Onze burgemeester en zijn habitat

Gerben Bakker
Dana Lixenberg, BURGEMEESTER OUDE PEKELA (2011)

Het vernieuwde Amsterdam Museum, gehuisvest in het voormalig Burgerweeshuis – één duik verwijderd van de mensenmassa in de Kalverstraat – biedt onderdak aan de foto’s die Dana Lixenberg (1964) maakte in het kader van Document Nederland. Lixenberg fotografeerde voor deze jaarlijks terugkerende opdracht een indrukwekkend tijdsdocument bij elkaar over een beroepsgroep die in de kunst doorgaans niet aan bod komt: de burgemeestersploeg van Nederland, en zijn habitat.

Burgemeesters? Het onderwerp is misschien niet erg sexy. Eerder een tikkeltje truttig zelfs. Alles wat met burgemeesters te maken heeft, riekt immers naar spruitjes en stroperige gemeentepolitiek. Waarom dan dit onderwerp? Misschien dat de keuze voor dit onderwerp past  in de maatschappelijke opleving van het kleine geluk; de buurtbetrokkenheid, de inburgeringscursus en het particuliere initiatief, het zijn allemaal zaken die te maken hebben met Hollands bestuur op de vierkante millimeter. Met dit onderwerp brengt Document Nederland dan ook daadwerkelijk een ode aan de actualiteit. De expositie is wat mij betreft een relevante verbeelding van onze huidige binnendijkse oriëntatie.

Wat doet de burgemeester zoal volgens Lixenberg? De burgemeester anno vandaag is een wat ambivalente figuur. Aan de ene kant staat hij (of zij) in de regenteske traditie van het Nederlandse ambt, waarin hij vanouds een echte hoogwaardigheidsbekleder is en een machtige spil in de koopmanseconomie (hier en daar zijn in de foto’s de verwijzingen naar dit verleden te vinden). Aan de andere kant is hij diender van het algemeen belang in de modernere traditie van de verzorgingsstaat, waarin de bestuurder vooral niet te ver van ons af moet staan. De Nederlandse burgemeester laat zijn ambtsketen liever in de kast hangen, hij moet er immer voor waken dat hij niet gezien wordt als elitair. Het gevolg: de burgemeester begeeft zich dagelijks in de modder van onbenulligheden, inclusief lintjes knippen en thee met plakjes koek.

Lixenberg neemt de dubbelzinnigheid van deze situaties stevig op de korrel. Eén van de meest treffende foto’s is de bijeenkomst van een afsluiting van de inburgeringscursus waarbij de burgemeester in kwestie aan het hoofd van de kantinetafel zwijgend zijn slagroomgebakje naar binnen schuift. Pijnlijk en geestig tegelijk: de beste man heeft natuurlijk wel betere dingen te doen, maar de burgemeester neemt ook zijn meest wereldlijke taken uiterst serieus. Een sterk verantwoordelijkheidsgevoel is de hedendaagse burgemeester dus niet vreemd. 

Wat betreft de portretten heeft Lixenberg geprobeerd om deze gewetensvolle houding eer aan te doen. De burgervaders en -moeders zijn nogal dicht op de huid gefotografeerd, maar Lixenbergs blik is vrijwel nooit onsympathiek, al neemt ze soms de ijdelheid op de hak. Bijvoorbeeld bij de burgemeester van Leerdam die als gevolg van zijn glanzende teint meer tijd onder de zonnebank lijkt door te brengen dan in zijn kantoor. 

Lixenberg gaat graag te werk als een taxidermist, als iemand die dieren opzet en ze met huid en haar vereeuwigt. Haar figuren lijken soms bruut gevangen in een moment van onoplettendheid; geschoten wild. Om de prooien heen schept Lixenberg nauwkeurig de compositie van de omgeving. Alles valt op zijn plek en elk detail wordt uitgelicht,  tot de kleinste rimpel. Het is een confronterende stijl die deze manier van werken oplevert, maar als beeldtaal lijkt ze goed te passen bij de idealen van directheid en transparantie van de Nederlandse bestuurder: het politieke dier heeft immers niks te verbergen.

Wat dat betreft is het aardig dat naast Lixenberg ook een expositie van het werk van Bartholomeus van der Helst (1613-1670) wordt getoond. Van der Helst was een portretschilder van de Amsterdamse elite in de Gouden Eeuw en heeft in die hoedanigheid ook enkele burgervaders vastgelegd. Zoals je mag verwachten zijn deze statig afgebeeld, als krachtige volksmenners staren ze ons aan, tronend vanuit een donkere achtergrond. Vanuit huidig perspectief vormen ze de rechtgeäarde vertegenwoordigers van de VOC-mentaliteit, gevlucht uit de dromen van Balkenende. Ze zijn in hun voorkomen én in de waarden die ze vertegenwoordigen bijna tegenovergesteld aan de verschijningen van Lixenberg.

Foto’s en schilderijen zijn altijd moeilijk te vergelijken, maar wat betreft de evolutie van de burgemeester ontstaat onder één dak toch een interessante confrontatie. Wie op zoek gaat naar een pendant van de gestrenge regenten uit de Gouden Eeuw tussen de foto’s van Lixenberg, ontmoet slechts de barse blik van burgemeester en socialist Meindert Schollema uit Oude Pekela, Oost-Groningen. Doe hem denkbeeldig een molensteenkraag om en u begrijpt dat de blik van toen nog voortleeft in het hoge, brakke land.

Dana Lixenberg, BURGEMEESTER RYAN PALMEN TIJDENS NATURALISATIE INWONER HILVARENBEEK (2011)