Wet van de natuur

Merle Smeets
Lara Almarcegui, MINERAL RIGHTS (2015) Courtesy Ellen de Bruijne Projects

De aarde, van wie is die eigenlijk? Mogen wij ons de grondstoffen die zich in de aarde bevinden zomaar toe-eigenen? En welke rechten heeft de natuur zelf? Antwoorden op deze vragen zijn van grote invloed op onze relatie tot de natuur, maar worden veelal door politieke en economische motieven ingegeven. De kunst biedt een kritisch tegengeluid en vraagt ons bestaande verhoudingen opnieuw te overwegen. Kunstenaar Lara Almarcegui deed onderzoek in een afgelegen deel van Noorwegen en presenteert haar bevindingen in het werk Mineral Rights, te zien bij Ellen de Bruijne Projects in Amsterdam. Gelijktijdig tonen kunstenaar-onderzoeker Ursula Biemann, en architect en stedenbouwkundige Paulo Tavares bij BAK in Utrecht hun gezamenlijke video-installatie Forest Law, waarvoor zij diep de wouden van Ecuador in trokken. Beide tentoonstellingen openen de discussie over het eigendomsrecht op natuurlijke bronnen.

In eerdere werken vulde Lara Almarcegui tentoonstellingsruimten met dezelfde hoeveelheid ruwe materialen als waar ze ooit uit vervaardigd werden. Hiermee riep zij vragen op over de hoeveelheden grondstoffen als koper, ijzer en beton die nodig zijn om onze steden te vormen en waar deze materialen vandaan komen.
Ook voor haar recente project Mineral Rights zoekt ze naar de kenmerken van onze verbondenheid met de aarde. Hoewel voor een particulier doorgaans vrijwel onmogelijk, wist Almarcegui in de Noorse regio Tveitvangen de rechten te verkrijgen over de grondstoffen binnen een gebied van één vierkante kilometer. Negen jaar lang heeft zij het recht om in dit gebied onderzoek te doen naar de eigenschappen van de bodem en de mineralen die daarin aanwezig zijn. Zij heeft echter geen toestemming deze grondstoffen te delven: de staat blijft eigenaar.

In haar installatie neemt Almarcegui ons mee naar dit afgelegen gebied waar zij verkent, verzamelt en documenteert. De foto’s die zij projecteert tonen details van het Noorse landschap vol ruwe rotsen bedekt met mos, hier en daar nog bedolven onder een laag hagelwitte sneeuw. Zo vormt zich het beeld van een ruig gebied waar de mens vrijwel geen toegang tot heeft en waar de natuur haar eigen gang lijkt te gaan. Deze beelden worden afgewisseld met korte feitelijke teksten die vertellen over de voormalige mijnen in het gebied waar ijzer en koper werd gewonnen, mineralen die zich miljoenen jaren geleden vormden. De nauwkeurige terughoudendheid waarmee Almarcegui haar werk presenteert, lijkt haar ontzag voor de natuur te weerspiegelen. De aanwezigheid van de mens verdwijnt naar de achtergrond, terwijl de hoofdrol wordt vervuld door het landschap zelf. Hiermee slaagt de kunstenaar er op verassende wijze in een abstract onderwerp als het eigendomsrecht op grondstoffen tot de verbeelding te laten spreken.

Dwingender is de toon van Ursula Biemann en Paulo Tavares. We worden meegenomen naar Ecuador, waar inheemse volkeren het opnemen tegen oliegiganten als Chevron/Texaco. De intensieve gaswinning en mijnbouw brengt daar grote schade toe aan de regenwouden en de mensen die er wonen. De leidraad voor Forest Law wordt gevormd door het onderzoek dat Biemann en Tavares deden naar een reeks spraakmakende rechtszaken aan het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens. Hier werd de afgelopen jaren in een serie rechtszaken gepleit voor het vastleggen van basisrechten van natuurlijke ecosystemen en de natuur te erkennen als rechtspersoon. Op grond hiervan kunnen in Ecuador sinds 2008 overheden en bedrijven juridisch ter verantwoording worden geroepen wanneer zij zich natuurlijke grondstoffen met geweld toe-eigenen.

Biemann en Tavares leiden ons diep het regenwoud in, waar onderzoekers grondmonsters verzamelen en lokale bewoners pleiten voor een meer harmonieuze relatie met de natuur. Een relatie waarin de natuur niet alleen wordt beschouwd als een schijnbaar onuitputtelijke bron van grondstoffen, maar als een levend organisme waarmee wordt samengeleefd en waarvoor wordt gezorgd. Beelden van dichtbegroeide stukken woud, waarin het getjilp van vogels en insecten levendig klinkt, worden afgewisseld met flinke stukken tekst. Anders dan de zakelijkheid van Almarcegui, zijn deze teksten van Biemann en Tavares emotioneler van aard. Voor hen geen vrijblijvende observaties, maar gedreven activisme gevoed door een sterke overtuiging. Het is verfrissend een project te zien dat zich zonder omzichtigheid ergens sterk voor maakt, en op gepassioneerde wijze kunst en activisme samenbrengt. Door de natuur te presenteren als een subject met eigen rechten geven Biemann en Tavares een niet te ontkomen aanzet om onze denkwijze ten aanzien van de natuur radicaal te veranderen.

Toch vormt zich zo een paradox: door de natuur met zo luide stem te verdedigen, wordt haar weinig ruimte gelaten zelf te spreken. Hoewel inhoudelijk nauw verwant, mist Forest Law dan ook de subtiele gelaagdheid die Mineral Rights zo krachtig maakt. Wellicht ligt dit ook in de locatie die de kunstenaars respectievelijk kozen voor hun werk. Het koele Noorwegen met zijn uitgestrekte landschappen ademt openheid en laat daarmee veel ruimte voor eigen inzichten en een open einde. Het tropisch regenwoud daarentegen is drukkend, rommelig en zit je veel dichter op de huid. 

Ursula Biemann en Paulo Tavares, FOREST LAW (2014), afbeelding met dank aan de kunstenaars en BAK, basis voor actuele kunst.