Opnieuw of voorbij performance?

Nathalie Zonnenberg

Leek het dat de jongste generatie kunstenaars de roerige jaren waarin zij opgroeiden door de komst van computer en Internet eindelijk had overwonnen, in galerie Akinci werd op de opening van de tentoonstelling OVER… Over Performance, Video en Communicatie de geest van de jaren zeventig teruggeroepen. Het kunstenaarsduo JOKO (Karin Jost, 1966 en Regula J. Kopp, 1968) voerde onder het oog van een kleine menigte een ouderwetse performance op. In From Milk to Slaver (1998) brachten de twee vrouwen beurtelings dezelfde slok melk bij elkaar in de mond tot die uiteindelijk veranderde in een slijmerige massa speeksel.

Reeksen foto's tonen eerdere performances die op geen enkele manier de schijn geven dat ze in de jaren negentig hebben plaatsgevonden. Behalve misschien het werk Kombirama (1997) waarin de beide kunstenaars naakt op tafel liggen als presenteerblad voor verschillende sushi die door gasten kunnen worden genuttigd. Deze actie is een lichte provocatie van de overspannen hedendaagse seksindustrie en doorbreekt het spirituele karakter van de interacties van JOKO enigszins.

De video Mouth to Mouth (1995) van het Britse kunstenaarsduo Smith (1968)/Steward (1961) refereert ook aan bekende performances zoals we die kennen van onder anderen Ulay & Abramovic. We zien een man onder water in een badkuip die adem krijgt toegediend door een vrouw die over het bad heen gebogen staat. De lucht die hij via de vrouw binnen krijgt, bevat minder zuurstof dan hij nodig heeft. Toch lijkt de man zonder moeite onder water te kunnen blijven. Verschil met voorgaande performances is dat we geen uitsluitsel van de actie krijgen te zien. Het werk is als een loop gemonteerd en zwaar gestileerd, waardoor we ons opnieuw toeschouwer voelen en niet, zoals de performance pleegde te bewerkstelligen, participant.

Een interessanter beeld van de erfenis van performance geeft het werk van de Zwitserse Emmanuelle Antille (1972). De video's die zij maakte toen ze twee jaar geleden deelnemer aan de Rijksakademie te Amsterdam was, koketteren met de beeldtaal van de performance. Ze hebben zowel een reëel als fictioneel gehalte waardoor ze tegelijkertijd verontrusten en intrigeren. Hier toont Antille een nieuw werk dat minder performance-like is maar niet minder psychologisch geladen. Wouldn't it Be Nice? (1999) toont een familie die elkaar treft in een groot vakantiehuis gelegen in een romantisch landschap. Er spelen zich vreemde ontwikkelingen af tussen de personages die het midden houden tussen intimiteit en agressie. Twee zussen wrijven elkaar liefdevol over de rug en armen, maar grijpen elkaar ook lachend bij de keel.

De titel van de tentoonstelling OVER… geeft ruimte voor meerdere interpretaties: voorbij of ten einde, opnieuw of overheen. Dat lijkt een transitie aan te willen geven. Van de rituele vorm van de performance naar nieuwe vormen van kunst die daar op gebaseerd zijn, hun geschiedenis aan ontlenen, maar de dubbelzinnige taal van de media in zich hebben opgenomen. Dat is waarschijnlijk het verband waarin het werk Touch Me (1999) van Kirsten Geisler (1949) is geplaatst. De perfecte, virtuele vrouw op het touchscreen ‘reageert' op aanrakingen van de bezoekers. De gelikte, hi-tech vormgeving, die in het werk centraal staat, staat in schril contrast met de diepere, gelaagdere vormen van kunst die een psychologisch proces willen onthullen of juist problematiseren.

t/m 5 februari, Galerie Akinci, Lijnbaansgracht 317, Amsterdam