Surtsey op de Zuidas

Mariƫtte Maaskant

‘But the very night after November 14 1963, a new island was born’. Hiermee eindigt het verhaal dat deel uitmaakt van tien billboards die onder de projecttitel Landfall in het stedelijke ontwikkelingsgebied Zuidas in Amsterdam staan. De tekst beschrijft hoe Surtsey, het jongste eiland ter wereld, ontstaat uit een onderzeese vulkaanuitbarsting. Landfall is een project van kunstenaars Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen in het kader van Stichting Virtueel Museum Zuidas. Doelstelling van deze stichting (volgens de website) is dat kunst een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van de Zuidas moet worden, anders gezegd: ‘als je over een paar jaar “Zuidas” roept, dan willen we dat mensen denken aan kunst’. Het streven om de Zuidas cultureel te ontwikkelen is ambitieus opgezet met diverse kunstprojecten. De vraag rijst natuurlijk of de kunst de kritische ruimte zal krijgen om de Zuidas te bezielen of dat de projecten onderhoudende speldenprikjes blijven op de armen van de ontwikkelaars, politici en niet in de laatste plaats van de kunstscene zelf. In ieder geval laten de gepresenteerde projecten zien dat de kunst voor haarzelf een rol weggelegd ziet in het ‘menselijk houden’ van de openbare ruimte.

Het project Vrije Ruimten bijvoorbeeld heeft twaalf kunstenaars uitgenodigd om een half jaar mee te denken over dit gebied in wording. In het minimaal twintig jaar durende transformatieproces van de Zuidas zal Vrije Ruimten de ‘lege gaten’ als tijdelijke atelierruimtes gebruiken om een cultureel netwerk te creëren. Een ander overkoepelend project is Meebouwen, dat kunstenaars vanaf het prille begin van alle grote bouwprojecten bij de Zuidas wil betrekken. Dat heeft geleid tot kunstprojecten als Videoscherm, een 24-uurs podium voor videokunst, manifestaties en documentaires, Monitorenwand van Florian Göttke dat vanuit een (nog onbekende) kantoorlocatie een door bewakingscamera’s opgenomen geënsceneerd liefdesverhaal laat zien, en tot het project Landfall.

Landfall is een Engelse scheepsterm die het moment omschrijft wanneer land in zicht komt. In dit geval het eiland Surtsey dat, geografisch gepositioneerd op W20.3°/N63.4°, met zijn oppervlak dezelfde dimensies heeft als de Zuidas. Het eiland is al veertig jaar alleen toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek, maar de kunstenaars hebben permissie gekregen om deel te nemen aan een expeditie om het eiland te kunnen fotograferen. Dit levert vele panoramafoto’s op van vulkanische landschappen, zwarte gestolde lavavelden met gifgroene mossen, kraters en heuvels. Aan de horizon steevast de zee, blauwe lucht of de kust van IJsland. Maar waarom hebben de kunstenaars dit eiland gekozen? Er zijn wel meer landschappelijke locaties te verzinnen die de omvang van de Zuidas hebben. En waarom de contour van Surtsey projecteren en reconstrueren door een serie panorama’s op dezelfde geografische locaties door het gebied te verspreiden? Volgens de kunstenaars verbeeldt Landfall het sterke contrast tussen land dat onverwacht en met veel geweld door de aarde is opgestuwd en de gecontroleerde maakbaarheid van huidige stedelijke gebieden zoals de Zuidas.

De foto’s van Surtsey zijn het beste te zien op enige afstand. Bij het Minervaplantsoen, met de eilandcoördinaten W20°36’23”/ N63°18’25”, zie je het oostelijke deel van het eiland waarvan de landpunt langzaam in het water verdwijnt, met rechts een heuvel begroeid met strepen groene mos. Door de afstand torenen in hetzelfde blikveld de WTC kantoorgebouwen hoog boven je uit. Bij parkeerterrein Zuidwende op W20°35’47”/N63°18’19” is een panorama te zien van gelaagd bruin gesteente voor een leeg weiland waar vermoedelijk bouwactiviteit gepland staat. Ook de andere foto’s laten een beeld zien van een vulkanisch eiland in ruste, waar mossen groeien, plantsoorten ontstaan en vogels een broedplek vinden. Het contrast dat de kunstenaars bedoelen zit eigenlijk niet zozeer in de foto’s, maar in het ooggetuigenverslag op de achterzijde van de billboards. Juist dit verhaal prikkelt de verbeelding over de opstuwende krachten van de aarde en leest als een metafoor voor de toekomstige ‘erupties’ van staal, beton en glas. ‘Op die bewuste dag van 14 november zien de mannen op de vissersboot Isleifur II om de paar uur erupties die eerst klein zijn, daarna steeds hoger worden en uiteindelijk tot een hoogte van 4000m gaan. Ze begrijpen eerst niet wat ze zien. Waarom stinkt het zo? Het lijkt in de verte wel alsof er een schip in brand staat. De vulkanische erupties gaan gepaard met zwavelgeur, asrook en enorme explosies door het contact van zeewater met vloeibare lava en het zal uiteindelijk vier jaar duren voordat het eiland zich stabiliseert’.

Veel mensen zullen toevalligerwijs langs enkele foto’s van Surtsey lopen, terwijl de kracht van Landfall juist zit in de rondgang langs alle panorama’s. Door de letterlijke verplaatsing in tijd krijg je het gevoel dit ontoegankelijke eiland toch bezocht te hebben. Daarnaast leer je de Zuidas kennen, een gebied dat naast prestigieuze kantoorgebouwen ook woonwijken, sportvelden, diverse scholen, een ziekenhuis en een universiteit herbergt. Maar hoe zal de cultuur zich verder op de Zuidas ontwikkelen? Om in de metafoor van Surtsey te blijven: geologen hebben zich met verbazing verwonderd over de snelheid van enkele maanden waarmee de natuur het eiland omtoverde tot een gevarieerd landschap. En het ecosysteem verrijkt zich nog steeds met nieuwe planten en insecten. Wellicht biedt de Zuidas een zelfde voedingsbodem.

LANDFALL, Elodie Hiryczuk/Sjoerd van Oevelen, t/m mei 2006

Virtueel Museum Zuidas