Per ongeluk expres

Lilian Bense

Voor Bianca Stigter moet het leven een groot feest zijn. Dat kan niet anders. Iemand die in staat is in zoveel simpele zaken schoonheid te zien, dat op zich zou je al kunst kunnen noemen. Net als een hoop andere merkwaardige weetjes en interessante observaties die Stigter in haar boek Per ongeluk expres prachtig omschrijft. 

Schoonheid is overal. Kunst evengoed. Daarvoor hoeven we echt niet per se naar een museum, als het aan Stigter ligt. “Filosoof Immanuel Kant had het over het belangeloos beschouwen als vereiste voor een esthetische ervaring, maar hoe kan ik belangeloos beschouwen als ik honderd euro heb betaald, een reis heb gemaakt, een mooie jurk heb aangetrokken- allemaal dingen die je wel eens moet doen om van kunst te gaan genieten.” schrijft ze stuurs. En of dat dan wel of geen kunst is, die vraag doet niet ter zake, en is bovendien onmogelijk te beantwoorden. Want, zo staat het ook op de achterflap: kunst was er misschien zelfs al voordat de mens kunst begon te maken.

De zeventiende-eeuwse schilder Adriaen Coorte was in staat de perfecte illusie van glans op zijn aardbeien en asperges te creëren. Maar waarom gaat het altijd om de perfecte imitatie? “Een ei is in de keuken nooit mat, alleen gekookt of rauw, bedorven of vers. Onbekeken wordt de schaal gebroken.”

Wie goed kijkt, vindt dus kunst in het leven van alledag. Een achterhaald statement, ook in de wereld van de beeldende kunst die wel binnen de context van ‘de kunst’ wordt gemaakt en ook als kunst is bedoeld. Dadaïst Hans Arp provoceerde jaren geleden al met zijn ‘toevallige’ creaties: verschillende stukjes papier liet hij vallen op een stuk karton, waardoor vanzelf een compositie ontstond. Hij vergeleek zichzelf als kunstenaar dan ook het liefst met een plant. herman de vries stelde 43 verzamelde voorwerpen tentoon, direct afkomstig uit de natuur. Geen foto’s of tekeningen van gras, maar gras zelf. Als een soort Bob Ross van de conceptuele kunst. De natuur behoeft helemaal geen nabootsing; ze is zelf genoeg. Er is geen twijfel over mogelijk: als Stigter een kunstenaar was, dan zou ze herman de vries zijn. 

Toch komt Stigter met verhalen en anekdotes die er -vreemd genoeg- wél toe lijken te doen. Omdat ze net even anders zijn, of aan een ander wellicht voorbij gaan. Zoals de kwart van een seconde die het duurt voordat de vraag van een nieuwslezer een verslaggever elders bereikt. Tijdens deze temps mort verliezen de gezichten even hun aangeleerde grimas, en kunnen ze niet meer terugvallen op geregisseerde presentatietechnieken. Juist dát levert interessante televisie op. Een gevolg van de onvolmaaktheid van de techniek. Van Stigter mogen ze voor altijd blijven bestaan. 

In het begin is het wel een beetje wennen. De hoofdstukken zijn vaak kort, soms slechts een halve pagina. Eigenlijk zijn het meer verkapte columns die in een andere vorm eerder verschenen in NRC Handelsblad, waar ze al jaren bij de redactie werkt. Deze anekdotische stijl werkt soms verwarrend. Af en toe springt ze net iets te veel van de hak op de tak. Maar er zijn wel wat grote lijnen te ontdekken. Zoals de fascinatie voor de sluier, en hoe deze in de geschiedenis op de meest onverwachte plekken opduikt. Tot haar verbazing gingen ook de Griekse vrouwen in de oudheid al gesluierd over straat. Ook op de vroege 17e-eeuwse schilderijen van de Nederlandse schilder Hendrick Avercamp zijn enkele vrouwenlichamen compleet bedekt door zogenaamde chadors. Dezelfde gewaden die ze tegenwoordig in Iran dragen. Toentertijd werden ze nog ‘huiken’ genoemd en beschermden ze niet tegen blikken, maar tegen regen en wind. Niet alleen mensen blijken gesluierd te gaan. De Ka’ba in Mekka, het belangrijkste heiligdom van de Islam, is ook altijd gesluierd. Als vrouwen om dit merkwaardige kubusvormige -van binnen lege- gebouw lopen, moet dat juist zonder sluier. Vrouwen kunnen dus ook worden gestraft als ze wel een sluier dragen. 

Stigter vertelt veel, heel veel. Over de eerste bewegende ‘dierkens’ die Antoni van Leeuwenhoek door zijn lens zichtbaar wist te maken. Hoe zonde het is dat de mens op zijn twaalfde zijn kinderlijke verbeeldingskracht verliest. “Wie twaalf is kan van trams nog buitenaardse wezens maken. Daarna rest de bioscoop, het boek.” Of dat echt mooie mensen meestal iets androgyns hebben, zoals de filmsterren Cary Grant en Alain Delon. En het verschil met acteurs als Robert de Niro en Al Pacino, die voor het eerst geen sterren speelden, maar echte mensen. “Voor Grant was acteren alleen een ambacht, geen kunst.” Met veel verbeeldingskracht schrijft ze over de korte maar indrukwekkende geschiedenis van de webcam, die ooit begon bij het uitzenden van beelden van een koffiepot, en over de Grieken en de Romeinen voor wie het kijken naar een stervende vis een populair tijdverdrijf was. Seneca schreef hierover “Er is niets mooier dan het kijken naar een stervende mul, als hij vecht en zijn adem uitblaast is hij eerst rood, dan wordt hij overvallen door bleekheid, en dan krijgt hij een onzekere kleur.”

Ook in de taal vindt Stigter veel onbedoelde schoonheid. Zo beschrijft ze het ‘mama appelsap’ syndroom naar een liedje van Michael Jackson, Wanna be startin’ somethin’, waaruit je de zin ‘mama say mama sa mama appelsap’ zou kunnen verstaan. “Het mooie van deze zinnen is dat ze niets betekenen. Er is geen bedoeling. Het is onzin geworden. Expres surrealisme is vaak vervelend, het is te bedacht.”

Soms vraag ik mij af of Stigter misschien niet liever over andere zaken zou willen schrijven dan beeldende kunst, wat toch voornamelijk voortkomt uit een visualisering van een bepaald, voorbedacht idee. Hiervan getuigt ook haar achtergrond: Stigter is opgeleid als historica. Wellicht de reden dat ze alles in de context van de tijd plaatst, wat haar doet uitblinken in ruimdenkendheid. Per ongeluk expres is een mooi resultaat van haar persoonlijke ontdekkingsreis. Maar als we het dan toch over kunst hebben op plekken waar je het niet zou verwachten, dan is het wel de fijnzinnige schrijfstijl van Stigter zelf die het boek boven de middenmoot uit doet stijgen. 

PER ONGELUK EXPRES. OVER KUNST

Bianca Stigter (2011)

Contact, Amsterdam

ISBN: 9789025435998