Een goede binnenkomer?

Milou van Oene

Daar ligt ‘ie dan: een uit de kluiten gewassen paasei. Midden in het entreegebied van het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen is eind februari Baroque Egg with Bow (Orange/Magenta) van kunstenaar Jeff Koons geplaatst. Met een gewicht van zo’n 2000 kilo en een omvang van 6 m³ moet dat een opzienbarende operatie zijn geweest. 

Koons (1955) liet tussen 1994 en 2008 tien kolossale eieren maken. Een team specialisten perfectioneerde een aan de autospuiterij ontleende techniek om het perfect glanzende oranje en roze oppervlak te creëren. Het staal, dat doorgaans zo hermetisch oogt, lijkt hier wel een dun laagje aluminiumfolie. Zo’n velletje waarop de geringste aanraking met een vingernagel sporen nalaat en waarvan je bolletjes kreukelt die in de maanden voor en na Pasen overal in huis opduiken. Tussen de kussens van de bank, bijvoorbeeld. 

Koons vergroot elementen uit het dagelijks leven tot enorme proporties. In 2008 voorzag hij het Château de Versailles van roze metallic ballonhondjes, een bungelend rood hart aan een gouden strik, geschilderde roestvrijstalen zwembanden in de vorm van veelkleurige waterdieren en een porseleinen beeld van Michael Jackson met zijn aap Bubbles. Alarmbellen! Kitsch! Of toch niet? De herkenbaarheid van zijn onderwerpen – roem, commercie en verlangen – maakt zijn werk enorm communicatief. Als één van de weinige kunstenaars maakt hij zich los van gekunstelde pretenties en daalt af naar de belevingswereld van de middenklasse, waar immers al genoeg te beleven valt. 

In tegenstelling tot zijn onderwerpen is de techniek van Koons verre van simplistisch. Hij verzorgt zijn kunstwerken tot in de puntjes, wat hun aanzienlijke prijskaartje deels verantwoordt. De nauwkeurige productie van de paaseieren kostte de kunstenaar naar verluid bijna de kop: de kosten rezen de pan uit. Gelukkig hebben de eieren zich inmiddels ruimschoots terugbetaald, gezien zij allemaal voor ettelijke miljoenen zijn aangekocht door particuliere verzamelaars. Geen enkel ei is in een museumcollectie terecht gekomen. Dat de sculptuur nu in Rotterdam te zien is mag dan ook een buitenkansje heten. Maar welke paashaas heeft Museum Boijmans Van Beuningen dan opgenomen in zijn route? 

Het blauwe ei maakt deel uit van de Bert Kreuk Collectie en is voor een periode van drie jaar in bruikleen gegeven aan het museum. Een genereus gebaar dat niet alleen symbool staat voor vruchtbaarheid en wedergeboorte, maar in deze context ook voor de groeiende invloed van particuliere verzamelaars op de gang van zaken in (Nederlandse) musea. Nu de overheid almaar minder geld aan de culturele sector toezegt, worden particuliere verzamelaars extra in de watten gelegd. Dit maakt dat kapitale kunstwerken als deze voor publiek te zien zijn, maar toch vraag ik mij af: wat voor toekomstbeeld schetst deze ontwikkeling? 

Hoewel de invloed van mecenassen en gulle gevers op museumcollecties een historisch gegeven is, heeft er een ontwikkeling plaatsgevonden. Musea zijn kritischer geworden. Het bestuur bedenkt zich tegenwoordig wel twee keer voordat schenkingen van topstukken uit particuliere collecties worden geaccepteerd. Niet zelden gaan die namelijk gepaard van een wurgcontract dat permanente tentoonstelling afdwingt en een lijst werken die eveneens verplicht aangenomen moeten worden. Een gegeven paard kijkt men niet in de bek, zou je denken, maar inmiddels zijn de depots dichtgeslibd met contextloze werken die gerust zwerfkeien genoemd mogen worden. Nee, dan liever een langdurig bruikleen, een semi-schenking. 

Wat levert dat verzamelaars op? Tentoonstelling in een museum verleent een bepaald kunstwerk een mate van allure en erkenning van de artistieke waarde. Daarmee stijgt in veel gevallen ook de marktwaarde. Daarnaast moet het bevredigend zijn om je particulier kunstbezit aan de wereld te tonen. In het New Museum in New York ging de verstrengeling echter nog verder. In 2010 liet de Griekse megacollectioneur Dakis Joannou, tevens trustee, daar een tentoonstelling van zijn privécollectie cureren door uitgerekend Jeff Koons, van wie hij al sinds de jaren ‘80 werken verzamelt. Volgt u het nog? 

Ondertussen heeft het paasei in de hal van het Boijmans al de nodige media-aandacht opgeleverd – en dat heeft zijn weerslag op de bezoekersaantallen. Gezien dit laatste tegenwoordig de meeteenheid bij uitstek is om bestaansrecht te claimen, legt de actie het museum vooralsnog geen windeieren.

Foto's: Femke Hoogland