Gebonden kunst

Willemijn van der Zwaan
Acne Paper, Spring 2010

Men zegt dat alles wat er mis met je is, zijn wortels heeft in je jeugd. In het geval van mijn ongezonde obsessie voor mode, is dit zeker waar. Mijn oudere zus had, toen ik nog op de basisschool zat en zij al een echte middelbare scholier was, een abonnement op Fancy. Ik jatte die meestal uit de brievenbus voordat zij een kans kreeg het tijdschrift te lezen. Het was een nogal gênant meidenblad, vol artikelen als “Werkt tandpasta of Clearasil beter tegen puistjes?” en “Hoe weet ik of hij me écht leuk vindt?”. 

Wat mijn achtjarige zelf echter het meeste raakte waren niet deze journalistieke pareltjes, maar de moderubrieken. Voor een tienerblad was Fancy behoorlijk vooruitstrevend; zo verzorgde de befaamde mode-illustrator Piet Paris destijds de tekeningen. Fancy’s maandelijkse trendrapporten inspireerden mij tot experimentele (en twijfelachtige) stijlkeuzes, zoals het dragen van bindi’s, beenwarmers en netpanty´s en het combineren van roze, paars en oranje. Het fashion victim in mij was ontwaakt.

Toen de puberteit zich aandiende en ik mij al behoorlijk volwassen begon te voelen, moest Fancy  plaats maken voor serieus leesvoer: een Britse Vogue, voor het eerst aangeschaft op een schoolreisje naar het Engelse York in de tweede klas. Ik las het blad met een wetenschappelijke precisie, de namen van ontwerpers, stylisten en modellen uit mijn hoofd lerend. Het tijdschrift werd mijn belangrijkste eigendom. Alles had een niveau dat ik nooit eerder had gezien; het was duurder, verfijnder, mysterieuzer, maar vooral beter.

Ik was diep onder de indruk van de modereportages door fotografische grootheden als Mario Testino, Nick Knight en David Bailey. Hun beelden straalden op en top high fashion uit; de geportretteerde vrouwen waren zelfverzekerd, belachelijk goed gekleed en buitenaards mooi. Hoe kon ik na dit gezien te hebben wederkeren naar de wereld van Fancy en Tina? Het onschuldige enthousiasme voor kleding had nu plaatsgemaakt voor een ware mode-manie.

Sinds de aankoop van die ene beslissende Vogue op mijn dertiende, ben ik een ware tijdschriftenjunk geworden. Mijn collectie heeft over de jaren heen indrukwekkende proporties aangenomen. Na de Britse Vogue ben ik overgestapt naar haar meer vooruitstrevende buitenlandse zusjes, zoals de Franse editie, waarin modellen een jaloersmakend je ne sais quoi uitstralen, en de Italiaanse, sinds jaar en dag voorzien van prikkelende covers en reportages door überfotograaf Steven Meisel. Naast leden van de Vogue-familie, verzamel ik ook meer specialistisch materiaal. Lula, dat als ondertitel “Girl of my dream” heeft, is gevuld met dromerige, meisjesachtige foto’s van fotografen als Ellen von Unwerth en Venetia Scott.

Acne Paper, een uitgave van het Zweedse kledingmerk Acne, geeft fotografen voor ieder issue de opdracht rond een thema – “Tradition”, “Elegance”, “Exoticism” – te fotografen. Dat levert waanzinnige foto’s op van onder andere Terry Tsiolis en Daniel Jackson. Mijn persoonlijke favoriet is The Gentlewoman, een strak vormgegeven blad met nogal onverwachte covergirls. Zo lacht Angela Lansbury je voorop de laatste uitgave vrolijk toe, met de bril van fotograaf Terry Richardson op haar neus. Dit tijdschrift is een winnende combinatie van interviews en artikelen die je niet direct zou associëren met een modeblad, zoals een ode aan de nederige appel of een profiel van de eigenaresse van een wijngaard, en hoogstaande reportages door fotografen als Alasdair McLellan, Blommers & Schumm, Liz Collins en Benjamin Alexander Huseby.

Dat modefotografie ook bestaansrecht heeft buiten de pagina’s van een tijdschrift, werd mij duidelijk op de Unseen Photo Fair, die eind september plaatsvond in de Amsterdamse Westergasfabriek. Onderdeel van het randprogramma was de tentoonstelling FASHION! met werken uit de Camera Work collectie uit Berlijn. Alleen al het feit dat er werk uit deze fotografiecollectie – een van de grootste ter wereld – getoond werd ter gelegenheid van een vierdaagse beurs, vond ik imponerend. Toen ik door de ruimte liep, zag ik dat alle groten der aarde waren verenigd: Man Ray, Edward Steichen, Steven Meisel, Erwin Blumenfeld, Richard Avedon, Irving Penn, Horst P. Horst, enzovoorts, enzovoorts. Een ware greatest hits verzameling.

Toen ik verder ging kijken dan alleen de namen die op de bordjes stonden  – en over de shock heen was dat ik zij aan zij met Erwin Olaf de tentoonstelling aan het bekijken was – kon ik mij richten op de kwaliteit van de foto’s zelf. De hoeveelheid foto’s was overweldigend, maar een aantal beelden hield mijn aandacht langer vast. Zo waren er de werken die Michelango di Battista maakte in samenwerking met de Duitse kunstenaar Tina Berning; de modellen zijn soms letterlijk beplakt met tekeningen van Berning, maar ook had zij heeft de foto’s op haar beurt bewerkt, onder andere met vlechtwerk.

Ook was ik geïntrigeerd door de getoonde kwetsbaarheid van het model in Helmut Newtons Arielle After Haircut (1982), iets wat we niet gewend zijn van de wijlen grootmeester van de erotische foto. Tenslotte was de Italiaanse topfotograaf Paolo Roversi rijkelijk vertegenwoordigd in de tentoonstelling met gigantische prints. Zijn dromerige en vage beelden, zoals Kirsten Away (1988) en Guinevere in Red Dress (1996), transporteerden mij even naar een andere tijd en plaats.

Een groot deel van de foto’s die in deze tentoonstelling hingen, was in opdracht gemaakt van de tijdschriften die ik al jaren lees. Hangend aan de muur bleken ze echter meer dan bovengemiddeld goede foto’s van de laatste trends: het werden op zichzelf staande kunstwerken. FASHION! liet mij inzien dat goede modefotografie zijn waarde pas echt bewijst als deze ook buiten de modecontext weet te boeien. Het bevestigde voor mij iets wat ik al langere tijd wist: een tijdschrift van kwaliteit zit vol met potentiële fotografische meesterwerken. Wie weet wat ik in de volgende uitgave kan ontdekken?

The Gentlewoman, Autumn/Winter 2012
Michelangelo di Battista en Tina Berning, FACE/PROJECT (2007)
Helmut Newton, ARIELLE AFTER HAIRCUT (1992)
Paolo Roversi, GUINEVERE IN A RED DRESS BY YSL (1996)