Vertrouw op je instinct: Mondriaanhuis

Fleur Duivis
Sanne Bruggink, SIGNAAL WIT

De kunstgeschiedenis drukt haar loodzware stempel op de expositie Plat en uitstekend, met werk van Sanne Bruggink en Jan Maarten Voskuil. En niet alleen omdat de tentoonstelling is georganiseerd in het geboortehuis van niemand minder dan Piet Mondriaan. Net als deze grootheid lijken beide kunstenaars gefascineerd door klassieke begrippen als illusie, diepte, kleur en licht. Maar dan overgoten met een luchtig sausje.

Sinds ik weet waar Sanne Bruggink (1970) haar blauwwitte motief voor één van haar reliëfs vandaan haalde, kan ik op straat geen kant meer op: plotseling denk ik overal witte verkeerspalen met blauwe spiralen eromheen te zien. Haar manier van kijken is essentieel om te komen tot een motief voor haar werk. Datgene wat aldoor aanwezig is, maar zo onnadrukkelijk dat het niet in het oog springt, kan dienen als aanleiding. Het patroon van een gordijn of de blauwe belijning op een verkeerspaal worden door haar verder uitgewerkt, waarna het eindresultaat niet langer als zodanig herkenbaar hoeft te zijn.

Bruggink maakt reliëfs die uit meerdere lagen zijn opgebouwd. In veel gevallen spaart ze in de bovenste laag een patroon uit waardoorheen een geschilderde onderlaag te zien is. Je hersenen interpreteren, corrigeren en vullen aan wat je ogen zien. Want het lijkt of ze met deze (vaak geometrisch gevormde) holtes diepte suggereert. Het onderliggend patroon werkt die ruimtelijkheid tegen. Daarmee weet Bruggink je telkens weer op het verkeerde been te zetten.

Op Faded Flower (2005) is een wit bloemenpatroon op een lichtgrijze achtergrond zichtbaar. Een gekleurd blokkenpatroon is er als een net omheen gedrapeerd. Bruggink speelt met de vorm en restvorm en de schreeuwende kleuren die uiterst minimaal zijn aangebracht. Alleen door bijna met de neus op het kunstwerk te staan, wordt duidelijk wat op de voorgrond is geplaatst en welk deel van het reliëf door een uitsparing in de witte lak wordt gevormd.

Deze bescheiden manier van werken: op zoek naar iets kleins of onopvallends, leidt tot monumentaal werk. Zoals Frontaal Zwart III (2007) waarin de losse onderdelen niet geheel overeenkomen met de vorm. Een witte lijn kan een uitsparing zijn in het werk en dus in dit geval het wit van de wand. Met haar spel van lijnen en vlakken wordt de blik van de kijker gemanipuleerd. Zelfs een vluchtige blik is genoeg om vragen op te roepen. Is de smalle grijze overgang van het zwarte vlak naar het wit met airbrushtechniek tot stand gebracht of is het de schaduwwerking op de muren van de museumzaal? Wanneer je dit raadsel wil oplossen, dan word je als vanzelf gedwongen het werk opnieuw en van uiterst dichtbij te onderzoeken.

Ook het werk van Jan Maarten Voskuil (1964) is monumentaal te noemen. De ineengezakte Vergulde lijst (2002) op de zolder van het Mondriaanhuis is leeg. Het kunstwerk dat een eigen verhaal zou moeten suggereren binnen dit gouden kader ontbreekt. De lijst is verdeeld over de muur en de vloer en het lijkt zich nauwelijks een houding te geven. Is het moe van de kunst die het zou moeten presenteren?

Voskuil maakt hoofdzakelijk werken die zich zowel als schilderijen en als sculpturen laten omschrijven. Hij spant onbehandeld linnen op een spieraam waarvan twee zijden haaks op het platte vlak staan. Door deze vervolgens van een egaal kleurvlak te voorzien wordt het oog van de kijker verward, want het is moeilijk om te focussen op het niet platte vlak.

Bij Panorama I (2002) zijn op een kromgetrokken doek verticale strepen aangebracht. Het lijken effen lijnen, maar de schijn van Voskuil bedriegt. Heel subtiel en bijna onzichtbaar – geen verftoets zal hem verraden – heeft hij bovenin kleurverloop aangebracht. En opnieuw is de kunstgeschiedenis aanwezig, want de kunstenaar verwijst hiermee naar de oude meesters en hun kunde in het schilderen van de lichtinval.

Als bezoeker moet je je niet overbelasten door het enorme gewicht van de kunstgeschiedenis. Het speelse karakter van de kunstwerken mag niet worden omgebracht door deze wetenschap. Verrijk jezelf met de kijkwijze van Sabine Bruggink en stap gewapend met deze openheid de zalen binnen. Vertrouw op je instinct, volg je inlevingsvermogen. Ga op zoek naar de knipogen van beide kunstenaars. Zou Voskuils Statue (Rise and Shine IV) (2004) geen matras kunnen zijn die bij een verhuizing tegen de muur is gezet en vervolgens onder zijn eigen gewicht is bezweken? Dat deze Statue recht tegenover de Vergulde lijst is geplaatst kan geen toeval zijn. Wellicht verbeeldt dit de ambivalentie van de interpretatieleer die de kunstgeschiedenis óók is.

PLAT EN UITSTEKEND
Sanne Bruggink en Jan Maarten Voskuil
t/m 28 oktober 2007

Mondriaanhuis
Kortegracht 11, Amersfoort
www.mondriaanhuis.nl

Binnenkort:
Guido Winkler en Jan Maarten Voskuil
16 september t/m 15 oktober 2007

Galerie De Vierde Dimensie
Zevenbergseweg 12, Plasmolen
www.vierdedimensie.nl

Jan Maarten Voskuil, GUILDED FRAME
Jan Maarten Voskuil, STATUE (RISE AND SHINE)