A rat king is not really the king of rats with a crown or scepter, it is just a lot of rats that have their tails stuck in a circle because of sap or other things that could become sticky or entangled. And this happens when there are too many rats in a small space (repression always leaves its trace in the present—hence “what sticks” is also bound up with the “absent presence” of historicity)7. I should tell her this, she wouldn’t care. Stop. I have had this thought before. Why did my toothpaste taste like cacao nibs? What was that about? Also, what even are cacao nibs? Hey, that’s you, you’re far away, but I can see how you walk and I love the way you walk, like a little happy something sometimes. Push pedal, don’t let it fall but speed it up. Fix your face, stop smiling like that, it’s too much. 

Hey, good to see you.

Yeah same, you’re keeping that coat on inside? 

It’s not that warm in here, right, aren’t you the one who doesn’t wear coats at all? P: True, yeah, I just don’t like their weight on top of the stuff I’m already wearing.

Queer use as refusal, […]. Not all use can be or even should be foreseen.8

I’ve been waiting for a bit, I thought I was late, but got here early, actually. I already looked at some works so I’d say we start in the dark space there on the right, I haven’t been there yet.

Sure, I usually start somewhere else, but I don’t mind switching things up.

And where is that?

Probably the -1 level, because that space is most likely to cause me some sort of cognitive overload if I don’t visit it with a fresh mind. It has all these little details that I otherwise can’t really process.

I never even visit the depot, for a similar reason. I do like doing this in a certain way though.

Residual categories are those which cannot be formally represented within a given classification system. That which is left over after classification is built.9

Do you usually walk a set route? As in; do you have a linear way of walking through museums?

What do you mean, linear?

I don’t know, just linear? Straight lines, reading descriptions, go work by work, in – and out the rooms as per pre-designed route? In order to maintain your ‘cognitive capabilities’?

No, reading those descriptions or signages kind of distracts me from digesting the exhibition.

[…]

Interesting, I feel like they made less effort this time.

Hey, it’s on the left

Sorry, I got a bit distracted by these paint chips, and it’s kind of dusty here too.

Oh maybe it’s not on the left, all these people are coming our way, I think we need to enter from the opposite side.

I think I can see the screen, but it seems broken – it looks different from what I remember? Let’s see if we can get in from this side.

… Resolution determines visibility
…Whatever is not captured by resolution is invisible.

When something stops working or cannot be used, it intrudes into consciousness.10

Seems like some things become obsolete so quickly. I do like how they use the resolution target from the desert as a design feature in the video. They actually use it for orientation, which reminds me of cartography, that’s pretty cool, I think.

Obsolete, why?

The fact that this target is reused for something completely different, but it still does some of what it’s trying to represent; it’s still about how resolution determines visibility.

And then in turn the visibility of the piece also shifted for me. It’s not like when I saw it the first time, something’s very different. I don’t remember seeing the whole thing, or where I saw it. I just remember thinking a lot about the film’s presumed opposition of subject versus object.

That’s not really anything new philosophically, though.

True, I recall the idea of person versus digital image being new and interesting to me at that time, with people’s emerging and growing disembodied condition through being online constantly. And this sentiment increased of course, like, how is a person not an image?

[..]

I think Steyerl herself also talked about ‘being spam caught by a filter’ or something. But of course, 2013. That, and after seeing it a few times, it doesn’t really speak to me the way that it did before.

But a person is an image. We mirror ourselves to all the representations around us, and we’re doing the same over and over and over again. It’s exactly this “redoing of a motion” that creates reality. Seeing the same kind of things over and over is performative in that sense, right – you become the image.

Who said that again? Baudrillard?

Yeah, I think it’s the simulacrum or simulation thing that he’s talking about. We’re literally images throughout the reiteration of the things we encounter.

Same goes for language, we understand words because the meaning has been forcefully repeated time and time again. Which is somewhat contradictory, but seeing a thing over and over again would make you numb to it at some point.

It is unnerving to realize how much one’s compass or tastes can shift throughout a lifetime, how one’s sense of “okayness” is contingent on a host of factors, including the simple question of whether one is experiencing something for the first or the second time, not to mention the twentieth.11

…Being a wifi signal moving through human bodies.

…To go offscreen

[…]

What do you think it would do to watch this on a loop? Like, now that we’ve seen it for a second time, what happens if we watch it a fourth, tenth twentieth time in a row? 

I’d say the meaning gets lost. I mean after a couple of times you can read the work in different ways, and although there are so many possible meanings, you’d get bored after the ‘so-maniest’ time.

Experience is itself a funny notion. It is real-time; it has duration and intensity; it takes place in the present; it is imminent, and perhaps most of all, it is irreducible.12

Invisible people retreat into 3d animations.

I’d actually wish I could walk around it, but I can’t.

Brechje Krah is schrijver (van poëtische proza en autotheorie), (performance)kunstenaar en ontwerpt publicaties. Alexandre Guern is freelance schrijver en werkt momenteel voor een kunstinstelling.

  1. Henry David Thoreau, Excursions, 1862.
  2. Kathy E. Ferguson, Anarchist Women and the Politics of Walking, 2017.
  3. trans, Point Break, anonymous author, Das Magazin, no. 12, solo, winter 2015.
  4. excerpt, Heather Christle, Suggested Donation, 2019.
  5. excerpt, John Ashbery, Recent History, Quick Question: Poems, 2013.
  6. Jacques Derrida, Of Grammatology, 1967.
  7. Sara Ahmed, Affective Economies, 2004.
  8. Sara Ahmed, What’s the Use, 2019.
  9. Susan Leigh Star & Geoffrey C. Bowker, Enacting silence: Residual categories as a challenge for ethics, information systems, and communication, 2007.
  10. Sara Ahmed (2019).
  11. Maggie Nelson, The Art of Cruelty, 2011.
  12. Susan Leigh Star & Geoffrey C. Bowker (2007).

Raamwerk

Emma Wiersma
Jakob Jakobsen, Page not Found (2021).
Jakob Jakobsen, Page not Found (2021).

Nu we weer naar buiten mogen en bij publieke ruimtes naar binnen, vraag ik me af hoe ik buiten kom. Ik zag ‘buiten’ vooral als een non-ruimte: te zien vanuit het raam en alles voorbij de deur. Maar aan het einde van de straat ligt de volgende stad en bereik je de grens dan treed je, als je mag, het volgende land binnen. Ik las dat Bir Tawil, een gebied tussen de grenzen van Egypte en Soedan, het enige stuk grond op aarde is dat door niemand wordt opgeëist.

Dear A
the sky is on fire
Z

uit open letter A and Z van Janice McNab, 
gezien op voorruit Page Not Found

In een kleine glazen kubus in Bulgarije plaatste Sanne Kabalt twee doorschijnende foto’s. De ene toont een doorkijkje naar de vorming van lavastenen in IJsland, de ander de ingang van een grot in Laos. De kubus is de Razklon Gallery en staat op een drie meter hoge bakstenen sokkel die doet denken aan een put. Aan de zijkanten staan letters in zwarte stenen die naar de dorpen eromheen wijzen. Als je vanuit de juiste hoek kijkt, zie je drie landen tegelijk, of je ziet Bulgarije vanuit Laos, of IJslandse lavasteen vanuit Bulgarije. Kabalt noemt het A doorway, entrance or gate (2021) en ze creëert binnen de kaders van het glas een plek waar je onbegrensd tussen de drie landen mag bewegen.

Op een andere grens tussen binnen en buiten – een raam in Nederland – startte Stichting Page Not Found het doorlopende project Open Letters, waarin ze open brieven van kunstenaars en schrijvers op haar voorruit publiceert.

Stichting Page Not Found is een non-profit organisatie gevestigd in Den Haag, die zich inzet om kunstpublicaties beschikbaar te maken voor een breed publiek, en publiceren als artistieke praktijk stimuleert. Het project Open Letters begon tijdens de lockdown, toen de publieke binnenruimtes gesloten waren. De eerste brief op het raam was van Paul Maheke, genaamd The year I stopped making art. Why the art world should assist artists beyond representation; in solidarity.

The year I stopped making art was the year I became a single parent. It was 1622, I got enslaved and was taken by force to North America to work in a field. It was 2003 and I had to travel to another country to get an abortion. The year I stopped making art was 1997. When I had to save thousands for my tritherapy and to provide for my mother who had just lost her job. It was 2017 when I fell short of money to pay the registration fee of the photo contest, of the art residency, of the entrance exam at the prestigious Uni. (…)

De teksten op het raam zijn kwetsbaar en urgent en wijzen vaak op de onhoudbaarheid van het constant naar buiten treden als maker. Jakob Jakobsen schrijft bijvoorbeeld dat hij ziek is, stopt met werken en hoopt op een arbeidsongeschiktheidsverklaring, maar dat hij ook daarvoor werk moet verrichten. 

There are many of us who dream of a different set of conditions where we can work in the rhythm of the most wonderful music, jointly offering up what we wish to. That’s not merely anything. That’s a whole new society.

uit Letter of Resignation van Jakob Jakobsen

De buitenwereld blijkt een lopende band van arbeid te zijn, een rattenrace die zich tijdens de pandemie steeds dieper onze privésferen binnendrong. Vergaderen en lessen volgen vond niet langer plaats in kantoren en schoolgebouwen, maar veranderde in digitaal bellen vanuit woon- of zelfs slaapkamers. Misschien wil ik niet naar buiten, maar zoek ik juist een veilige binnenplaats.

a moment
please
could you

hold 
the door

to have a foot 
in
see

uit gespiegeld script The-foot-in-the-door van Arthur Cordier,
gezien op voorruit Page Not Found

Emma Wiersma schrijft, maakt, publiceert en studeert.

Sanne Kabalt, A doorway, entrance or gate, 2021. Foto: Terry Vreeburg.
Sanne Kabalt, A doorway, entrance or gate, 2021. Foto: Terry Vreeburg.
Paul Maheke, Page not Found (2021).
Paul Maheke, Page not Found (2021).