The centre of gravity of the 27 countries of the EU (2010)

Jaring Dürst Britt

In een houten lijst bevinden zich 54 polaroidfoto’s; 27 paartjes van twee onder elkaar geplaatste foto’s in drie horizontale rijen van negen. Alle foto’s zijn voorzien van de precieze coördinaten van de plek waar ze zijn genomen: op de geografische zwaartepunten van alle landen die deel uitmaken van de Europese Unie. Als je de contouren van een land uit zou knippen en op een vingertop zou leggen, dan is het geografisch zwaartepunt de plek waarop de landkaart perfect in evenwicht is. De landen zijn alfabetisch geordend op basis van de Engelse spelling, zodat Oostenrijk linksboven als eerste wordt opgevoerd en het Verenigd Koninkrijk rechtsonder.

In het totaalbeeld overheersen groene, bruine en gele tinten. De zwaartepunten blijken zich namelijk vooral te bevinden op akkers (België, Polen, Spanje), in het bos (Oostenrijk, Nederland, Slovenië) of midden in een weiland (Bulgarije, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk). Een paar landen springen er visueel uit: het zwaartepunt van Roemenië blijkt in een supermarkt te liggen, dat van Ierland op een geasfalteerd landweggetje. In Italië bevindt het zich onder een hekwerk en op Malta in een zwembad. Het zijn locaties die zich niet bewust lijken te zijn van hun bijzondere status. Dat verbaast me enigszins, want ik verkeer in de veronderstelling dat de mens bijzonder graag gedenktekens opricht om de status van een plek te verheffen.

De maker van de polaroids heeft iets aan die anonimiteit willen doen. Waar je op de bovenste foto’s de zwaartepunten onaangeroerd ziet, tonen de onderste foto’s dezelfde locatie, maar dan voorzien van een markeringspunt. In alle gevallen is dat een vierkant, gecreëerd met materiaal dat ter plekke voorhanden moet zijn geweest. Zo zie je het volume van de vierkanten opgevuld worden door stenen en bladeren – en in het geval van de Roemeense supermarkt door flessen mineraalwater. Takken, stokjes of gras zijn benut om de contouren te markeren. Verder zijn er vierkanten tevoorschijn gekomen door materiaal te verwijderen, gewas plat te trappen en aarde te bewateren. De in één en dezelfde lijst bijeengebrachte foto’s zijn registraties van een tijdelijk eerbetoon aan plekken die niets met elkaar van doen hebben behalve hun gedeelde centrale ligging. Markeringstekens die binnen een niet al te lange tijd worden uitgewist door de natuur.

Onder de foto’s van elk land staat een korte beschrijving van de locatie en de wijze waarop de markering plaatsvond. Doordat er tevens een viertal zaken wordt opgesomd die zich in de buurt van het zwaartepunt bevinden – inclusief afstand, van het verst weg gelegene naar het dichtstbijzijnde – krijgen we enig inzicht in de context van de plek. In alle 27 gevallen wordt de afstand tot het dichtstbijzijnde huis genoemd; wegen, beekjes en landbouwgronden blijken ook vaak nabijgelegen. Een willekeurige greep uit de overige referentiepunten: een watertoren, een konijnenhol, een begraafplaats en een cactus. Opmerkelijk zijn de 15 dode kippen die zich op 144 meter van het midden van Italië bevinden. Het meest afgelegen zwaartepunt is het Finse: het bevindt zich op 3,8 kilometer van een huis, op 1,1 kilometer van een turfveld, op 934 meter van een bospaadje en op 666 meter van een beek.

De persoon die op al deze plekken de polaroidcamera bediende is Esther Kokmeijer (1977). In het kader van hun gezamenlijke project At Home Anywhere doorkruiste zij in 2008 en 2009 samen met haar partner Henrik Jan Haarink de Europese Unie. Nevendoel van hun reis was om onderzoek te verrichten naar de beleving van het begrip ‘thuis’ binnen de afzonderlijke EU landen. De mensen die zij hiervoor interviewden woonden het dichtst bij het desbetreffende geografische zwaartepunt. Ze kozen voor deze punten, omdat juist deze inwoners zich het verst van de grenzen van een land bevinden en dus geografisch gezien het minst ontvankelijk zouden zijn voor invloeden van buitenaf. Het hart van een land aandoen om de inhoud van de kluis der nationale culturele identiteit te kunnen aanschouwen: het getuigt van een even naïeve als poëtische inslag.

Haar Europese reis ging vooraf door Journey to the centre of gravity of each continent, een project waarvoor Kokmeijer van 2003 tot 2005 een reis maakte langs de zwaartepunten van alle werelddelen. Dit project vertaalde ze naar ondermeer een boek, een serie schilderijen en een tape-installatie in het Nederlands Architectuur Instituut. Naast The Centre of Gravity of the 27 Countries of the EU verbeeldde ze de zwaartepunten van de EU-landen ondermeer in de vorm van een uit 27 onderdelen bestaand abstract sculptuur. Het werk zal in de toekomst een plaats krijgen in Europos Parkas, een beeldenpark dat claimt zich te vestigen in het midden van het Europese continent. Naast het bereiken van haar bestemmingen is de reis op zichzelf ook belangrijk voor Kokmeijer. Dit komt ondermeer tot uiting in werken waarvoor ze de door haar afgelegde trajecten uit topografische kaarten knipt en ze presenteert als meanderende linten.

Kokmeijer paart haar drang om zwaartepunten aan te doen en te documenteren aan de wetenschap dat deze locaties niet voor eeuwig over hun status beschikken: de mens kan grenzen betwisten, meren inpolderen of kunstmatige eilanden in zee aanleggen. Daarbij laat de natuur zich ook niet onbetuigd, middels vulkaanuitbarstingen, zandsuppletie en een stijgende zeespiegel. Landsgrenzen zijn geen permanente afbakeningen maar zijn constant aan verandering onderhevig. Kokmeijer maakt dit op een treffende manier inzichtelijk door in The Centre of Gravity of the 27 Countries of the EU een mooie analogie te leggen tussen het vergankelijke van de polaroidfoto, van het materiaal waaruit haar markeringen zijn opgebouwd en van het zwaartepuntschap zelf. In de nabije toekomst wil ze ook andere opmerkelijke locaties bereizen; zo verbleef ze op 21 december 2010 (midwinternacht) op het op de Noordpoolcirkel gelegen eilandje Grimsey. Tevens wil ze ooit nog eens een tot op heden voor de mens onbereikbaar zijnde plek aandoen: het zwaartepunt van Antarctica.