Autobiografische fictie

Merle Smeets
SURVIVAL GUIDES FOR BALLROOM DANCERS, RENOVATORS, SOFTBALL MOMS, WORKING PARENTS AND TROUBLED FOLK IN GENERAL (2016). Tentoonstellingsoverzicht de Vleeshal. Foto: Leo van Kampen

Het is 2006 wanneer de Canadese kunstenaar Moyra Davey haar videowerk Fifty Minutes maakt, lopend door haar rommelige woning met een camera op zichzelf gericht. De vijftig minuten in de titel verwijzen naar de standaardduur van een psychoanalytische sessie, en al pratend deelt Davey haar gedachten en leest ze voor uit boeken en kranten die hier en daar door het huis verspreid liggen. Uit haar boekenkast trekt ze een boek met dikke lagen stof, dat ze er als in een rituele handeling voorzichtig vanaf blaast om zo een schijnbaar vergeten object weer tot leven te wekken. Een van de boeken die ze vasthoudt is The Past Recaptured, het laatste deel van Marcel Prousts befaamde In Search of Lost Time, een ander To the Lighthouse van Virginia Woolf. Ze zijn symbolisch voor de manier waarop Davey zelf in een stream of consciousness persoonlijke ervaringen en herinneringen, gedachten en associaties met elkaar verweeft.

Daveys Fifty Minutes maakt deze zomer deel uit van de groepstentoonstelling Survival Guides for Ballroom Dancers, Renovators, Softball Moms, Working Parents and Troubled Folk in General, die de Vleeshal in Middelburg presenteert als een verkenning van de dunne scheidslijn tussen werkelijkheid en fictie, publiek en privé in een op het beeldscherm gefocuste cultuur. Davey maakte haar werk in de tijd dat sociale media nog niet de vlucht hadden genomen als in de tien daarop volgende jaren, waarin populaire YouTubers de alledaagse details van hun levens begonnen vast te leggen en kunstenaar Amalia Ulman de allereerste Instagram-performance opvoerde. Met Excellences & Perfections (2014) zette Ulman duizenden volgers op het verkeerde been door zichzelf maandenlang te presenteren als een stereotype Instagram Girl, compleet met designerkleding, luxe hotelkamers, een borstvergroting en dramatische break-up.

Net als Ulman begeeft Davey zich met haar autobiografische fictie op de grens tussen kunstenaar en onderwerp, waarbij de trage beelden van stoffige hoekjes, vergeten boeken en in dagboekvorm vastgelegde ontboezemingen anno 2016 een filosofische reflectie vormen op de constructie van identiteit in een wereld waarin deze over verschillende platforms is verspreid. De intrigerende gelaagdheid waarvan Davey haar werk voorziet, maakt Fifty Minutes tot een van de sleutelwerken in de tentoonstelling.

Het meanderen tussen gedachten, herinneringen, feit en fictie wordt ook door de Franse Laure Prouvost aangewend als strategie. Middenin de historische Vleeshal plaatste zij haar met zoet roze behang en dito vloerbedekking beklede installatie Grandma’s Dream (2013). Dit videowerk verhaalt over de zorgen en dromen van haar (al dan niet fictieve) grootmoeder, die door Prouvosts grootvader werd verlaten. Met een snelle montage schetst Prouvost een zowel humoristische als verontrustende droomwereld waarin vliegtuigen die half theepot zijn thee schenken vanuit de lucht, vingers worden afgehakt, blote billen worden gestreeld en de hypnotiserende, fluisterende stem van de kunstenaar een verhaal vertelt dat steeds verder ontspoort. Op speelse maar trefzekere wijze construeert Prouvost zo een indringend verhaal dat het midden houdt tussen droom, fantasie, nachtmerrie en werkelijkheid, waarbij ze de vrije interpretatie en misinterpretatie van haar beelden actief lijkt te stimuleren.

Na het zien van Grandma’s Dream en het verlaten van de roze kamer, lijken de overige werken die zich verspreid door de Vleeshal bevinden direct uit Prouvosts fantasiewereld te zijn ontsnapt. Jay Tans Oh Tom! (2014), een kast met gevouwen kleding, intieme objecten en een videofragment van een gewichtheffende Tom Cruise roept dezelfde mengeling van humor en perverse intimiteit op als het werk van Prouvost. Tans aandacht voor de vorm en het materiaal van alledaagse objecten en de betekenissen en verhalen die hieraan verbonden zijn, resoneert bovendien sterk met de gevoelige opmerkzaamheid die het werk van Moyra Davey kenmerkt.

Net zo vervreemdend als Grandma’s Dream zijn daarnaast de manshoge cut-outs van een dolfijn en slak, die door Katja Novitskova van het internet zijn gehaald en als sculpturale rekwisieten in de tentoonstellingsruimte zijn neergezet, wachtend tot zij via de selfies van bezoekers weer in de digitale ruimte worden teruggeplaatst. Hoewel hun aanwezigheid bij wijze van absurdistisch decorstuk bijdraagt aan de wonderlijke ervaring van de tentoonstelling als geheel, missen ze de gedurfde persoonlijke gelaagdheid die zo sterk aanwezig is in het werk van Davey en Prouvost.
Waar Amalia Ulman met haar online performance wist door te dringen tot het sterk geconstrueerde karakter van de verhalen die we over onszelf vertellen en de façades die we daarbij opwerpen rondom onze online en offline identiteit, richten de werken in Survival Guides zich voornamelijk op de intieme en persoonlijke ruimte die daarachter schuilgaat. Een meer expliciete verbinding met de online wereld had daarbij een bredere context kunnen verschaffen en bovendien een actuele ingang kunnen bieden tot kunstwerken die niet allemaal even toegankelijk zijn. Absurde humor en ontroerende intimiteit maakt echter veel goed, zodat op verrassende en indringende wijze inzicht wordt geboden in de eigenaardige manieren waarop we ieder onze eigen kleine privérituelen, semiotische systemen en persoonlijke vormen van communicatie creëren.

Moyra Davey, FIFTY MINUTES (2006).Tentoonstellingsoverzicht de Vleeshal. Foto: Leo van Kampen
Laure Prouvost, GRANDMA'S DREAM (2013). Tentoonstellingsoverzicht de Vleeshal. Foto: Leo van Kampen
Jay Tan, OH, TOM! (2014), Katja Novitskova, APPROXIMATION (SNAIL) (2014). Tentoonstellingsoverzicht de Vleeshal. Foto: Leo van Kampen