DE FREAKS VAN SILVIA B.

Annelieke van Halen

De stad Groningen is naast het Groninger Museum een blikvanger rijker. Op 14 oktober is het kunstwerk Ultra van de Rotterdamse kunstenares Silvia B. (Utrecht, 1963) voor het Cascadecomplex aan de Emmasingel geplaatst. Het beeld is haar eerste grote opdracht voor de openbare ruimte en is tot stand gekomen in opdracht van Amstelland Vastgoed B.V., Rijksgebouwendienst Noord en de Gemeente Groningen. Het CBK Groningen fungeerde als opdrachtgever van het project en heeft een tentoonstelling gewijd aan het werk van Silvia B. en in het bijzonder aan het ontstaansproces van Ultra.

Het is een spectaculair gezicht als je vanaf het station de Emmasingel afloopt en het beeld voor je ziet opdoemen. Ultra is een acht meter hoge sculptuur van een verleidelijke schoonheid. Naarmate je het beeld nadert, wordt de schoonheid ervan echter steeds verontrustender. Aan het weelderige vrouwentorso zitten kinderbenen, die als poppenbeentjes ver boven de grond bungelen. Het lichaam hangt in een reusachtige crinoline waar de stof van de rok overheen is gedrapeerd. Ultra lijkt te zijn gevangen in het keurslijf van de schoonheid. Vastgesnoerd in het korset is zij enkel in staat zich voort te bewegen met behulp van de prothesen die aan haar armen zijn bevestigd en de wieltjes onder de crinoline.
Het overzicht van het ontstaansproces van Ultra biedt verheldering over de inspiratiebronnen van de kunstenares; voornamelijk mode en de daaraan verbonden schoonheidsidealen en de huidige wetenschappelijke ontwikkelingen. Beide dragen bij aan de maakbare mens. Naast de ontwerpschetsen zien we foto’s van prothesen, tekeningen van robots en sci-fi stripfiguren, modefoto’s van mannequins op de catwalk en van beroemdheden uit glossy’s. Voor het gezicht en de haren van het beeld was Sophia Loren een van de modellen.
Silvia B. onderzoekt met haar werk de maakbaarheid van schoonheid. De wezens die zij creëert zijn veelal voorzien van corrigerende middelen als een blokjesbeugel, korset of kunstwimpers. Ook Ultra is geen ‘natural beauty’. Zij is mooi gemáákt met behulp van versieringen als kunstwimpers, haarspelden en een piercing, en zij is ingesnoerd in een feestelijke jurk. Door uitsparingen in het patroon van de rok zie je als je Ultra nadert pas dat haar figuur proportioneel niet klopt: ze heeft veel te korte benen. Het is een kunstmatige, misvormde schoonheid.
De beelden van Silvia B. die in het CBK te zien zijn, vertonen alle een mismaakte schoonheid. Almost Perfect (2004) is een jonge vrouw met prachtig zwart haar en lange wimpers. Ze doet denken aan het meisje uit Tim Burtons film Nightmare Before Christmas: het is een met hechtdraad in elkaar genaaide pop. De naden duiden op de perfecte proporties die ze heeft, maar ook op de littekens die ze eraan zal overhouden. Daarnaast wordt de perfectie door iets anders verstoord: ze heeft een piemel. De kunstenares stelt met dit werk een kritische noot bij plastische chirurgie en de mathematische benadering van het schone.
Andere freaks uit het oeuvre van Silvia B. zijn Lily Lucinda (2001) en Angel (2001). Lily heeft het voorkomen van een Barbie, alleen is haar hele lichaam met golvende platinablonde haren bedekt. Angel ziet eruit als een schattig kind, maar heeft de handen en voeten van een volwassene. Haar kunstwimpers geven haar een valse uitstraling. De kinderlijke onschuld wordt door de misvorming in twijfel getrokken. De schoonheid is daardoor des te verontrustender.
Het waarnemen van de geëxposeerde beelden wekt een ongemakkelijk gevoel op. Door hun uiterlijke kenmerken trekken ze aan maar stoten ook af. Door het gebruik van echt haar en bont hebben de beelden een hoog aaibaarheidsgehalte. Je bent geneigd het aan te raken, maar wordt ervan weerhouden door het besef dat het dood materiaal is. Deze tegelijktijdigheid van tegengestelde posities maakt het werk fascinerend. Het organische materiaal heeft een dubbele connotatie: enerzijds is het echt en doet het daardoor levend aan, anderzijds is het dood materiaal.
Silvia B. verzamelt al jaren voorwerpen die zijn gemaakt van dierlijke materialen, zoals schelpen, veren, ivoor, hoorn, bont, krokodillen- en slangenleer. Speciaal voor deze tentoonstelling is er in een aparte ruimte een rariteitenkabinet ingericht, waar een aantal objecten uit de privéverzameling van de kunstenares te zien zijn. Het zijn voornamelijk gebruiksvoorwerpen zoals kapstokken van dierenpoten, krokodillenleren tassen en hoornen bestek. Ook zijn er jonge dieren te zien, die zijn opgezet of op sterk water staan. Alles heeft in dienst van de mens een tweede ‘leven’ gekregen. De ruimte is dan ook La vie est si gênante genoemd.

De tentoonstelling in het CBK Groningenf biedt de bezoeker de mogelijkheid een kijkje te nemen in het laboratorium van Silvia B., die zich voornamelijk opstelt als onderzoeker binnen de arena van de maakbare mens en daarbij de grenzen tussen schoonheid en lelijkheid verkent. Het verontrustende aan haar werk is dat wat op het eerste gezicht mooi en aantrekkelijk is, bij nader inzien afstotelijk en misvormd kan blijken. Het roept vragen op over de grondslagen van onze esthetiek en toont dat schoonheid verraderlijk kan zijn.

SILVIA B. IN GRONINGEN, 1 september t/m 2 januari 2005

CBK Groningen, Trompsingel 27, Groningen, open wo t/m zo 13–17