Leerdam

De videocamera registreert het leven in Leerdam in een langzaam glijdende beweging en glijdt langs allerlei situaties van alledaags naar spannend, van ontroerend naar volstrekt absurd, van uitgelaten naar deprimerend.

Het dagelijks leven lijkt objectief geregistreerd te worden, maar in werkelijkheid wisselen bestaande situaties zich af met geënsceneerde beelden.

Op de tweede videoprojectie wordt de toeschouwer geconfronteerd met eenzame individuen, geïsoleerd in het videoframe, zich overgevend aan verschillende emotionele en fysieke uitbarstingen. We worden ons ervan bewust dat we naar een performance kijken, niet veroorzaakt door de eisen van een verhaal maar voor de camera alleen. Het is een combinatie van minimalistische, op performance ge-baseerde, esthetiek gecombineerd met volledig opgeblazen emotionaliteit. Het is een poging om kunst te identificeren met het leven. De performance van de acteur is diepgeworteld in zijn eigen gevoelens en verbeelding.

Lydia Schouten wil met deze installatie een beeld scheppen van de huidige tijd, waarin mensen ogenschijnlijk in welstand naast elkaar leven, maar waarin het isolement van het individu steeds groter geworden is en waarin men nog slechts via emotionele uitbarstingen aan het oorspronkelijke leven kan raken.

Toen Lydia Schouten in 1988 besloot te stoppen met het maken van video’s, was zij een van de bekendste videokunstenaars in Nederland. Eind jaren zeventig was Schouten, na een studie aan De Vrije Academie in Den Haag en een opleiding beeldhouwen aan De Kunstacademie in Rotterdam, begonnen als performancekunstenaar. Met performances als ‘Kooi'(1978) en ‘How does it feel to be a sexobject'(1979) wilde zij de toeschouwers duidelijk maken hoe het voelt om als vrouw louter op uiterlijkheden beoordeeld te worden. Later maakte Schouten video’s waarin zij zelf de hoofdrol speelde en waarin een soortdroomwerelden werden geschapen. Vanaf 1981 bezocht Schouten met regelmaat de stad New York, waar ze soms langere periodes verbleef om te werken en inspiratie op te doen."Er heerst in die stad een broeierige sfeer, alsof er op ieder moment iets kan gaan exploderen", vertelt de kunstenaar. "Het is een leven op de rand van een vulkaan. De mensen zijn er ontzettend extravert, iedereen is bezig met zijn eigen performance. Het is een geweldige plek om nieuwe ideeën op te doen." Vooral de Amerikaanse televisie maakte grote indruk op haar."Als je de ene knop indrukt is er een science-fiction film, op het volgende kanaal wordt een moord gepleegd, op weer een andere is een familiedrama te zien en daarna zie je reclame. Alles, van nieuws tot reclame wordt gebracht als een show. Werkelijkheid en fictie lijken door elkaar heen te lopen en zelfs in elkaar over te gaan", zei ze in een interview in 1983, toen de Nederlandse televisie nog slechts uit twee kanalen bestond. De video’s die Schouten in deze periode maakt zijn parodieën op de zeepbel die televisie is: een gemaakte, kitscherige wereld waar met een speld doorheen te prikken is. In de installaties die Schouten vanaf 1990 maakt, spelen de Amerikaanse media en de sensationele manier waarop ze omgaan met de dagelijkse berichtgeving, een belangrijke rol. Ze maakte foto’s tijdens de uitzendingen van het ‘Six O’clock News’, een programma dat de kijker overstelpt met de laatste informatie over misdrijven, waarin zowel met de daders als met de nabestaanden gesproken wordt. In de installatie ‘A Virus of Sadness’ maakte zij een eenzame kamer met videobeelden in groene transparante stoelen en werden er videobeelden op de vloer geprojecteerd, terwijl een buikspreekpop, liggend op een bed, iedere minuut zijn jasje opende en vroeg: "please touch". Waar het vroegere werk van Schouten gezien kan worden als een vlucht uit de maatschappij, levert haar recentere werk commentaar op deze maatschappij.

Onlangs heeft Schouten, na een videoloze periode van bijna tien jaar, voor het eerst weer een camera gehanteerd. Rond haar huis in Frankrijk maakte Schouten opnames voor de video ‘Songs of Innocence’ (1997).

Ook voor het project voor de Kunstestafette heeft Lydia Schouten de videocamera ter hand genomen. In de voetsporen van Bert Haanstra filmde ze o.a. de glasindustrie in Leerdam. Schoutens video is echter een ‘fake’ documentaire, waarin zowel lokale bewoners als acteurs figureren. Als in een promotiefilm van de plaatselijke VVV volgt de camera een pittoreske route door de stad. De camera glijdt langs winkels, gaat een café in, betreedt een gymzaal waar tieners aan het basketballen zijn en komt uit-eindelijk terecht bij de glasblazerij van Bernard Heesen.