Een les in verdwijnen

Roy Russchen
Tentoonstelling HOW TO DISAPPEAR COMPLETELY in Garage Rotterdam, foto: Bas Czerwinski.

Gevestigd in de voormalige Volkswagengarage in het centrum van Rotterdam, bevindt zich sinds 2011 de tentoonstellingsruimte Garage. In het leven geroepen voor en compleet gewijd aan de (inter)nationale hedendaagse kunst. In How to disappear completely worden werken van veertien kunstenaars getoond. Zowel Nederlandse als buitenlandse kunstenaars, zowel jonge als al gevestigde kunstenaars. In samenhang en een verscheidenheid aan media beantwoorden de exposerende kunstenaars prangende vragen over identiteit, privacy aan- en afwezigheid en (on)zichtbaarheid. Is het in een tijdperk van sociale media mogelijk om onzichtbaar te zijn, om je af te sluiten van de massa, of zijn we allemaal altijd online, aanwezig en te volgen? Kunnen we in onze samenleving een eigen identiteit hebben, of verdwijnen we allemaal in één geheel en lijden we aan identiteitsloosheid?

Bij binnenkomst komen de kleuren van de verschillende kunstwerken je tegemoet: rood, blauw, goud. Een van de werken springt er vanwege het contrast echter uit. Het gaat om een zwart-wittekening van de in Amsterdam werkende Brit Nik Christensen (1973). Christensen maakt monumentale zwart-wit tekeningen van Sumi inkt op papier, veelal van apocalyptische voorstellingen. In Another Bad Ritual (2015) geeft de kunstenaar het beeld vorm door verschillende zwart-witgradaties en vlakverdelingen. Hierdoor ontstaat er een haast abstract geheel. Toch zijn er figuratieve elementen te herkennen. De wisselwerking tussen het abstracte en figuratieve maakt de tekening als het ware een puzzel: wat kan ik erin herkennen en wat verbeeldt het? Als beschouwer blijf je zoeken naar de herkenbaarheid, als die er al is. Deze zoektocht laat je reflecteren op dat wat je kent uit je eigen omgeving en wat terug te zien is in het werk.

Niet alleen het werk van Christensen zet aan tot het zoeken naar herkenbaarheid, ook Kubus 02 (2017) van Semâ Bekirovic (1977) doet dit, zij het op een andere manier. Van Bekirovic zijn twee totaal verschillende werken in de tentoonstelling opgenomen. De kunstenaar maakt namelijk zowel video’s, sculpturen als grote (video)installaties. Eén hiervan is Kubus 02, een zwarte kubus op een sokkel. Van een afstand lijkt het ook alleen dat te zijn, maar bij nadere inspectie zit er een gouden gloed overheen, zijn er afdrukken te herkennen en cijfers te lezen. Om tot dit resultaat te komen heeft Bekirovic een fabriek de opdracht gegeven een kubus van plexiglas te maken. Op zich is daar niks ongewoons aan. Of toch: de medewerkers van de fabriek mochten geen handschoenen dragen tijdens het maakproces. Eenmaal geïnstalleerd in Garage werd er goudkleurig forensisch poeder op de kubus aangebracht. Hierdoor werden sporen uit het maakproces zichtbaar en toont de ogenschijnlijk effen zwarte kubus meer: de verborgen geschiedenis.

Niet ver van de gouden gloed van de Kubus 02 staat een ander gouden object te schitteren: een tent. Het materiaal waarvan de tent gemaakt is doet denken aan de warmtefolie waarin vele tienduizenden vluchtelingen gehuld zijn nadat zij in gammele, overvolle boten de overtocht hebben overleefd. Het materiaal beschermt de vluchtelingen tegen onderkoeling. Beschermt de tent van Sarah van Sonsbeeck (1976) eveneens tegen koud weer en onderkoeling? Het antwoord hierop is niet ja, niet nee, maar misschien. De bedoeling van de kunstenaar wordt in de tentoonstellingscatalogus verduidelijkt. Een belangrijk onderdeel van de kunstpraktijk van Van Sonsbeeck gaat over stilte, of het gebrek hieraan in de hedendaagse samenleving. Stilte lijkt in dit werk verder te gaan dan alleen geluid, het lijkt meer op het willen en kunnen ontsnappen aan een wereld waarin men constant gezien of bekeken kan worden. De tent is namelijk gemaakt van infrarood blokkerend folie, waardoor de constructie niet gezien kan worden door overvliegende drones. Dit verklaart eveneens de titel van het werk: Anti Drone Tent (2013). Het lichte, dunne materiaal beweegt echter bij iedere beweging van de beschouwer in de buurt ervan. Hierdoor zet ik als bezoeker de stilte in beweging, waardoor afwezigheid lijkt te veranderen in aanwezigheid.

In de ruimte waar al deze kunstwerken te zien en ervaren zijn, zijn natuurgeluiden te horen. Deze zijn afkomstig van de video Event Horizon (2010), het tweede werk van Bekirovic, die in een afgesloten ruimte afgespeeld wordt. In de video beweegt een figuur zich van veraf naar voren, lopend in één rechte lijn naar de camera toe. De figuur is echter onherkenbaar door de grote zwarte cirkel die het voorhoudt. Het tafereel speelt zich af op een zonnige dag in een natuurlijke omgeving met kwakende kikkers en zingende vogels. Doordat het geluid van deze video de afgesloten ruimte overstijgt en de tentoonstellingsruimte vult, is alsof het stadscentrum van Rotterdam verdwijnt. Om in termen van de tentoonstelling te spreken: alsof de bezoeker de drukte van de stad ontvlucht en totaal verdwijnt in een oase van natuur en rust.

De kracht van de tentoonstelling ligt niet alleen in de verscheidenheid aan media van de werken, maar vooral in de uitwerking van het thema, zonder de betekenis van de individuele werken te beïnvloeden. De tentoonstelling doet mij nadenken over mijn eigen omgeving, hoe ik hierin sta en hoe zich dit verhoudt tot het grotere geheel. Wat laat ik achter als ik er niet meer ben, wat is mijn (verborgen) geschiedenis? En heb ik geleefd naar de normen van de hedendaagse samenleving, of heb ik mijn eigen plan getrokken? Ook laat How to disappear completely mij nadenken over mijn ervaring met privacy, of een tekort hieraan. Zelf heb ik eigenlijk nooit het gevoel gehad mijn privacy te verliezen, maar het doet me realiseren dat dit voor sommige mensen wel geldt. Stiekem is het fijn dat het mistig is in Rotterdam. Ik verlaat Garage en verdwijn hierin (schijnbaar) compleet. Niemand die me kan zien of volgen. Of is dit maar een illusie?

Tentoonstelling HOW TO DISAPPEAR COMPLETELY in Garage Rotterdam, foto: Bas Czerwinski.