LOPEN OVER 12.000 GRAVEN

Caspar Stalenhoef
Tentoonstellingsoverzicht Christian Boltanski: NA, 2017, Oude Kerk. Foto: Gert-Jan van Rooij

De kracht van de recente tentoonstellingen in de Oude Kerk is dat er heel specifiek op het gebouw wordt gereageerd. Het werk wordt speciaal voor deze ruimte gemaakt of met bestaand werk wordt de ruimte in een ander daglicht geplaatst. Na is een meer dan geslaagde editie: met verrassend eenvoudige ingrepen reflecteert de 73-jarige kunstenaar op de Oude Kerk als begraafplaats.

De enorme, relatief lege ruimte van de Oude Kerk is voor exposerende kunstenaars elke keer een uitdaging; Germaine Kruip had het daar (in 2015) bijvoorbeeld moeilijk mee. Boltanski heeft niet de ruimte maar de vloer als uitgangspunt genomen: normaal gesproken kan de bezoeker daar vrij achteloos overheen lopen, zonder erbij stil te staan dat deze belegd is met 2.500 grafstenen, waaronder het duizelingwekkende aantal van 12.000 mensen begraven is. Boltanski heeft deze vloer met Les Appareils veranderd in een doolhof van grote zwarte kubussen, in hoogte variërend van ongeveer een tot zes meter. Ze doen denken aan het Berlijnse Holocaustmonument, maar groter en eenvoudiger, gemaakt van houten raamwerken bedekt met donkere folie. Deze langwerpige kubussen tillen de grafstenen – en de graven eronder, vaak meerdere lagen diep – als het ware omhoog, de ruimte in, waardoor de bezoeker niet meer om het idee van de hier begraven mensen heen kan.

Dolend door deze tombes komt de bezoeker de doden ook in ‘levende’ lijve tegen: het werk Prendre la parole (2005) bestaat uit houten stellages gehuld in zwarte jassen, die een (zoals vaker bij Boltanski) lampje als hoofd hebben. Wie dichterbij komt krijgt een vraag te horen: ‘Vertel eens, heb je geleden?’, bijvoorbeeld. Na een aantal van deze ‘ontmoetingen’ ga je deze figuren inderdaad ervaren als de hier begraven mensen, die nieuwsgierig zijn naar hoe jíj bent overleden. Ze vormen een memento mori in een tentoonstelling die op allerlei manieren over sterfelijkheid gaat.

Ook te zien: de bij Boltanski vaak terugkerende verzamelingen van anonieme gebruiksvoorwerpen, die nieuwsgierig maken naar hun afwezige eigenaren. Hier in het binnenschip liggen vijfenvijftig zwarte jassen in nette rijen op de grond, belicht door de lager opgehangen kroonluchters (de graven zijn omhoog getrokken; de kroonluchters omlaag). Les Manteaux dateert uit 1987, maar Boltanski stelt het elke keer samen uit andere – lokaal verzamelde – mantels, waardoor ze steeds weer een andere groep mensen representeren. Dat is een belangrijk thema in het werk van de Franse kunstenaar: door anonimiteit zo sterk uit te vergroten wordt duidelijk hoe eenvoudig een mensenleven wordt vergeten. Boltanski zou eens gezegd hebben dat hij ieder mens een eigen museum waard vindt.

In de hele kerk is het geluid van rinkelende belletjes te horen, afkomstig uit het nieuwe videowerk Animitas (blanc) (2017), dat in de kooromgang te zien is. Honderden belletjes op stokken in een sneeuwlandschap. Boltanski ziet het als een manier om de doden te herdenken, alsof de belletjes in beweging komen door de ronddolende zielen, een ritueel dat hij heeft geleerd van de Amerikaanse Indianen. De video is opgenomen in Québec, maar Boltanski begon ermee in Chili en toont hier dat het op elke betekenisvolle plek de herinnering kan oproepen aan de mensen die daaraan verbonden zijn. Bovendien maakt hij deze algemene geste van het herdenken en herinneren met Disparus (2017) nog specifieker: in een van de kubussen kan de bezoeker plaatsnemen voor een microfoon en namen inspreken uit het gravenregister van deze kerk. Gedurende de tentoonstelling worden deze opnames toegevoegd aan de stemmen die in het Hoge Koor te horen zijn.

Boltanski roept met zijn werk nieuwsgierigheid en betrokkenheid op, ook door bijvoorbeeld in diverse cafés in de omgeving van de Oude Kerk posters op te hangen met alleen het woord na erop. Kunst over loodzware onderwerpen als geschiedenis en sterfelijkheid kunnen voor afstand zorgen, maar met kleine gebaren en simpele ingrepen weet Boltanski het publiek erbij te betrekken.

Caspar Stalenhoef studeerde filosofie en werkt bij het Joods Historisch Museum.

In het kader van Amsterdam Art Weekend 2017 en de tentoonstelling NA vond er eind november een interview plaats tussen Christian Boltanski en Hans Ulrich Obrist. Tubelight wijdde er een stuk aan, hier te lezen.

Tentoonstellingsoverzicht Christian Boltanski: NA, 2017, Oude Kerk. Foto: Gert-Jan van Rooij
Tentoonstellingsoverzicht Christian Boltanski: NA, 2017, Oude Kerk. Foto: Gert-Jan van Rooij
Tentoonstellingsoverzicht Christian Boltanski: NA, 2017, Oude Kerk. Foto: Gert-Jan van Rooij