RijksakademieOpen 2012: Xue Mu

Jesse van Winden
Xue Mu, installatiezicht, detail (2012) (Foto: Willem Vermaase)

Achteloos liggen kleine, goedkope spulletjes uitgestald in een gang tussen twee ateliers. Het lijken gevonden massaproducten: kinderlijk, onschuldig, veel plastic. Alsof ze zijn neergelegd als vlucht uit de pretenties en de vervreemding die de kunstwereld, ook de prestigeuze Rijksakademie, soms omgeven. Wie de objectjes daar heeft geplaatst wordt duidelijk als blijkt dat beide aanpalende ruimtes worden gebruikt door de van oorsprong Chinese Xue Mu (1979). In de ene toont ze eigen werk, in de andere een samenwerkingsproject.

In de eerste kamer hangen drie grootformaat foto’s. Het is de volmaaktheid van spontaan gevormde stillevens die de kunstenares plots trof, op een bureau of in een verhuisdoos. De kleine ruimte dwingt je dicht bij de werken te staan, en het zijn zulke sterke uitvergrotingen dat ze zich om je heen uitstrekken. De fotografische tweedimensionaliteit ontneemt de assemblages hun tactiliteit. Het lijkt een poging impressie en expressie in elkaar op te laten gaan: ‘De indruk die de fysieke wereld op mij achterlaat te vatten, en opnieuw te materialiseren zodat anderen het tot zich kunnen nemen, dat is mijn taak,’ zoals Xue Mu het zelf uitdrukt. Om de hoek gebeurt iets vergelijkbaars. Daar tonen foto’s de bewegingen van twee dansers, die door middel van lampjes op het lichaam met een lange sluitertijd zijn vastgelegd. De ‘lichttekeningen’ die zo zijn ontstaan geven twee duidelijk verschillende bewegingsidiomen weer.

Een aanzienlijk deel van de bij ons bekende hedendaagse kunst uit China heeft een politiek karakter. Hierop heeft Xue Mu een tweeledige kritiek. Zodra de prijs van maatschappelijk geëngageerd werk stijgt wordt financiële waarde toonaangevend. De ‘spirit’, het potentiële effect op de belevingswereld van mensen, wordt geneutraliseerd tot iets materieels. Daarnaast betekent het verbeelden van politieke aangelegenheden in onze gemedialiseerde samenleving vooral het esthetiseren van het politieke. Kunst over politiek is iets anders dan politieke kunst, stelt de kunstenares. Een van de ideeën die ze op de muur van haar atelier heeft uitgeschreven, is dat politieke kunst gelijkstaat aan ‘being challenging’. Dat is geen pretentieloze gemeenplaats, zo blijkt uit het project in de andere ruimte.

Nadat verschillende collega’s, praktisch allen mannen, hadden verkondigd dat Xue Mu’s nonchalant bijeengebrachte kleine objecten pas echt ‘kunst’ zouden zijn in een groter formaat, nodigde ze hen uit ze dan maar groter te maken. De samenwerking bestond daarin, dat tien kunstenaars onafhankelijk uit tien verschillende originele kleine voorwerpen één kozen, die ze vervolgens opnieuw uitvoerden in techniek en formaat van eigen keuze. In de ruimte zijn zowel de ‘modellen’ als hun afgeleiden gepresenteerd. Dit project, A Childish Nothingness vs. Boy Blow Ups, is volgens de verklarende tekst geen vorm van participatiekunst, maar een kritiek op ‘masculiene criteria’ die bepalen of een object groot genoeg is voor de categorie ‘kunst’, groot genoeg voor de kunstmarkt, groot genoeg om over na te denken.

Kleine spulletjes, verzameld of zelf gemaakt, lijken voor Xue Mu te fungeren als spontaan gesmede sleutels naar de onbewuste zijde van de leefwereld: materialiteit waarin ongrijpbare indrukken liggen opgeslagen. De doelmatige schaalvergroting in één serie en het ter discussie stellen in de andere getuigt van een worsteling met stoffelijkheid in relatie tot de beleving ervan. Xue Mu’s werk problematiseert minstens twee paradoxen, en trekt de tegenstrijdigheden in twijfel – immaterialiteit tegenover materialiteit en impressie tegenover expressie.

Xue Mue, A CHILDISH NOTHINGNESS VS. BOY BLOW UPS, detail (2012) (Foto: Arif Kornweitz)